Proefschrift Crisis in aantocht! - Onderzoek - Hogeschool Utrecht
Proefschrift Crisis in aantocht! - Onderzoek - Hogeschool Utrecht
Proefschrift Crisis in aantocht! - Onderzoek - Hogeschool Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Door strategieën <strong>in</strong> te zetten, laat de rector het volgende tweede <strong>in</strong>teractionele<br />
probleem zien:<br />
6.3.2 Interactioneel probleem 2:<br />
Toevallig zie ik het zo, maar dit is<br />
een feitelijk bestaand probleem<br />
De rector moet met persoonlijke ervar<strong>in</strong>gen komen om aan te tonen dat<br />
hij het probleem kent, maar hij moet tegelijkertijd laten zien dat hij part<br />
noch deel heeft aan het probleem. Hijzelf heeft deze situatie niet geschapen,<br />
zonder hem bestaat het probleem ook. Sjamaar zorgt er <strong>in</strong> zijn presentatie<br />
van de situatie voor dat het gaat om een feitelijk bestaand, maar<br />
onderschat probleem. Zijn strategieën duiden daarbij op het <strong>in</strong>teractionele<br />
probleem dat hoe meer hij tracht de crisis aan te tonen, hoe meer het toch<br />
over hem gaat. Daardoor kan de <strong>in</strong>druk ontstaan dat zijn observatie vooral<br />
subjectief is en bevooroordeeld. Hij moet dus met bewijzen komen, de<br />
omgev<strong>in</strong>g zien te overtuigen. Tegelijkertijd kan hij als klokkenluider niet<br />
een crisis aankaarten op basis van louter harde en objectieve academische<br />
onderzoeksgegevens: hij heeft daarbij zijn eigen ervar<strong>in</strong>g als <strong>in</strong>breng nodig<br />
(zie ook hoofdstuk 3). Hij moet aantonen waar het probleem over gaat,<br />
maar het moet niet alleen aan hem liggen. De rector tracht dit <strong>in</strong>teractionele<br />
probleem op te lossen door te laten zien dat het probleem niet over<br />
zijn specifieke situatie gaat. Het bestond al eerder en het is groter dan zijn<br />
situatie, ‘ook los van mij is het er’, ofwel, ‘dit is een feitelijk bestaand probleem.<br />
De feiten die hij aandraagt zijn zo sterk – staan op zichzelf – dat ook<br />
ieder ander tot deze conclusie moet komen <strong>in</strong> zijn of haar situatie.<br />
De rector toont de geldigheid van het probleem aan en construeert zijn<br />
bijdrage zo dat hij het nu toevallig is die dit ziet en zegt, maar ieder ander<br />
had dit ook kunnen zien. Hij ziet hier als ervar<strong>in</strong>gskundige wat er aan de<br />
hand is. Vanuit deze ervar<strong>in</strong>g is hij ook betrokken bij de situatie. Tegelijkertijd<br />
ziet hij dat deze situatie als iets wat los van hem bestaat.<br />
Ik bekijk hieronder of de kranten zich richten op de geïdentificeerde strategieën<br />
van de rector. Behandelt de door mij geanalyseerde respons zijn<br />
bijdrage als een feitelijk bestaand probleem en houden ze de rector daarbij<br />
buiten schot?<br />
97