Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het POM‐aanbod. Om deze reden ontbreken enkele gegevens over de context <strong>van</strong> de respondent en is<br />
de respondent bij sommige analyses buiten beschouwing gelaten. De overige data <strong>van</strong> de respondent<br />
biedt aanvullend inzicht in de ervaring, uitkomsten en waardering <strong>van</strong> het POM‐aanbod en is daarom<br />
meegenomen in de evaluatie.<br />
Overzicht per onderzoeksvraag<br />
Onderzoeksvraag I: In hoeverre is bij POM sprake <strong>van</strong> vroegtijdige opsporing <strong>van</strong> mantelzorgers <strong>van</strong><br />
mensen met psychische problemen?<br />
Om te onderzoeken in hoeverre bij POM sprake is <strong>van</strong> vroegtijdige opsporing <strong>van</strong> mantelzorgers <strong>van</strong><br />
mensen met psychische problemen zijn ten eerste gegevens verzameld over de mate <strong>van</strong> ervaren<br />
belasting <strong>van</strong> de respondenten. Data over de ervaren belasting betreft EDIZ‐scores en de ervaren<br />
belasting volgens de respondenten. Daarnaast zijn gegevens verzameld over het zorgverloop en de<br />
beleving <strong>van</strong> het stadium <strong>van</strong> het POM‐aanbod.<br />
Onderzoeksvraag II: In hoeverre neemt POM belemmeringen weg voor het inschakelen <strong>van</strong> ondersteuning<br />
bij mantelzorgers <strong>van</strong> mensen met psychische problemen?<br />
Om te onderzoeken in hoeverre POM belemmeringen wegneemt voor het inschakelen <strong>van</strong><br />
ondersteuning zijn ten eerste gegevens verzameld over uitkomsten <strong>van</strong> het POM‐aanbod voor de<br />
respondenten (wat heeft POM voor de respondenten betekend? welke ondersteuning is gebruikt<br />
naar aanleiding <strong>van</strong> het POM) en redenen waarom respondenten geen ondersteuning hebben<br />
ingeschakeld naar aanleiding <strong>van</strong> het POM‐aanbod. Ten tweede is nagegaan in hoeverre POM<br />
belemmeringen wegneemt op het gebied <strong>van</strong> 'willen', 'weten', 'kunnen' en ‘voorbereiding’ bij het<br />
inschakelen <strong>van</strong> ondersteuning. Ten derde is nagegaan in hoeverre aspecten <strong>van</strong> POM – het geven<br />
<strong>van</strong> erkenning, het in kaart brengen <strong>van</strong> de ervaren belasting, knelpunten en ondersteunings‐<br />
behoeften en het geven <strong>van</strong> inzicht in ondersteuningsmogelijkheden – bijdragen aan het wegnemen<br />
<strong>van</strong> belemmeringen voor het inschakelen <strong>van</strong> ondersteuning. De opbouw <strong>van</strong> deze dataverzameling<br />
wordt beschreven in onderstaande tekst.<br />
Allereerst werd gevraagd of de respondent zelf iets kon vertellen over wat POM hem/haar<br />
heeft opgeleverd. Daarnaast werd gevraagd wat de verschillende elementen <strong>van</strong> POM de respondent<br />
heeft opgeleverd. Vervolgens werd aan de respondent gevraagd of hij/zij iets heeft ondernomen als<br />
vervolg op het POM‐gesprek, wat en waarom. Afhankelijk <strong>van</strong> het antwoord <strong>van</strong> de respondent werd<br />
gevraagd of zij naar aanleiding <strong>van</strong> het gesprek ondersteuning hebben ingeschakeld, voor‐<br />
bereidingen hebben getroffen voor het gebruik maken <strong>van</strong> ondersteuning, overwogen hebben om<br />
ondersteuning in te schakelen; wat en waarom. Verder werd gevraagd in hoeverre de respondent het<br />
gevoel/idee had dat er iets moest veranderen; wat en waarom. Ook werd gevraagd of de<br />
respondenten op dit moment knelpunten ervaren. Indien bevestigend werd geantwoord, werd<br />
gevraagd of de respondent daar ondersteuning voor inschakelt; wat en waarom.<br />
Om na te gaan in hoeverre de verschillende elementen de beoogde uitkomsten hebben<br />
behaald, werd de respondent na bovenstaande vragen vier uitspraken voorgelegd. De respondent<br />
werd gevraagd bij elk <strong>van</strong> deze uitspraken aan te geven in hoeverre die op hem/haar <strong>van</strong> toepassing<br />
is (helemaal niet, nauwelijks, neutraal, enigszins, helemaal) en dit antwoord toe te lichten. De<br />
uitspraken zijn: (1) Het POM‐gesprek gaf mij erkenning en waardering, (2) Het gebruik <strong>van</strong> de EDIZ‐<br />
vragenlijst gaf mij inzicht in mijn belasting, (3) In het POM‐gesprek kwamen mijn knelpunten en<br />
ondersteuningsbehoeften naar voren en (4) De schriftelijke informatie gaf mij inzicht in onder‐<br />
steuningsmogelijkheden.<br />
Bij de afronding <strong>van</strong> het interview werd gevraagd of de respondent denkt dat POM bijdraagt<br />
aan het voorkomen <strong>van</strong> overbelasting; waarom. Bovendien werd gevraagd of de respondenten het na<br />
POM makkelijker vinden om tijdig hulp in te schakelen; waarom. Verder werd gevraagd of de<br />
respondent anders is gaan aankijken tegen het gebruik <strong>van</strong> ondersteuning (‘framing'), door POM<br />
meer geneigd is om ondersteuning te vragen ('willen'), door POM meer op de hoogte is <strong>van</strong><br />
mogelijkheden voor ondersteuning voor zichzelf (‘weten’) en door POM ondersteuning heeft<br />
gevonden dat aansluit op zijn/haar behoeften (‘kunnen’).<br />
34