31.07.2013 Views

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.4. LOGICA: REDENEREN = REKENEN 55<br />

nut van waarheidstabellen heeft begrepen, gaat hij zelfverzekerd aan de slag en produceert het<br />

volgende.<br />

p1 p2 d1 d2 d1 → d2<br />

0 0 0 0 1<br />

0 1 0 1 1<br />

1 0 1 1 1<br />

1 1 0 0 1<br />

Wat valt hier nu uit te concluderen? De waarheidstabel laat zien dat de formule d1 → d2, of<br />

helemaal uitgeschreven<br />

(p1 ∧ ¬p2) → ((p1 ∨ p2) ∧ (¬p1 ∨ ¬p2)),<br />

in elke situatie waar is. Zo’n formule noemt men in de logica een tautologie. In een waarheidstabel<br />

herken je een tautologie dus aan het feit dat er in elk rijtje van de kolom van de formule een 1<br />

staat. Je kon in het voorbeeld zien dat de koning door het uiten van de tautologie d1 → d2 geen<br />

enkele informatie geeft over de werkelijke situatie, omdat zijn uiting in elke situatie waar is; dit<br />

geldt voor tautologieën in het algemeen.<br />

Opdracht 2.17 Er is trouwens ook een verband tussen de noties van tautologie en logisch gevolg:<br />

B is een logisch gevolg van A precies dan als de formule A → B een tautologie is. Kun je<br />

be<strong>redeneren</strong> waarom dit zo is?<br />

Opdracht 2.18 Ga met waarheidstabellen na welke formules tautologieën zijn.<br />

1. p → (q ∨ p)<br />

2. (p → q) → (p → ¬r)<br />

3. ¬(p ∨ q) ↔ (¬p ∧ ¬q)<br />

Als de gevangene beseft dat hij in feite geen enkele informatie van de koning heeft gekregen<br />

vraagt hij de koning opnieuw om hem iets over de waarheid of onwaarheid van de bordjes te<br />

vertellen. De koning bedenkt nu dat het toch wel billijk is de gevangene ten minste een kleine<br />

hint te geven, en hij zegt: ‘De bordjes op de twee deuren zijn niet allebei waar.’ Weer gaat de<br />

gevangene aan de slag: Als de koning de waarheid spreekt moet dus de formule ¬(d1 ∧ d2) waar<br />

zijn. Hij maakt opnieuw een waarheidstabel (kijk nog maar even niet naar de laatste kolom).<br />

p1 p2 d1 d2 ¬(d1 ∧ d2) ¬p2 → ¬p1<br />

0 0 0 0 1 1<br />

0 1 0 1 1 1<br />

1 0 1 1 0 0<br />

1 1 0 0 1 1<br />

De enige situatie die de bewering van de koning uitsluit (0 in de waarheidstabel) is de situatie<br />

met een prinses achter deur 1 en een tijger achter deur 2. De beste strategie voor de gevangene<br />

zou dus zijn om deur 2 te openen. Het zou kunnen dat hij dan nog steeds een tijger ontmoet,<br />

maar in dat geval had er achter deur 1 ook een tijger gezeten. De twee formules ¬p2 → ¬p1 en<br />

¬(d1 ∧ d2) zijn in feite (logisch) equivalent, dat wil zeggen: zij hebben dezelfde waarheidswaarde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!