Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
52 HOOFDSTUK 2. REKENEN EN REDENEREN<br />
deur 1<br />
Achter deze deur zit een prinses,<br />
en achter de andere deur een tijger.<br />
deur 2<br />
Achter een van de twee deuren<br />
zit een prinses,<br />
en achter de andere een tijger.<br />
De koning vertelt de gevangene dat een van de twee bordjes de waarheid vertelt,<br />
maar het andere niet. Als de koning de waarheid spreekt en de gevangene liever<br />
met de prinses trouwt dan door de tijger wordt opgegeten, welke deur moet hij dan<br />
openen?<br />
Probeer eerst eens zelf de oplossing te be<strong>redeneren</strong> voordat je verder leest.<br />
Informele Redenering Precies een van de twee bordjes is waar. Stel dus dat het bordje op<br />
deur 1 waar is. Dan zit achter deur 1 een prinses en achter deur 2 een tijger te wachten. Dat<br />
maakt het bordje op deur 2 ook waar, maar dat kan niet, want de koning zei dat er maar een van<br />
de twee bordjes waar was. We hebben dus een tegenspraak. Hieruit kunnen we concluderen dat<br />
het bordje op deur 1 onwaar is en het bordje op deur 2 waar, dat wil zeggen: achter een van de<br />
deuren zit een prinses en achter de andere een tijger. Omdat het bordje op deur 1 onwaar is, kan<br />
het niet zo zijn dat de prinses achter deur 1 zit en de tijger achter deur 2, de enige mogelijkheid<br />
is dus dat de prinses achter deur 2 zit en de tijger achter deur 1. De gevangene doet er dus<br />
verstandig aan deur 2 te openen.<br />
Formele Redenering Nu gaan we het probleem met behulp van onze logische notatie formaliseren<br />
en oplossen. Er zijn vier mogelijke situaties, want achter elke deur kan of een prinses of<br />
een tijger zitten. Laat p1 staan voor ‘Er zit een prinses achter deur 1’, en laat p2 staan voor<br />
‘Er zit een prinses achter deur 2’. De vier mogelijke situaties komen dan overeen met de vier<br />
mogelijke toekenningen van waarheidswaarden aan deze twee beweringen. De bewering op deur<br />
1 kunnen we nu opschrijven als<br />
d1 : p1 ∧ ¬p2,<br />
terwijl de bewering op deur 2 te schrijven valt als<br />
d2 : (p1 ∨ p2) ∧ (¬p1 ∨ ¬p2),