2013/09 - Kessel

4. Inbouw en montage
De volgende onderdelen worden meegeleverd (zie paragraaf
2.2):
- KESSEL-schachtsysteem (in componenten voor montage
op locatie)
- fecaliënpomp(en)
- elektrisch schakelapparaat
Inbouw bodemgedeelte
BELANGRIJK:
Het elektrische schakelapparaat moet vorstvrij en droog
worden opgeslagen. Als de installatie bij de inbouw nog
niet elektrisch wordt aangesloten, moet het schakelapparaat
dienovereenkomstig worden opgeslagen.
De kabeluiteinden van de vlotterschakelaars mogen tijdens
de gehele inbouw- en montagetijd niet onderdompelen
in water.
ATTENTIE:
- Gevaar door hoge gewichten
- Het vooraf gemonteerde schachtonderdeel, de
schachtafdekking en de pomp(en) wegen telkens meer
dan 30 kg. De onderdelen mogen uitsluitend op geschikte
wijze met gepaste voorzichtigheid en uitrusting
worden opgetild c.q. gemonteerd.
- De pompen mogen uitsluitend met een geschikt mechanisch
hijswerktuig (b v. hijsbok) langzaam in de kanten-klare
schacht worden neergelaten.
- Gevaar voor uitglijden
- Er bestaat gevaar voor uitglijden bij binnengaan van de
schacht. Daarom moet veiligheidshalve altijd een tweede
persoon van buitenaf het naar binnen gaan controleren.
- Gevaar voor kantelen
- Het gevaar bestaat dat de schacht kantelt voordat de
bouwput wordt gevuld. Daarom mag de schacht pas
worden binnengegaan nadat de bouwput volledig gevuld
is.
4.1 Montage schachtsysteem
De bouwgrond moet met 30 cm steenslag worden verdicht
en horizontaal uitgelijnd. Daarop moet ca. 10 cm split worden
opgebracht. Nu wordt het schachtsysteem op het gehele
vlak geplaatst. Let hierbij op de plaats van de toevoer, de
ontluchtings- en lege kabelbuisleiding en de plaats van de
persleiding (zie paragraaf 4.2).
Het schachtsysteem moet met steenslag (grondgroep G1
volgens ATV-A127) in stappen van 30 cm worden opgevuld
en verdicht. Bij het bereiken van de aansluithoogten moeten
deze dienovereenkomstig worden aangesloten (vgl. paragraaf
„Aansluiting van de buisleidingen“).
Bij het inbouwen van de schachtsystemen moet op de
betreffende belastingsklasse worden gelet. Bij montage
in beloopbare vlakken (klasse A) en vlakken met
licht rijverkeer (klasse B) moet het uitstekende opzetstuk
worden ingetrild met de bodembedekking (zie afbeelding).
Bij inbouw in berijdbare vlakken (klasse D) moet een
draagplaat (hoogte = 150 mm ca. 2x2 m om het opzetstuk
worden gebetonneerd. Op aanvraag kan een
bekistings- en wapeningstekening beschikbaar worden
gesteld.
Bij inbouw in grondwater moet het schachtsysteem
worden beveiligd tegen opwaartse druk. Daartoe is
een versterkte
vloerplaat (af fabriek) tegen meerprijs nodig.
Alle aansluitingen moeten worden gecontroleerd op
dichtheid.
154