Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Evaluatie van Preventieve Ondersteuning ... - Trimbos-instituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Ondersteuning</strong> op het gebied <strong>van</strong> ‘kunnen’<br />
POMmedewerker als ondersteuningsdienst<br />
Twee respondenten hebben na het reguliere POM‐aanbod zelf contact opgenomen met de POM‐<br />
medewerker voor verdere vragen (R3, R12). In beide gevallen hebben de respondenten de POM‐<br />
medewerker geraadpleegd voor een knelpunt besproken dat na het reguliere POM‐aanbod tot uiting<br />
kwam. De ondersteuning <strong>van</strong> de POM‐medewerker varieerde <strong>van</strong> een persoonlijk gesprek (R3) tot<br />
het verschaffen <strong>van</strong> informatie via de telefoon (R12). Eén respondent had bijvoorbeeld vragen over<br />
een financiële tegemoetkoming. De POM‐medewerker heeft naar aanleiding <strong>van</strong> haar vragen contact<br />
gehad met maatschappelijk werk en vervolgens telefonisch bevestigd dat de aanvraag <strong>van</strong> een<br />
financiële tegemoetkoming via de casemanager <strong>van</strong> de zorgont<strong>van</strong>ger loopt (R12).<br />
8.2.4 Voorbereiding<br />
Als de drempels ‘weten’, ‘willen’ en ‘kunnen’ weggenomen zijn, kunnen zich vervolgens in de<br />
voorbereiding <strong>van</strong> het inschakelen <strong>van</strong> ondersteuning andere belemmeringen voordoen. In deze<br />
paragraaf worden eerst deze belemmeringen beschreven. Vervolgens wordt beschreven op welke<br />
wijze POM respondenten heeft ondersteund bij de voorbereiding <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> ondersteuning.<br />
Belemmeringen op het gebied <strong>van</strong> ‘voorbereiding’<br />
Geen onderling contact tussen POMmedewerker en ondersteuningsdiensten<br />
Een respondent vertelt dat ze het als vervelend heeft ervaren dat er geen onderling contact was<br />
tussen de POM‐medewerker en de behandelend arts <strong>van</strong> de zorgont<strong>van</strong>ger. De respondent was<br />
ontevreden over haar betrokkenheid bij de behandeling en moest dit na het POM‐gesprek tot haar<br />
spijt nogmaals aan een andere hulpverlener uitleggen, terwijl onderling contact deze belemmering<br />
had kunnen wegnemen (R3):<br />
De POMmedewerker is er echt voor de mantelzorgers. De POMmedewerker en de psychiaters voor<br />
de patiënt hebben onderling blijkbaar geen contact. Dus toen gaf hij mij het advies dat ik ook naar<br />
de vertrouwensarts kan bellen als ik gewoon een onafhankelijk gesprek wil. Dat is het enige wat ik<br />
als vervelend heb ervaren. Dat ik dacht: ‘gadverdamme, nu had ik het heel prettig gevonden als er<br />
onderling contact was geweest’ […], want ik had nu het idee dan moet ik het weer opnieuw bij<br />
iemand gaan uitleggen en het is allemaal zo emotioneel (Respondent 3).<br />
Een andere respondent vindt het een belemmering dat ze zelf de ondersteuning moest regelen na het<br />
POM‐aanbod en dat de POM‐medewerker geen afspraak voor haar kon maken (R5):<br />
Ze regelen dat niet voor je. Je moet het dus gewoon allemaal zelf doen. Het is echt puur dat ene<br />
gesprek en eigenlijk heb je daar dus weinig aan. […] Als hij tegen me had gezegd: ‘hier zit die en die<br />
en ik wil wel vragen of die tijd voor je heeft. Wil je daar een afspraak?’ Dan had ik ‘ja’ gezegd. […]<br />
Dan had ik niet zo lang gewacht als nu. Nu heb ik gewoon een paar maanden te lang gewacht<br />
(Respondent 5).<br />
Hulpverleners <strong>van</strong> zorgont<strong>van</strong>ger<br />
Een respondent vertelt dat ze bij het inschakelen <strong>van</strong> extra ondersteuning voor de zorgont<strong>van</strong>ger<br />
werd belemmerd door de hulpverleners <strong>van</strong> de zorgont<strong>van</strong>ger (R12):<br />
Niemand heb mij willen horen. Nooit. Mijn leven lang niet. Ik heb elke keer zijn casemanager gebeld.<br />
‘Het gaat niet goed met [naam zorgont<strong>van</strong>ger]. Ik zie het aan hen. Hij is anders, zus en zo.’ ‘Ja, de<br />
enkele keer dat hij komt ook. Eerder kwam hij op elke afspraak en nu niet meer.’ En ik heb ook elke<br />
keer gebeld naar [naam begeleidster BZW], die elke week een uurtje kwam. ‘Ja, ik heb hem <strong>van</strong> de<br />
zomer gebeld, maar zijn telefoon is afgesneden.’ Ik zeg: ‘ja, dat klopt’. ‘Ja, en zijn mobiel neemt hij<br />
niet op’. Ik zeg: ‘ja, dat klopt want die heeft hij steeds niet’. Hij kreeg steeds <strong>van</strong> ons een mobieltje,<br />
maar elke keer kwijt, accu kapot. En dus zeg ik: ‘[naam begeleidster BZW], het gaat niet goed met<br />
hem’. ‘Ja, ik heb ook een brief geschreven maar hij komt niet, ik weet het niet’. Maar niemand<br />
ondernam iets (Respondent 12).<br />
56