Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
94<br />
Planscha<strong>de</strong>vergoeding<br />
In zijn besluit <strong>van</strong> 9 mei 2000, kenmerk 2000-<br />
13524, heeft verweer<strong>de</strong>r <strong>op</strong>nieuw omtrent <strong>de</strong> goedkeuring<br />
<strong>van</strong> dit plan<strong>de</strong>el beslist en heeft hij on<strong>de</strong>r<br />
verwijzing naar <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> 29<br />
november 1999 alsnog goedkeuring hieraan onthou<strong>de</strong>n.<br />
2.3. Niet in geschil is dat <strong>het</strong> goedkeuringsbesluit<br />
<strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r <strong>van</strong> 28 oktober 1997 onrechtmatig<br />
is en dat <strong>de</strong>ze onrechtmatigheid verweer<strong>de</strong>r moet<br />
wor<strong>de</strong>n toegerekend. Gelet hier<strong>op</strong> komt scha<strong>de</strong> die<br />
appellante als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
bestemmingsplan heeft gele<strong>de</strong>n in beginsel voor<br />
vergoeding in aanmerking.<br />
Verweer<strong>de</strong>r heeft aan <strong>de</strong> afwijzing <strong>van</strong> <strong>het</strong> verzoek<br />
tot scha<strong>de</strong>vergoeding primair ten grondslag gelegd<br />
dat <strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong> niet aan <strong>het</strong> goedkeuringsbesluit<br />
kan wor<strong>de</strong>n toegerekend. Hij heeft hiertoe<br />
overwogen dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> <strong>het</strong> directe gevolg is <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> weigering <strong>van</strong> <strong>de</strong> door appellante aangevraag<strong>de</strong><br />
aanlegvergunning.<br />
2.3.1. Bij besluit <strong>van</strong> 8 april 1997 heeft <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> Zijpe <strong>het</strong> verzoek<br />
<strong>van</strong> appellante om een aanlegvergunning voor<br />
<strong>het</strong> scheuren en fresen <strong>van</strong> grasland ten behoeve<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> lelieteelt geweigerd. Bij besluit <strong>van</strong> 17 februari<br />
1998 heeft <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester en<br />
wethou<strong>de</strong>rs <strong>het</strong> daartegen gemaakte bezwaar ongegrond<br />
verklaard. Bij uitspraak <strong>van</strong> 28 januari 1999<br />
heeft <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank Alkmaar (hierna:<br />
<strong>de</strong> rechtbank), voorzover <strong>van</strong> belang, <strong>het</strong> door<br />
appellante daartegen ingestel<strong>de</strong> beroep gegrond<br />
verklaard, <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing <strong>op</strong> bezwaar vernietigd<br />
en bepaald dat <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester<br />
en wethou<strong>de</strong>rs een nieuwe beslissing <strong>op</strong><br />
bezwaar moest nemen met inachtneming <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
bepaal<strong>de</strong> in <strong>de</strong> uitspraak. Bij besluit <strong>van</strong> 11 mei<br />
1999 heeft <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs<br />
<strong>het</strong> bezwaar we<strong>de</strong>rom ongegrond verklaard.<br />
Bij uitspraak <strong>van</strong> 28 september 1999 heeft<br />
<strong>de</strong> rechtbank, voorzover <strong>van</strong> belang, <strong>het</strong> door appellante<br />
daartegen ingestel<strong>de</strong> beroep gegrond verklaard,<br />
<strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing <strong>op</strong> bezwaar vernietigd<br />
en bepaald dat <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester en<br />
wethou<strong>de</strong>rs een nieuwe beslissing <strong>op</strong> bezwaar<br />
moest nemen met inachtneming <strong>van</strong> <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong><br />
in <strong>de</strong> uitspraak.<br />
Bij uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> 22 februari 2001,<br />
nr. 199903095/1, is <strong>het</strong> daartegen door <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs ingestel<strong>de</strong> hoger<br />
beroep gegrond verklaard. Bij <strong>de</strong>ze uitspraak heeft<br />
<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling vastgesteld dat <strong>de</strong> aanvraag om een<br />
aanlegvergunning ziet <strong>op</strong> <strong>het</strong> blijvend omzetten <strong>van</strong><br />
grasland in bollengrond. De Af<strong>de</strong>ling heeft voorts,<br />
voorzover <strong>van</strong> belang, overwogen dat <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> aanvraag terecht<br />
heeft getoetst aan <strong>het</strong> bestemmingsplan ‘Buiten<strong>gebied</strong><br />
1989, twee<strong>de</strong> herziening’ en dat hij in<br />
<strong>het</strong> in dit bestemmingsplan <strong>op</strong>genomen absolute<br />
verbod voor <strong>het</strong> blijvend omzetten <strong>van</strong> grasland in<br />
bollengrond, gelet <strong>op</strong> <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 44,<br />
eerste lid, on<strong>de</strong>r a, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke<br />
Or<strong>de</strong>ning, terecht aanleiding heeft gezien om in zijn<br />
besluit <strong>van</strong> 11 mei 1999 <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re weigering <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> aanlegvergunning te handhaven.<br />
2.3.2. De Af<strong>de</strong>ling stelt vast dat haar uitspraak <strong>van</strong><br />
22 februari 2001 impliceert dat <strong>het</strong> bestemmingsplan,<br />
waar dit een verbod bevatte voor <strong>het</strong> permanent<br />
omzetten <strong>van</strong> grasland in bollengrond, <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>stijds geen<br />
ruimte bood voor <strong>het</strong> verlenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong><br />
aanlegvergunning.<br />
Gelet hier<strong>op</strong> kan <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die appellante stelt te<br />
hebben gele<strong>de</strong>n niet wor<strong>de</strong>n geacht <strong>het</strong> directe gevolg<br />
te zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> weigering <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanlegvergunning.<br />
Uit <strong>het</strong> voorgaan<strong>de</strong> volgt dat <strong>de</strong> motivering die verweer<strong>de</strong>r<br />
primair aan <strong>de</strong> afwijzing <strong>van</strong> <strong>het</strong> verzoek<br />
tot scha<strong>de</strong>vergoeding ten grondslag heeft gelegd<br />
<strong>de</strong>ze afwijzing niet kan dragen.<br />
03-81<br />
Uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong> 21 mei 2003, nr.<br />
200203665/1, inzake een verzoek om<br />
planscha<strong>de</strong>vergoeding, gemeente Haarlem.<br />
In artikel 18, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet voorl<strong>op</strong>ige<br />
regeling inzake <strong>het</strong> Nationale Plan en <strong>de</strong> Streekplannen<br />
is bepaald dat, voorzover een plan <strong>van</strong><br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003