Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
Inhoud<br />
78 03-70<br />
ABRS 23 april 2003, nr. 200204855/1<br />
Drimmelen/bestemmingsplan ‘Buiten<strong>gebied</strong><br />
Drimmelen, partiële herziening Wil<strong>de</strong>straat<br />
13 te Wagenberg’<br />
Het bestemmingsplan voorziet in een kin<strong>de</strong>rdagverblijf<br />
in <strong>het</strong> buiten<strong>gebied</strong>. Deze functie is<br />
in strijd met <strong>het</strong> (nieuwe) streekplanbeleid. GS<br />
onthiel<strong>de</strong>n toch ten onrechte goedkeuring. Gezien<br />
<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling<br />
namelijk dat GS in re<strong>de</strong>lijkheid niet <strong>het</strong> standpunt<br />
hebben kunnen innemen dat geen termen<br />
beston<strong>de</strong>n om met toepassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> overgangsbeleid<br />
met <strong>het</strong> plan in te stemmen.<br />
80 03-71<br />
ABRS 23 april 2003, nr. 200206292/1<br />
Har<strong>de</strong>rwijk/bouwvergunning voor recreatiebungalows<br />
Aangezien <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n zijn bestemd voor <strong>de</strong> exploitatie<br />
<strong>van</strong> recreatiebedrijven, moet sprake<br />
zijn <strong>van</strong> een bedrijfsmatige exploitatie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
recreatieterrein met <strong>de</strong> daar<strong>op</strong> te realiseren recreatiewoonverblijven.<br />
Het enkele gegeven dat<br />
<strong>het</strong> bestemmingsplan toelaat dat <strong>de</strong> recreatiewoonverblijven<br />
als ‘twee<strong>de</strong> woning’ wor<strong>de</strong>n gebruikt,<br />
maakt dit niet an<strong>de</strong>rs. De voorgeschreven<br />
bedrijfsmatige exploitatie heeft tot gevolg<br />
dat geen bouwvergunning verleend kan wor<strong>de</strong>n<br />
voor recreatiewoningen die afzon<strong>de</strong>rlijk verkocht<br />
wor<strong>de</strong>n aan en bewoond zullen wor<strong>de</strong>n<br />
door particulieren.<br />
81 03-72<br />
EHRM 6 mei 2003, Kleyn e.a.–Staat<br />
Er is door appellanten niets aangedragen waarin<br />
aanleiding wordt gevon<strong>de</strong>n om aan <strong>de</strong> onafhankelijkheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State en zijn<br />
le<strong>de</strong>n te twijfelen. Ook is er geen indicatie in<br />
dit geval dat <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State subjectief niet<br />
onpartijdig was (m.b.t. <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n). On<strong>de</strong>r omstandighe<strong>de</strong>n<br />
kan wel sprake zijn <strong>van</strong> objectieve<br />
partijdigheid (m.b.t. <strong>het</strong> instituut). Het Hof<br />
geeft in dit verband aan niet zo veel vertrouwen<br />
te hebben in <strong>de</strong> genomen interne maatregelen<br />
bij <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State als <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
regering. In dit specifieke geval oor<strong>de</strong>elt <strong>het</strong><br />
Hof dat <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State ook objectief onpartijdig<br />
is.<br />
83 03-73<br />
ABRS 7 mei 2003, nr. 200203014/1<br />
Ensche<strong>de</strong>/bestemmingsplan ‘Herziening 8<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestemmingsplan Buiten<strong>gebied</strong><br />
1996’<br />
Fax met be<strong>de</strong>nkingen is na 24.00 uur <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> terinzageleggingstermijn ont<strong>van</strong>gen.<br />
De be<strong>de</strong>nkingen zijn dus buiten <strong>de</strong> wettelijke<br />
termijn ingediend. De Af<strong>de</strong>ling acht echter<br />
<strong>de</strong> stelling <strong>van</strong> appellant geloofwaardig dat<br />
hij kort vóór <strong>het</strong> verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn driemaal<br />
heeft gepoogd om zijn be<strong>de</strong>nkingen per<br />
faxbericht bij verweer<strong>de</strong>r in te dienen. Appellant<br />
heeft bij zijn vier<strong>de</strong> poging, na <strong>het</strong> verstrijken<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn, een an<strong>de</strong>r faxnummer <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r<br />
gebruikt en <strong>de</strong>ze poging slaag<strong>de</strong> direct.<br />
Hieraan kan <strong>het</strong> vermoe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ontleend<br />
dat <strong>het</strong> niet slagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste drie pogingen<br />
<strong>van</strong> appellant vóór <strong>het</strong> verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn<br />
is te wijten aan een gebrek <strong>van</strong> <strong>het</strong> ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong><br />
faxapparaat <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r. De termijnoverschrijding<br />
is daardoor verschoonbaar.<br />
84 03-74<br />
ABRS 7 mei 2003, nr. 200206948/1<br />
Minister <strong>van</strong> Verkeer en Waterstaat/onttrekking<br />
toe- en afritten aan <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar verkeer<br />
Het tracébesluit voorziet niet in <strong>de</strong> <strong>op</strong>heffing <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke toe- en afritten. In <strong>de</strong> toelichting<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> tracébesluit wordt weliswaar gesproken<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>heffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele afslag, doch <strong>de</strong><br />
toelichting maakt geen <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> tracébesluit.<br />
Nu vaststaat dat <strong>het</strong> onttrekken <strong>van</strong> <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke<br />
toe- en afritten niet is gebaseerd <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
tracébesluit maar uitsluitend <strong>op</strong> motieven <strong>van</strong><br />
<strong>op</strong>enbaar belang, is wat betreft dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> besluit ten onrechte toepassing gegeven<br />
aan artikel 20 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Tracéwet.<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003