12.07.2015 Views

Syllabus 2009

Syllabus 2009

Syllabus 2009

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voor het opstellen van de vergelijking van het vlak α zijn er verschillendestandaardprocedures mogelijk, maar het snelst gaat het wanneer je opmerkt dat de punten A, Ben P als z-coördinaat 1 hebben: je vindt dan meteen α↔ z = 1.⎧x= 3+s⎪• Voor de vergelijking van m vind je m↔ ⎨ y = 3⎪⎩z= 5 + 2s⎡x⎤ ⎡3⎤ ⎡1⎤(of ( x, y, z) = (3,3,5) + s ⋅(1,0,2)of⎢y⎥ ⎢3⎥s⎢0⎥⎢ ⎥=⎢ ⎥+ ⋅⎢ ⎥).⎢⎣ z ⎥⎦ ⎢⎣5⎥⎦ ⎢⎣2⎥⎦Voor het eventuele snijpunt van α en m zoek je de waarde van de parameter s waarvoor5+ 2s= 1; op zicht kun je hieruit s =− 2 afleiden.Het snijpunt S heeft dus als coördinaat (1, 3, 1) .• De rechten AB en PS zijn evenwijdig en disjunct, aangezien AB(2, − 2, 0) enPS( −2, 2, 0) veelvouden zijn van elkaar en P niet op AB ligt.Hiermee is het gevraagde aangetoond.Een alternatieve aanpak van een leerlingEen van mijn zesdejaarsleerlingen redeneerde als volgt.• Beschouw de variabele punten L op AB en M op m.• Stel de vergelijking van LM op.• Toon aan dat P nooit op LM ligt.mCdBAPLM1• Een richtingsvector van AB is d AB(1, − 1, 0) = AB.2Met steunpunt A(3, –1, 1) vinden we als vergelijking:Meer wiskunde, minder rekenen14Pedro Tytgat en Hilde Eggermont

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!