12.07.2015 Views

Onderzoek naar afstandsmoeders

Onderzoek naar afstandsmoeders

Onderzoek naar afstandsmoeders

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

esluitvorming moet worden vermeden, zo luidt het uitgangspunt van dehulpverlening laat staan dat het ‘overnemen’ van de besluitvorming wenselijkwordt geacht.Het protocol en de Fiom-handleiding bieden hierbij houvast. Zo verwoordde AstridWerdmuller in haar dubbele rol als hulpverlener en onderzoekster tijdens hetonderzoeksproces in een reflectieve memo die ze schreef halverwege hetonderzoek: ‘Een afstandszaak geeft me altijd een zekere spanning. Ik heb hetgevoel dat ik geen fouten mag maken, ik moet mijn uiterste best doen om allesgoed te laten verlopen. De gevolgen kunnen groot zijn en desastreus als ik eenfout maak. Zeker als het een wat gecompliceerdere zaak is en dat is het bijnaaltijd. Het protocol en de daaraan gekoppelde Fiom-handleiding zijn daarbijbelangrijk, je moet het precies volgens het protocol doen. Precies weten wat jeverantwoordelijkheid is en wat niet.’ Gedurende het onderzoeksproces werdentussen beide onderzoekers soms discussies gevoerd op basis van tussentijdsebevindingen. De open werkrelatie tussen beide onderzoekers maakte dat PienBos zich soms hardop kritisch uitliet over de rol van de hulpverlening. Zij twijfelderegelmatig of in specifieke situaties een ATA in het belang van de moeder was enof andere oplossingen, bijvoorbeeld een perspectief biedend pleeggezin, debelangen van de moeder met het oog op de toekomst wellicht veiliger haddengesteld. Pien keek met meer afstand en minder loyaal aan de hulpverlening <strong>naar</strong>de processen zoals in dossiers en de interviews beschreven. Astrid’s dubbelrol enPien’s kritische opmerkingen brachten Astrid soms ergernis en regelmatig in eenloyaliteitsconflict. Zij schreef in een reflectieve memo:‘Door een aantal zaken zelf te begeleiden en het uiteindelijke besluit van de vrouwmee te maken, waar ik intens in meegedacht heb en invloed op gehad heb, was iker eigenlijk bij elke zaak van overtuigd dat dit het goede besluit was. Ik heb allegedachtes en gevoelens die de vrouw kon delen met haar gedeeld, er inmeegedacht, ze verhelderd, aangevuld enzovoort. Ik heb wel eens gehad dat ikdacht “is ATA nu wel echt nodig”? Maar als de vrouw er uiteindelijk toe beslootstond ik er achter. Ik begreep haar gevoelens. Ik had dan ook elke keer het gevoeldat ik het goed gedaan had en dat het zo goed was. Als Pien dan komt met “Hetmoet allemaal anders” voel ik dat als de boodschap dat ik verkeerd bezig geweestben en ook nog eens stom ben dat ik dat niet in de gaten had. Ook roept het dereactie op: “je hebt geen idee. Je snapt niet wat er allemaal speelt en hoeingewikkeld het is. Hoe het laveren is tussen de afgronden en wat er allemaal foutkan gaan. Je ziet van alles over het hoofd.” De procedure zoals hij nu is, isontwikkeld vanuit de praktijk, vanuit al die situaties met hun ingewikkeldeaspecten, hij is bijgesteld in de loop van de jaren, door ervaring aangepast,organisch gegroeid. Je kunt niet ineens van bovenaf erop kijkend met iets anderskomen.’De open en kritische reflecties beïnvloedden de wijze waarop beide onderzoekersvanuit een specifieke deskundigheid en betrokkenheid tot veelzijdige inzichtenkwamen. Onderliggende meningsverschillen in deze discussies betroffen niet152

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!