Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dat zij er al zoveel <strong>van</strong> af wist (R2). De tweede respondent die ‘neutraal’ tegenover de meegekregen<br />
schriftelijke informatie stond, gaf als reden dat zij de folders wel had doorgekeken, maar dat het niet<br />
zo'n indruk had gemaakt dat ze dacht “dit ga ik bewaren” (R4).<br />
Van twee respondenten is geen score bekend, maar is wel ingegaan op de waardering <strong>van</strong> de<br />
meegekregen schriftelijke informatie. Het betreft de ouders <strong>van</strong> een zorgont<strong>van</strong>ger. Uit het interview<br />
blijkt een verschil in hoe de schriftelijke informatie is ont<strong>van</strong>gen. De moeder (R7) vindt dat zij te veel<br />
folders hebben gekregen. De diagnose was nog onbekend en zij waardeert het niet dat <strong>van</strong> eventuele<br />
stoornissen een folder is meegegeven.<br />
We hebben folders gekregen over allerlei diagnoses en dan denk ik: ‘waarom moet er gelijk zo’n<br />
diagnose op?’. Dat vind ik wel hard om dat zo onder ogen te zien. Dat wilde ik helemaal niet. Nu nog<br />
niet (Respondent 7).<br />
Ook is naar haar mening het moment waarop andere folders (folders over ondersteuning voor de<br />
zorgont<strong>van</strong>ger na de opname) werden meegegeven niet geschikt, aangezien de zorgont<strong>van</strong>ger in die<br />
fase nog opgenomen was. Haar echtgenoot, daarentegen, vindt het terecht dat zij die totale stapel<br />
folders op dat moment hebben gekregen. Hij geeft aan dat hij nu op de hoogte is <strong>van</strong> beschikbare<br />
hulp voor de zorgont<strong>van</strong>ger, waar zij eventueel achteraan kunnen (R8).<br />
9.3.5 Element: telefonische followup<br />
Wat vindt u <strong>van</strong> de telefonische follow‐up?<br />
R slecht matig neutraal redelijk goed<br />
1 x<br />
2 x<br />
3 x<br />
4 x<br />
5 x<br />
6 x<br />
7 x<br />
8 x<br />
9 x<br />
10 x<br />
11 x<br />
12 x<br />
13 x<br />
De telefonische follow‐up wordt door de meeste respondenten gewaardeerd als ‘goed’. De drie<br />
overige respondenten beoordelen de telefonische follow‐up als ‘matig’. Een echtpaar beoordeelt de<br />
telefonische follow‐up als ‘matig’ omdat zij niet bereikt zijn door de POM‐medewerker (R7‐R8). De<br />
andere respondent geeft aan dat ze het wel fijn vond dat de POM‐medewerker terugbelde, maar dat<br />
ze persoonlijk denkt dat de POM‐medewerker er meer bovenop moet zitten (R5). Deze respondent<br />
heeft destijds geen ondersteuning ingeschakeld en in het interview zegt ze dat ze te lang heeft<br />
gewacht met het inschakelen <strong>van</strong> ondersteuning voor zichzelf.<br />
Die meneer had ook gezegd: 'als het niet gaat, dan moet je wel hulp zoeken'. Twee weken later<br />
belde hij ook inderdaad terug en ik zeg: 'ja, ik ga wel hulp zoeken'. Maar dan is het toch weer<br />
telefonisch en eigenlijk denk ik dat ze er wat meer bovenop zouden moeten zitten. […] Het is wel fijn<br />
dat hij twee weken later terugbelt en zeg dat ik dan dus inderdaad hulp moet gaan zoeken, maar<br />
verder is er ook niet meer gebeld of ik dat inderdaad heb gedaan. Het blijft bij dat gesprek <strong>van</strong> een<br />
uur en dat telefoontje blijft het. En ik kan gerust tegen hem zeggen: 'ja, ik heb hulp gezocht' en als<br />
ik het niet heb gedaan dan is er ook geen haai die er naar kraait. Maar goed dat is natuurlijk mijn<br />
eigen verantwoordelijkheid. […] Nu heb ik gewoon een paar maanden te lang gewacht. […] Ik had<br />
het eigenlijk meteen al moeten doen (Respondent 5).<br />
Echter, onder de respondenten die de telefonische follow‐up als ‘goed’ waardeert, bevindt zich een<br />
respondent die als reden geeft dat de POM‐medewerker haar zodanig echt volgde (R6):<br />
66