Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />
65<br />
bedrijven uit categorie 4.1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> bedrijfsactiviteiten,<br />
nu <strong>de</strong>ze activiteiten ter plaatse al<br />
geruime tijd niet meer wor<strong>de</strong>n uitgeoefend.<br />
Gelet <strong>op</strong> <strong>de</strong> geringe afstand tussen <strong>de</strong> loodsen<br />
en <strong>de</strong> woning <strong>van</strong> A. ligt een maatbestemming voor<br />
<strong>de</strong> loodsen in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>.<br />
2.7.1. Appellanten (A) e.a. voeren aan dat verweer<strong>de</strong>rs<br />
ten onrechte goedkeuring hebben verleend aan<br />
<strong>de</strong> plan<strong>de</strong>len met een bedrijfsbestemming, omdat<br />
<strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> bedrijvigheid voor diverse vormen <strong>van</strong><br />
onaanvaardbare hin<strong>de</strong>r zal zorgen en <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek<br />
hiernaar onvolledig zou zijn geweest.<br />
2.4.4. Het bestre<strong>de</strong>n besluit berust gelet <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
hiervoor overwogene in zoverre niet <strong>op</strong> een <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke<br />
motivering. Hieruit volgt dat <strong>de</strong> beroepen <strong>op</strong> dit<br />
punt gegrond zijn en dat <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit<br />
wegens strijd met artikel 3:46 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Algemene wet<br />
bestuursrecht dient te wor<strong>de</strong>n vernietigd voorzover<br />
verweer<strong>de</strong>rs daarbij goedkeuring hebben verleend<br />
aan <strong>het</strong> plan<strong>de</strong>el met <strong>de</strong> bestemming ‘Bedrijfsdoelein<strong>de</strong>n’<br />
betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> loodsen in <strong>het</strong> zuidwestelijke<br />
<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan<strong>gebied</strong>.<br />
03-62<br />
Uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong> 8 januari 2003, nr.<br />
200000945/1, inzake <strong>het</strong> bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein<br />
Doornhoek’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Veghel.<br />
Artikel 15 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning<br />
voorziet niet in <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekennen<br />
<strong>van</strong> een vrijstellingsbevoegdheid aan <strong>de</strong><br />
gemeenteraad.<br />
Door <strong>het</strong> enkele k<strong>op</strong>pelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> verlenen <strong>van</strong><br />
vrijstelling aan <strong>de</strong> mogelijkheid tot <strong>het</strong> verlenen<br />
<strong>van</strong> een milieuvergunning is <strong>de</strong> bevoegdheid, daargelaten<br />
of een <strong>de</strong>rgelijke k<strong>op</strong>peling in een bestemmingsplan<br />
kan wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen, onvoldoen<strong>de</strong><br />
objectief begrensd.<br />
Nu in dit geval geen wettelijke plicht bestaat<br />
tot zonering <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijventerrein, staat <strong>het</strong> <strong>de</strong><br />
gemeenteraad vrij een onverplichte zonering privaatrechtelijk<br />
te regelen.<br />
Er bestaat geen wettelijke verplichting om <strong>de</strong><br />
milieueffecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> een bedrijventerrein<br />
<strong>op</strong> dieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> agrarische bedrijven in <strong>de</strong><br />
omgeving <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan<strong>gebied</strong> te on<strong>de</strong>rzoeken.<br />
2.7.2. De Af<strong>de</strong>ling merkt allereerst <strong>op</strong> dat <strong>de</strong> bezwaren<br />
inzake <strong>de</strong> onvolledigheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> MER wat betreft<br />
<strong>de</strong> cumulatie <strong>van</strong> emissies en mogelijke lichthin<strong>de</strong>r,<br />
feitelijke grondslag missen. Uit <strong>het</strong> MER en<br />
<strong>de</strong> aanvulling <strong>op</strong> <strong>het</strong> MER blijkt genoegzaam dat<br />
<strong>de</strong>ze aspecten in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek zijn betrokken.<br />
Voorts is <strong>de</strong> Commissie m.e.r. blijkens haar toetsingsadvies<br />
<strong>van</strong> mening dat in <strong>het</strong> MER en <strong>de</strong> aanvulling<br />
daar<strong>op</strong> <strong>de</strong> essentiële informatie aanwezig is<br />
om <strong>het</strong> milieubelang een volwaardige plaats te kunnen<br />
geven in <strong>de</strong> besluitvorming.<br />
Overigens ziet <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling in <strong>het</strong>geen appellanten<br />
ten aanzien <strong>van</strong> mogelijke lichthin<strong>de</strong>r aanvoeren<br />
geen re<strong>de</strong>n voor <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el dat verweer<strong>de</strong>rs bij hun<br />
afweging <strong>van</strong> belangen aan dit aspect te weinig gewicht<br />
hebben toegekend.<br />
2.7.3. Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>het</strong> bezwaar dat bij <strong>de</strong> vaststelling<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> plan geen gebruik had mogen wor<strong>de</strong>n<br />
gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
Gemeenten uit 1992, omdat in januari 1999 een<br />
nieuwere versie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze brochure was verschenen,<br />
hebben verweer<strong>de</strong>rs overwogen dit niet problematisch<br />
te achten. Zij hebben daartoe meegewogen<br />
dat <strong>de</strong> planvorming in een vergevor<strong>de</strong>rd stadium<br />
verkeer<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> essentie <strong>van</strong> milieuzonering niet<br />
is veran<strong>de</strong>rd en dat <strong>het</strong> gemeentebestuur in <strong>het</strong> plan<br />
een wijzigingsbevoegdheid heeft <strong>op</strong>genomen om te<br />
kunnen inspelen <strong>op</strong> actuele ontwikkelingen <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>gebied</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> milieuhygiëne.<br />
2.7.3.1. De Af<strong>de</strong>ling ziet in <strong>het</strong>geen appellanten<br />
hebben aangevoerd geen re<strong>de</strong>n <strong>het</strong> standpunt <strong>van</strong><br />
verweer<strong>de</strong>rs onjuist te achten. Zij neemt daarbij in<br />
aanmerking dat <strong>de</strong> VNG-brochure slechts een hulpmid<strong>de</strong>l<br />
is bij <strong>de</strong> voorbereiding <strong>van</strong> een bestemmingsplan<br />
en <strong>de</strong> daarin aangegeven afstan<strong>de</strong>n<br />
slechts een indicatief karakter hebben.<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 10:27<br />
Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, artikel 15<br />
2.7.4. Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> toelaatbaarheid <strong>van</strong> bedrijven<br />
uit milieucategorie 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat <strong>van</strong> Be-<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003