Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20 HOOFDSTUK 1. REKENEN MET MACHINES<br />
want h(x) = 2. Dus als we g(x) hebben, krijgen we g(x + 1) simpelweg door 2 bij g(x) op te<br />
tellen. Omdat g(x) = f(x + 1) − f(x), krijgen we dat f(x + 1) = f(x) + g(x). Dus, als we<br />
f(x) en g(x) hebben, krijgen we f(x + 1) door f(x) en g(x) bij elkaar op te tellen. Kortom,<br />
we kunnen de tabel voor f(0), f(1), f(2), f(3), . . . construeren vanuit de beginwaarden f(0) en<br />
g(0), met alleen optellen. Dat gaat als volgt.<br />
f(0) = 0 2 + 3 · 0 + 1 = 1<br />
g(0) = 2 · 0 + 4 = 4<br />
f(1) = f(0) + g(0) = 1 + 4 = 5<br />
g(1) = g(0) + h(0) = 4 + 2 = 6<br />
f(2) = f(1) + g(1) = 5 + 6 = 11<br />
g(2) = g(1) + h(1) = 6 + 2 = 8<br />
f(3) = f(2) + g(2) = 11 + 8 = 19<br />
In de volgende tabelvorm, met functiewaarden, eerste verschillen (V1) en tweede verschillen (V2),<br />
blijkt duidelijk hoe een tabel van waarden van f(x) gemaakt kan worden uit de beginwaarden<br />
1, 4 en 2, door herhaald optellen.<br />
x<br />
0<br />
1<br />
2<br />
3<br />
f(x)<br />
1<br />
5<br />
11<br />
19<br />
De waarde in de kolom van de tweede verschillen blijft constant. Het volgende verschil in kolom<br />
V1 is 8+2=10 en dan is f(4) = 19 + 10 = 29.<br />
In het algemeen geldt dat voor een n-de graads veelterm (of polynoom), dat wil zeggen een<br />
functie van de vorm<br />
anx n + an−1x n−1 + · · · + a1x + a0,<br />
de n-de verschillen constant zijn. Waardentabellen voor polynomen kunnen dus altijd met de<br />
differentiemethode worden geconstrueerd.<br />
Opdracht 1.13 Maak een verschiltabel voor de functie f(x) = x 2 − 3x + 7.<br />
De methode van verschiltabellen kan ook worden gebruikt om het volgende getal in een waardenreeks<br />
te raden. Als de waardenreeks begint met 0, 1, 4, 9, 16, dan zie je meteen dat de volgende<br />
waarde 25 moet zijn, omdat je ziet dat het gaat om waarden voor de functie f(x) = x 2 . Maar<br />
ook als je dit niet ziet, kun je er met de verschilmethode achterkomen wat de volgende waarde<br />
is. De verschilwaarden van de reeks 0, 1, 4, 9, 16 zijn immers 1, 3, 5, 7, en de verschillen van die<br />
V1<br />
4<br />
6<br />
8<br />
V2<br />
2<br />
2