31.07.2013 Views

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.4. LOGICA: REDENEREN = REKENEN 49<br />

p als ook q waar zijn. De zin ‘Het regent en het waait’ zal onwaar zijn als het niet regent of<br />

als het niet waait, en dus is de zin alleen waar als de zinnen ‘Het regent’ en ‘Het waait’ allebei<br />

waar zijn. De disjunctie kun je op een soortgelijke manier uitleggen: ‘Het regent of het waait’<br />

is alleen onwaar als het niet regent en niet waait. Dit houdt dus in dat, als het zowel regent als<br />

waait, de zin waar is.<br />

Nu de implicatie. Stel dat ik beweer ‘Als het bliksemt, dondert het’, dan kunnen we dit<br />

opschrijven als p → q. Als jij wilt aantonen dat deze bewering onwaar is, moet je volgens<br />

de waarheidstabel een situatie vinden waar er bliksem is (p is waar), maar geen donder (q is<br />

onwaar). Verder is dit de enige manier om de onwaarheid van p → q aan te tonen (in alle andere<br />

rijtjes van de waarheidstabel staat immers een 1)! Als jij me bijvoorbeeld op een situatie wijst<br />

waar er donder is maar geen bliksem, volgt hieruit niet dat de zin ‘Als het bliksemt, dondert<br />

het’ onwaar moet zijn, want deze zin beweert alleen iets voor gevallen waar er wel bliksem is.<br />

Met behulp van de waarheidstabellen kun je nu ook de waarheidswaarde (het waar of onwaar<br />

zijn) van ingewikkelder formules of beweringen uit<strong>rekenen</strong>. De zin ‘Als de zon schijnt, gaat Joost<br />

naar het strand, anders naar het zwembad’ kunnen we vrij makkelijk naar onze logische taal<br />

vertalen met de volgende vertaalsleutel.<br />

a De zon schijnt.<br />

b Joost gaat naar het strand.<br />

c Joost gaat naar het zwembad.<br />

De corresponderende formule is (a → b) ∧ (¬a → c), en de waarheidstabel kun je als volgt<br />

construeren.<br />

a b c a → b ¬a ¬a → c (a → b) ∧ (¬a → c)<br />

0 0 0 1 1 0 0<br />

0 0 1 1 1 1 1<br />

0 1 0 1 1 0 0<br />

0 1 1 1 1 1 1<br />

1 0 0 0 0 1 0<br />

1 0 1 0 0 1 0<br />

1 1 0 1 0 1 1<br />

1 1 1 1 0 1 1<br />

Kort samengevat: in situaties met Joost bij zonneschijn aan het strand is de zin waar, in situaties<br />

zonder zon met Joost in het zwembad ook, en in alle andere situaties is de zin onwaar.<br />

Hier is een wat ingewikkelder voorbeeld. Stel Saskia is met Jaap aan het kaarten, en in de<br />

loop van het spel doet zij de volgende bewering. ‘Jaap heeft een aas als hij niet een heer of een<br />

boer heeft’. Wanneer is deze bewering waar? Merk op dat er een ambiguïteit in deze bewering<br />

zit, dat wil zeggen, er zijn twee mogelijke interpretaties.<br />

• Volgens de eerste interpretatie wordt er beweerd dat Jaap een aas heeft als hij (1) geen<br />

heer heeft, of (2) een boer heeft.<br />

• Volgens de tweede interpretatie heeft Jaap een aas als het niet het geval is dat hij een heer<br />

of een boer heeft.<br />

Deze ambiguiteit komt tevoorschijn als je de zin naar onze logische taal vertaalt, met de volgende<br />

vertaalsleutel. a: Jaap heeft een aas, b: Jaap heeft een boer, en h: Jaap heeft een heer. Je<br />

zou de zin nu misschien als ¬b ∨ h → a willen vertalen, maar deze formule is dan even ambigu

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!