02.09.2015 Views

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

92<br />

Planscha<strong>de</strong>vergoeding<br />

wor<strong>de</strong>n dat <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> geldt voor een besluit tot <strong>het</strong><br />

verlenen <strong>van</strong> vrijstelling <strong>van</strong> een bestemmingsplan<br />

(<strong>de</strong>ze besluiten zullen hierna ook gezamenlijk wor<strong>de</strong>n<br />

aangeduid als (een besluit tot) herziening).<br />

Weliswaar dient <strong>de</strong> gemeente in dat ka<strong>de</strong>r <strong>de</strong> met<br />

<strong>het</strong> besluit gemoei<strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> particulieren in<br />

haar belangenafweging te betrekken en kan zich <strong>de</strong><br />

situatie voordoen dat een voorgenomen herziening<br />

in overwegen<strong>de</strong> mate <strong>het</strong> belang dient <strong>van</strong> een of<br />

meer particulieren <strong>van</strong> wie <strong>het</strong> initiatief om tot herziening<br />

te komen is uitgegaan, maar ook in dat<br />

geval mag <strong>de</strong> gemeente slechts tot herziening besluiten<br />

als <strong>het</strong> algemene belang <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong><br />

<strong>ruimtelijke</strong> or<strong>de</strong>ning daarmee gediend is, welk belang<br />

<strong>de</strong> gemeente in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitoefening<br />

<strong>van</strong> haar publieke taak dient te behartigen.<br />

3.6.2. Bij een beding als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige gaat <strong>het</strong><br />

om scha<strong>de</strong> die een belanghebben<strong>de</strong> lijdt tengevolge<br />

<strong>van</strong> een door <strong>de</strong> gemeente in <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong><br />

haar publieke taak <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>gebied</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>ruimtelijke</strong><br />

or<strong>de</strong>ning genomen besluit tot herziening, voorzover<br />

<strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> ingevolge art. 49 WRO voor rekening<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente komt. De wet voorziet niet in <strong>de</strong><br />

mogelijkheid <strong>van</strong> verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die voor <strong>de</strong><br />

gemeente verbon<strong>de</strong>n zijn aan <strong>de</strong>ze wettelijke verplichting<br />

tot vergoeding <strong>van</strong> planscha<strong>de</strong>. Bij aanvaarding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geldigheid <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijk beding<br />

zou <strong>de</strong> gemeente die kosten echter door <strong>het</strong> bedingen<br />

<strong>van</strong> een tegenprestatie in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een privaatrechtelijke<br />

overeenkomst ten laste kunnen<br />

brengen <strong>van</strong> particulieren die (in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r)<br />

voor<strong>de</strong>el hebben <strong>van</strong> <strong>het</strong> herzieningsbesluit.<br />

3.6.3. Voorzover <strong>de</strong> wet wel voorziet in verhaal <strong>van</strong><br />

kosten die voortvloeien uit <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

taak <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>gebied</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>ruimtelijke</strong><br />

or<strong>de</strong>ning, zijn aan die verhaalsmogelijkhe<strong>de</strong>n beperkingen<br />

verbon<strong>de</strong>n. Zo brengt <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong><br />

art. 42 WRO – verhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtszekerheid<br />

voor gron<strong>de</strong>igenaren – mee dat <strong>de</strong> gemeente, indien<br />

zij een financiële bijdrage tot verhaal <strong>van</strong> exploitatiekosten<br />

bedingt, haar uit die overeenkomst voortvloeien<strong>de</strong><br />

aanspraken niet gel<strong>de</strong>nd kan maken als<br />

<strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepasselijke exploitatieveror<strong>de</strong>ning<br />

niet in acht zijn genomen (HR 16 februari<br />

1996, nr. 15933, NJ 1996, 608, HR 17 november<br />

2000, nr. C98/374, NJ 2001, 580 en HR 13 april<br />

2001, nr. C99/161, NJ 2001, 581). Afgezien <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> mogelijkheid tot verhaal door verdiscontering in<br />

<strong>de</strong> gronduitgifteprijs in gevallen waarin <strong>de</strong> gemeente<br />

eigenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond is, voorziet <strong>de</strong> wet daarnaast<br />

slechts in <strong>de</strong> mogelijkheid tot verhaal <strong>van</strong> exploitatiekosten<br />

<strong>op</strong> particulieren door <strong>het</strong> heffen <strong>van</strong><br />

baatbelasting, terwijl (sommige) plankosten door<br />

<strong>het</strong> heffen <strong>van</strong> leges kunnen wor<strong>de</strong>n verhaald. Met<br />

betrekking tot die heffingen staat voor <strong>de</strong> burger <strong>de</strong><br />

mogelijkheid <strong>van</strong> bezwaar en eventueel beroep <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> belastingrechter <strong>op</strong>en.<br />

3.6.4. Gelet <strong>op</strong> <strong>de</strong> in 3.6.3 vermel<strong>de</strong> beperkingen<br />

die zijn verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> in <strong>de</strong> wet voorziene verhaalsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>gebied</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>ruimtelijke</strong><br />

or<strong>de</strong>ning en <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> burger in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> die regelingen wor<strong>de</strong>n<br />

beschermd, heeft <strong>het</strong> Hof met juistheid overwogen<br />

dat <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> rechtsbescherming voor <strong>de</strong><br />

particulier die een overeenkomst als bedoeld in<br />

3.6.2 met <strong>de</strong> gemeente sluit, zich verzet tegen aanvaarding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geldigheid <strong>van</strong> een beding als dit.<br />

De omstandigheid dat <strong>de</strong> gemeente, zoals on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

2.e <strong>op</strong> zichzelf terecht betoogt, gehou<strong>de</strong>n is bij<br />

een overeenkomst als <strong>de</strong>ze haar we<strong>de</strong>rpartij zoveel<br />

mogelijk te betrekken in <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> planscha<strong>de</strong>vergoeding<br />

en diens belang zoveel mogelijk<br />

te behartigen, is in dit verband <strong>van</strong> onvoldoen<strong>de</strong> gewicht.<br />

Die omstandigheid brengt immers geenszins<br />

mee dat <strong>de</strong> rechtspositie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze particulier gelijkwaardig<br />

is aan die <strong>van</strong> iemand die bij <strong>de</strong> vaststelling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vergoeding door <strong>de</strong> gemeenteraad en bij een<br />

eventueel daar<strong>op</strong> volgen<strong>de</strong> bestuursrechtelijke procedure<br />

rechtstreeks betrokken is. Dat na<strong>de</strong>el doet<br />

onmiskenbaar tekort aan <strong>de</strong> voor een particulier in<br />

een situatie als <strong>de</strong>ze gewenste rechtsbescherming.<br />

Daarbij is <strong>van</strong> belang dat, zoals <strong>het</strong> Hof heeft overwogen,<br />

<strong>de</strong> particulier met bouwplannen is aangewezen<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente. De in<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el 2.d genoem<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> burger<br />

om zich in bepaal<strong>de</strong> gevallen door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

bestuurs- of civielrechtelijke procedures ertegen te<br />

verzetten dat een gemeente als voorwaar<strong>de</strong> voor<br />

haar me<strong>de</strong>werking aan een besluit tot herziening <strong>de</strong><br />

aanvaarding <strong>van</strong> een beding als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />

stelt, zijn niet voldoen<strong>de</strong> om <strong>het</strong> argument te ontzenuwen<br />

dat <strong>de</strong> particulier met bouwplannen in die<br />

zin in een afhankelijke positie verkeert dat hij praktisch<br />

gesproken is aangewezen <strong>op</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeente.<br />

NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!