Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
Denkende Machines -- Computers, rekenen, redeneren - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.4. LOGICA: REDENEREN = REKENEN 53<br />
dat wil zeggen: er is een prinses in kamer 1 of 2, en er is een tijger (en dus: geen prinses) in<br />
kamer 1 of 2. Laten we deze twee formules afkorten als respectievelijk d1 en d2. De koning zegt<br />
nu dat precies een van de twee bordjes waar moet zijn, dus (d1 ∧ ¬d2) ∨ (d2 ∧ ¬d1) of zonder<br />
afkortingen<br />
d1<br />
<br />
( (p1 ∧ ¬p2) ∧¬ ((p1 ∨ p2) ∧ (¬p1 ∨ ¬p2)))<br />
∨(((p1 ∨ p2) ∧ (¬p1 ∨ ¬p2)) ∧¬ (p1 ∧ ¬p2) )<br />
<br />
d2<br />
is waar.<br />
Nadat we het probleem naar de formele taal hebben vertaald, is de vraag nu: in welke<br />
situaties is deze formule waar? De waarheidstabel voor de formule geeft het antwoord:<br />
p1 p2 d1 d2 (d1 ∧ ¬d2) ∨ (d2 ∧ ¬d1)<br />
0 0 0 0 0<br />
0 1 0 1 1<br />
1 0 1 1 0<br />
1 1 0 0 0<br />
Es is dus maar één situatie waarin de koning de waarheid vertelt, regel 2 van de waarheidstabel,<br />
de situatie waarin de tijger achter deur 1 zit en de prinses achter deur 2.<br />
Zoals gezegd, geeft de waarheidstabel het gedrag van het circuit op alle mogelijke invoeren<br />
weer, en je kunt dus het circuit als hardware oplossing voor het prinses/tijger-probleem beschouwen.<br />
Probeer alle vier mogelijke stroom aan/uit toestanden voor de twee invoerdraden, en als<br />
er op de uitvoerdraad stroom is heb je de oplossing gevonden.<br />
Opdracht 2.15 Probeer met behulp van waarheidstabellen te ontdekken achter welke deur een<br />
prinses zit, gegeven de informatie:<br />
1.<br />
2.<br />
deur 1<br />
In minstens een van de twee<br />
kamers zit een prinses.<br />
d2<br />
d1<br />
deur 2<br />
In de andere kamer<br />
zit een tijger.<br />
De koning vertelt je dat de bordjes beide waar of beide onwaar zijn.<br />
deur 1<br />
Een of twee van de volgende uitspraken<br />
zijn waar:<br />
(a) Er zit een tijger in deze kamer.<br />
(b) Er zit een prinses in de andere<br />
kamer.<br />
deur 2<br />
In de andere kamer<br />
zit een prinses.<br />
De koning vertelt je dat de bordjes beide waar of beide onwaar zijn.