Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
THEORETISCH KADER<br />
1. Waarom dreigt overbelasting <strong>van</strong> mantelzorgers?<br />
Dit hoofdstuk gaat allereerst in op de concepten (mantel)zorg en (over)belasting. Vervolgens komt<br />
de dreigende overbelasting <strong>van</strong> mantelzorg aan de orde.<br />
1.1 Zorg<br />
Zorg (en daarmee mantelzorg) wordt vooral geassocieerd met directe praktische handelingen zoals<br />
wassen, boodschappen doen en koken. Zorg is echter een veelomvattend concept. Deze paragraaf<br />
beschrijft wat onder zorg verstaan kan worden.<br />
Zorg werd aan het begin <strong>van</strong> de twintigste eeuw gezien als een activiteit die als <strong>van</strong>zelf‐<br />
sprekend door vrouwen werd verricht. Vanaf de jaren zestig werd de <strong>van</strong>zelfsprekendheid <strong>van</strong> het<br />
zorgen door vrouwen ter discussie gesteld door de vrouwenbeweging en vrouwenstudies. In eerste<br />
instantie kwam dit tot uiting in theorieën over huishoudelijke arbeid. Deze onbetaalde arbeid gaf<br />
vrouwen een plaats in de kapitalistische arbeidsverdeling. Vrouwen namen <strong>van</strong> nature en uit liefde<br />
de huishoudelijke arbeid voor hun rekening en hoorden dat ook te doen. Gelijktijdig werd de<br />
verantwoordelijkheid voor deze activiteit opgevat als onderdrukkend, aangezien het vrouwen zou<br />
belemmeren in hun persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke mogelijkheden (Gremmen, 1995).<br />
In de jaren tachtig <strong>van</strong> de twintigste eeuw werd zorg opgevat als een relationele praktijk.<br />
Zorg werd beschouwd als een belangrijk aspect <strong>van</strong> de vrouwelijke identiteit. Zorg is een activiteit<br />
<strong>van</strong> vrouwen waardoor zij geaccepteerd worden en door middel waar<strong>van</strong> zij het gevoel hebben een<br />
plaats in de samenleving te hebben. In lijn met deze opvatting werd zorg een ‘labour of love’<br />
genoemd. Deze formulering omvat twee belangrijke elementen <strong>van</strong> zorg: zorg als een activiteit en<br />
zorg als een emotie (Graham, 1983). In de jaren negentig <strong>van</strong> de twintigste eeuw komen weten‐<br />
schappers echter tot het inzicht dat mensen niet alleen uit ‘liefde’ voor elkaar zorgen, maar ook uit<br />
plichtsgevoel, medelijden en gewoonte (Gremmen, 1995). Fisher en Tronto (1990) introduceren zorg<br />
als een sociale praktijk. Tronto (1993, p. 103) definieert zorg als volgt:<br />
a species activity that includes everything we do to maintain, continue or repair our ‘world’ so that we<br />
can live in it as well as possible. That world includes our bodies, our selves, and our environments, all<br />
of which we seek to interweave in a complex, lifesustaining web.<br />
Tronto’s definitie is veelomvattend. Het verwijst naar zorg als het handhaven, het continueren en het<br />
herstellen <strong>van</strong> onszelf en <strong>van</strong> anderen, in lichamelijke en sociaal‐emotionele zin, en <strong>van</strong> onze omge‐<br />
ving. Het begrip zorg verwijst in Tronto’s visie naar praktische handelingen, maar ook naar mentale<br />
handelingen. Zorg kan gezien worden als een proces dat bestaat uit vier onderling samenhangende<br />
fasen:<br />
1. ‘Zorgen om’ (‘caring about’): het herkennen <strong>van</strong> de zorgbehoefte en erkennen dat er zorg<br />
nodig is. Deze eerste mentale fase vereist aandacht voor en betrokkenheid op anderen, hun<br />
situatie en hun behoeften (‘attentiveness’).<br />
2. ‘Zorgen voor’ (‘taking care of’): bepalen hoe adequaat gereageerd kan worden op de waar‐<br />
genomen zorgbehoefte. (Iemand anders inschakelen is ook mogelijk.) Deze mentale fase ver‐<br />
onderstelt een gevoel <strong>van</strong> agency en verantwoordelijkheid in het zorgproces (‘responsibili‐<br />
ty’).<br />
3. ‘Zorg verlenen’ (‘care‐giving’): het direct en op praktisch niveau tegemoet komen aan de<br />
zorgbehoefte. In deze derde fase in het zorgproces zijn vaardigheden (‘competence’) vereist.<br />
4. ‘Zorg ont<strong>van</strong>gen’ (‘care‐receiving’): het reageren <strong>van</strong> de zorgont<strong>van</strong>ger op de ont<strong>van</strong>gen zorg.<br />
Deze laatste fase vereist een reactie <strong>van</strong> de zorgont<strong>van</strong>ger op de zorg (‘responsiveness’) om<br />
te kunnen beoordelen of de zorg adequaat aansluit op de behoefte.<br />
6