You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1. Veiligheidsinstructies<br />
Gevaar door grote gewichten / stabiliteit van installatieonderdelen<br />
De vooraf gemonteerde schachtonderdelen wegen afhankelijk van uitvoering ca. 40 - 60 kg, de schachtafdekkingen<br />
38 - 58 kg en de pompen 39 kg. De onderdelen mogen uitsluitend met zijn tweeën met passende<br />
voorzichtigheid en veiligheidsuitrusting (bv. veiligheidsschoenen) worden opgetild resp. gemonteerd.<br />
De pompen mogen uitsluitend met met een geschikt mechanisch hijswerktuig (bv. hijsbok) langzaam<br />
in de kant-en-klaar gemonteerde en in de grond ingelaten schacht worden neergelaten.<br />
Gevaar voor de gezondheid/Beschermende kleding en veiligheidshulpmiddelen<br />
De lozingsinstallatie transporteert fecaliënhoudend afvalwater, dat voor de gezondheid gevaarlijke stoffen<br />
kan bevatten. Er moet bij alle werkzaamheden worden opgelet dat er geen direct contact tussen het<br />
afvalwater en de daardoor vervuilde installatieonderdelen en ogen, mond of huid optreedt. Bij direct<br />
contact moet het betrokken lichaamspunt onmiddellijk grondig worden gereinigd en zo nodig worden gedesinfecteerd.<br />
Bovendien kan de atmosfeer in het schachtsysteem in voorkomende gevallen een voor de gezondheid<br />
gevaarlijk effect hebben. Daarom moet vóór toegang ervoor worden gezorgd dat er voldoende luchtverversing<br />
is geweest of dat er tijdens het binnengaan passende (geforceerde) ontluchting wordt toegepast.<br />
Wij adviseren een draagbaar multifunctioneel waarschuwingstoestel tegen gas met een optisch en akoestisch<br />
alarm.<br />
EX<br />
Geluidsoverlast<br />
Tijdens het gebruik van de pomp(en) moet rekening worden gehouden met een geluidsontwikkeling die<br />
afhankelijk van de inbouwsituatie een storend effect kan hebben. Voor zover er eisen aan het maximaal<br />
toegestane volume worden gesteld, moeten hiervoor indien nodig op locatie passende maatregelen worden<br />
getroffen.<br />
Inschakelen/inbedrijfstelling van de pomp<br />
Controleer vóór gebruik de omstandigheden op locatie. Het voorgeschreven gebruik van de pomp is<br />
de basisvoorwaarde voor veiligheid tegen explosies.<br />
• Drooglopen of slurpen moeten worden uitgesloten!<br />
De machine mag nooit droog- of in de slurpmodus lopen, d.w.z. snij-inrichting, loopwiel en pompbehuizing<br />
moeten altijd tot de minimale dompeldiepte vol staan.<br />
• De minimale dompeldiepten moeten in acht worden genomen!<br />
• De pomp mag niet worden gebruikt, als er mensen in het water zijn.<br />
• De pomp bouwt persdruk/overdruk op<br />
Omgevingscondities/lichtverhoudingen<br />
• Extra lokale verlichting moet explosiebeveiligd zijn<br />
EX<br />
Markering explosiebeveiligde installatieonderdelen en ATEX op het typeplaatje (pomp en<br />
schakelapparaat)<br />
Voorschriften voor explosiebeveiliging:<br />
Bij opstelling van aggregaten in zones met explosiegevaar moeten de bepalingen van richtlijn<br />
94/9/EG (ATEX 100a) in acht worden genomen.<br />
De motoren kunnen op elektrische laagspanningsnetten met nominale spanningen en spanningtoleranties<br />
conform IEC 38 of andere netten c.q. voedingsunit met nominale spanningtoleranties van max. ± 10<br />
% worden aangesloten.<br />
De motor moet worden voorzien van een beveiliging tegen overbelasting. Deze zijn in het KESSEL-schakelapparaat<br />
gerealiseerd door:<br />
- stroomlimiet (motorveiligheidsschakelaar conform EN 60 974-2). Een uitschakeling van de motor tijdens<br />
bedrijf bij 1,15-voudige nominale lekstroom binnen 15 minuten.<br />
- Temperatuurlimieten via ingebouwde bimetalen schakelaar in de stator.<br />
De motoren kunnen ook bij frequentieomvormers worden gebruikt. Hierbij moeten de nominale lekstroomgegevens<br />
van de motor worden aangehouden. Om een ontoelaatbare verwarming van de motor<br />
uit te sluiten moeten motoren in de omvormermodus altijd voorzien zijn van een stator met ingebouwde<br />
bimetalen schakelaars. De motor moet bij het bereiken van de grenstemperatuur worden uitgeschakeld<br />
door een uitschakelvoorziening om de conformiteit van de installatie met de richtlijn ATEX 100a te waarborgen.<br />
Deze uitschakelvoorziening moet op de beoogde meetpunten worden aangesloten, opdat gewaarborgd<br />
is dat de voorgeschreven temperatuurklasse wordt aangehouden.<br />
149