Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
24 HOOFDSTUK 1. REKENEN MET MACHINES<br />
machines; de Z1 van Zuse nam een flink deel van zijn huiskamer in beslag en machines met<br />
duizenden buizen konden manshoog en meters breed zijn. Ze waren vaak ook ontworpen met<br />
het oog op een bepaalde toepassing, bijvoorbeeld het oplossen van stelsels vergelijkingen.<br />
De Tweede Wereldoorlog leidde tot een sterke<br />
interesse in snelle computers voor militaire toepassingen.<br />
In dat kader werd in Amerika de<br />
ENIAC (Electronic Numerical Integrator and<br />
Computer) gebouwd. De machine, die bestond<br />
uit zo’n 18.000 buizen en 30.000 kilo woog, was<br />
klaar in 1945.<br />
Hoewel de ENIAC veel sneller was dan andere computers uit die tijd, was het ontwerp in een<br />
aantal opzichten minder revolutionair dan de machines van Zuse en Atanasoff. De machine<br />
werkte dan wel met buizen, maar die stonden in dienst van decimaal <strong>rekenen</strong>. Zo werd bijvoorbeeld<br />
het cijfer 7 gerepresenteerd door een rijtje van tien binaire schakelaars waarvan de zevende<br />
in één stand stond en de overige in de andere stand.<br />
Opdracht 1.15 1. Als 10 vacuümbuizen worden gebruikt voor het opslaan van één cijfer,<br />
hoeveel buizen zijn dan nodig om getallen van 0 tot en met 999 op te slaan?<br />
2. Hoeveel procent van alle mogelijke combinaties met dit aantal buizen representeert daadwerkelijk<br />
een getal?<br />
3. Hoeveel buizen zouden nodig zijn als de getallen binair worden opgeslagen, en men getallen<br />
van 0 tot en met 999 wil kunnen opslaan?<br />
Nog voordat de ENIAC af was, werd al gewerkt aan zijn opvolger. Het ontwerp van de EDVAC<br />
(Electronic Discrete VAriable Computer) werd in 1945 beschreven door John von Neumann<br />
(1903–1957). Dit rapport wordt gezien als de theoretische basis voor het ontwerp van de moderne<br />
computer. Niet alleen werden de voordelen van binair <strong>rekenen</strong> erkend, maar ook werd voor het<br />
eerst voorgesteld het programma zelf in het geheugen van de computer op te slaan (het concept<br />
van stored program)). Tot dan werd (het uitvoeren van) een programma gestuurd van buitenaf<br />
door het vooraf instellen van bepaalde elektrische verbindingen. Aan het eind van de jaren<br />
veertig werden de eerste computers met programmaopslag gebouwd.<br />
Al deze computers waren rekenmachines, met als functie het be<strong>rekenen</strong> van (soms heel bepaalde)<br />
wiskundige formules. Een uitzondering hierop vormde de Colossus, een machine die in<br />
de Tweede Wereldoorlog in Engeland werd gebouwd voor het kraken van Duitse, gecodeerde<br />
communicatie. De machine was gebouwd met buizen, maar er werden logische bewerkingen mee<br />
uitgevoerd.<br />
1.4.4 Transistors en Chips<br />
De uitvinding in de jaren veertig van de transistor als vervanger voor de vacuümbuis had een<br />
aantal grote voordelen. Een buis was een centimetershoge cilinder, een transistor was iets groter<br />
dan de kop van een lucifer. Buizen waren van glas en dus kwetsbaar, een transistor had een<br />
hard omhulsel.