Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44 Milieu<br />
<strong>van</strong> voorschrift 2.3.1, aanhef en on<strong>de</strong>r b. Volgens<br />
haar hebben bei<strong>de</strong> lasten betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
overtreding.<br />
Verweer<strong>de</strong>r brengt daar tegenin dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />
last en die <strong>van</strong> 5 maart 2001 elk zien <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
naleving <strong>van</strong> een afzon<strong>de</strong>rlijk voorschrift, te weten<br />
respectievelijk <strong>de</strong> naleving <strong>van</strong> een norm voor stralingsbelasting<br />
bij brand, <strong>op</strong>genomen in voorschrift<br />
1.6.13, en een afstandseis bij <strong>de</strong> <strong>op</strong>slag <strong>van</strong> <strong>de</strong> pallets,<br />
<strong>op</strong>genomen in voorschrift 2.3.1, en dat <strong>de</strong><br />
eisen in <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke lasten afzon<strong>de</strong>rlijk moeten<br />
wor<strong>de</strong>n nageleefd. De bij besluit <strong>van</strong> 23 november<br />
2001 <strong>op</strong>geleg<strong>de</strong> last on<strong>de</strong>r dwangsom heeft geen<br />
betrekking <strong>op</strong> overtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> in dat voorschrift<br />
genoem<strong>de</strong> afstandseis, aldus heeft verweer<strong>de</strong>r betoogd.<br />
De Af<strong>de</strong>ling constateert dat <strong>de</strong> bij <strong>het</strong> besluit <strong>van</strong><br />
23 november 2001 <strong>op</strong>geleg<strong>de</strong> last on<strong>de</strong>r dwangsom<br />
ook betrekking heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> volzin <strong>van</strong> artikel<br />
1.6.13. Verweer<strong>de</strong>r heeft in zoverre <strong>de</strong>rhalve<br />
tweemaal een last on<strong>de</strong>r dwangsom <strong>op</strong>gelegd ten<br />
aanzien <strong>van</strong> eenzelf<strong>de</strong> overtreding, te weten <strong>de</strong> vereiste<br />
afstand tussen <strong>de</strong> <strong>op</strong>slag en <strong>de</strong> erfgrens. Dit<br />
betekent dat als <strong>de</strong> hout<strong>op</strong>slag <strong>op</strong> min<strong>de</strong>r dan 7,5<br />
meter <strong>van</strong>af <strong>de</strong> erfgrens plaatsvindt, tweemaal een<br />
dwangsom wordt verbeurd.<br />
Uit <strong>de</strong> stukken en <strong>het</strong> verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ter zitting<br />
blijkt dat verweer<strong>de</strong>r heeft beoogd om slechts handhavend<br />
<strong>op</strong> te tre<strong>de</strong>n ten aanzien <strong>van</strong> overtreding<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> in voorschrift 1.6.13 voorgeschreven stralingsbelasting<br />
en niet ten aanzien <strong>van</strong> overtreding<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> volzin <strong>van</strong> dit voorschrift met betrekking<br />
tot <strong>de</strong> afstandseis. Dit laat echter onverlet dat<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> last on<strong>de</strong>r dwangsom ziet <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
gehele voorschrift. Appellante moet <strong>de</strong>rhalve onverkort<br />
aan <strong>het</strong> gestel<strong>de</strong> in voorschrift 1.6.13 voldoen.<br />
Nu verweer<strong>de</strong>r <strong>het</strong> vorenstaan<strong>de</strong> heeft miskend,<br />
is <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit<br />
in zoverre in strijd met artikel 3:2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Algemene<br />
wet bestuursrecht onzorgvuldig is voorbereid.<br />
Het beroep is gegrond. Het bestre<strong>de</strong>n besluit<br />
dient te wor<strong>de</strong>n vernietigd voorzover daarbij <strong>de</strong> <strong>op</strong><br />
23 november 2001 <strong>op</strong>geleg<strong>de</strong> last on<strong>de</strong>r dwangsom<br />
met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> volzin <strong>van</strong> voorschrift<br />
1.6.13 is gehandhaafd. Het primaire besluit<br />
<strong>van</strong> 23 november 2001 moet <strong>op</strong> <strong>de</strong> hierna te mel<strong>de</strong>n<br />
wijze wor<strong>de</strong>n herroepen.<br />
03-56<br />
ABRS 6 juni 2003, nr. 200302973/1 (GS Noord-<br />
Brabant)<br />
Casus<br />
Melding <strong>de</strong>els geaccepteerd. De melding is niet geaccepteerd,<br />
voorzover die betrekking heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
aansluiting <strong>op</strong> <strong>het</strong> gemeenteriool. Verweer<strong>de</strong>r is<br />
<strong>van</strong> mening dat in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wm-vergunning<br />
eerst voorschriften moeten wor<strong>de</strong>n gesteld<br />
met betrekking tot (on<strong>de</strong>r meer) <strong>de</strong> doelmatige<br />
werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeenteriool. Thans ontbreken<br />
<strong>de</strong>ze voorschriften nog in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> vergunning.<br />
Rechtsvraag<br />
Heeft verweer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> melding om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n niet<br />
kunnen accepteren?<br />
Uitspraak<br />
In <strong>de</strong> inrichting werd niet eer<strong>de</strong>r <strong>op</strong> <strong>het</strong> gemeenteriool<br />
geloosd en daarvoor is ook nimmer een vergunning<br />
verleend. Aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> vergunning<br />
zijn dan ook geen voorschriften met betrekking tot<br />
dit on<strong>de</strong>rwerp verbon<strong>de</strong>n. Gelet hier<strong>op</strong> leidt <strong>de</strong> gemel<strong>de</strong><br />
veran<strong>de</strong>ring tot an<strong>de</strong>re na<strong>de</strong>lige gevolgen<br />
voor <strong>het</strong> milieu dan die <strong>de</strong> inrichting ingevolge <strong>de</strong><br />
vergunning en <strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n beperkingen<br />
en voorschriften mag veroorzaken. De melding is<br />
voor dit <strong>de</strong>el terecht geweigerd.<br />
Wet milieubeheer, artikel 8.19 lid 2<br />
Bij besluit <strong>van</strong> 8 april 2003 heeft <strong>het</strong> college <strong>van</strong><br />
ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> staten <strong>van</strong> Noord-Brabant (verweer<strong>de</strong>r)<br />
een melding als bedoeld in artikel 8.19, twee<strong>de</strong><br />
lid, on<strong>de</strong>r c, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet milieubeheer, afkomstig<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> besloten vennootschap ‘Offshore Ruijtenberg<br />
BV’ en betrekking hebbend <strong>op</strong> haar inrichting bestemd<br />
tot reparatie en nieuwbouw <strong>van</strong> vaartuigen<br />
groter dan 25 meter <strong>op</strong> <strong>de</strong> meeste punten geaccepteerd.<br />
Overwegingen<br />
Bij <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit heeft verweer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> melding<br />
<strong>van</strong> 6 <strong>de</strong>cember 2002 geaccepteerd, voorzover<br />
die betrekking heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> huis-<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003