02.09.2015 Views

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

71<br />

een bestemmingsplan <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> individuele dak<strong>op</strong>bouwen<br />

niet kan voorkomen, zou<strong>de</strong>n, om dit rommelige<br />

beeld te voorkomen, alle bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

(A)straat gezamenlijk een aanvraag voor een dak<strong>op</strong>bouw<br />

ingevolge artikel 19 <strong>van</strong> <strong>de</strong> WRO moeten indienen,<br />

aldus verweer<strong>de</strong>r.<br />

2.5. Niet in geding is dat <strong>het</strong> plan ter plaatse <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

44 woningen aan <strong>de</strong> (A)straat dak<strong>op</strong>bouwen <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> bouwlaag niet mogelijk maakt.<br />

2.5.1. On<strong>de</strong>r <strong>het</strong> vorige bestemmingsplan ‘’s-Gravenland’<br />

gold ter plaatse <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen aan <strong>de</strong><br />

(A)straat <strong>de</strong> uit te werken bestemming ‘Woondoelein<strong>de</strong>n<br />

3 -UW 3-’. Ingevolge artikel 5, twee<strong>de</strong> lid,<br />

on<strong>de</strong>r a, 2 e , <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorschriften <strong>van</strong> dat bestemmingsplan,<br />

voorzover thans <strong>van</strong> belang, bedroeg <strong>het</strong><br />

maximale aantal bouwlagen voor een woning in<br />

<strong>de</strong>ze straat drie.<br />

Ingevolge artikel 12, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorschriften<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestemmingsplan ‘’s-Gravenland’<br />

gold, kort gezegd, een bouwverbod, zolang nog<br />

geen uitwerkingsplan <strong>van</strong> kracht was. Ingevolge <strong>het</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling mocht <strong>het</strong> bouwen<br />

overeenkomstig een vastgestel<strong>de</strong> doch nog niet <strong>van</strong><br />

kracht zijn<strong>de</strong> uitwerking of een in voorbereiding<br />

zijn<strong>de</strong> uitwerking slechts plaatsvin<strong>de</strong>n nadat hiervoor<br />

door burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs een verklaring<br />

<strong>van</strong> geen bezwaar <strong>van</strong> <strong>het</strong> college <strong>van</strong> ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong><br />

staten was verkregen. Blijkens <strong>de</strong> stukken<br />

zijn <strong>de</strong> woningen aan <strong>de</strong> (A)straat gebouwd met toepassing<br />

<strong>van</strong> artikel 12, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, voornoemd.<br />

Gelet <strong>op</strong> <strong>het</strong> vorenstaan<strong>de</strong> stelt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling vast<br />

dat <strong>het</strong> vorige plan ter plaatse <strong>van</strong> <strong>de</strong> (A)straat drie<br />

bouwlagen mogelijk maakte. De omstandigheid dat<br />

nog een uitwerkingsplan dien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gesteld,<br />

waarbij ook <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r bouwlagen kon wor<strong>de</strong>n uitgegaan,<br />

maakt dit niet an<strong>de</strong>rs. Ook <strong>de</strong> omstandigheid<br />

dat <strong>de</strong> woningen zijn verwezenlijkt met toepassing<br />

<strong>van</strong> artikel 12, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, voornoemd, en feitelijk bestaan<br />

uit twee bouwlagen doet hieraan niet af.<br />

Het standpunt <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r, dat appellant<br />

heeft miskend dat ook <strong>het</strong> vorige plan slechts twee<br />

bouwlagen mogelijk maakte, is <strong>de</strong>rhalve onjuist.<br />

2.5.2. Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> stelling <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r,<br />

dat verwezenlijking <strong>van</strong> dak<strong>op</strong>bouwen kan lei<strong>de</strong>n<br />

tot planscha<strong>de</strong> die vergoed moet wor<strong>de</strong>n, overweegt<br />

<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling als volgt.<br />

Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> eventuele verzoeken om<br />

scha<strong>de</strong>vergoeding <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> artikel 49 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

WRO zal moeten wor<strong>de</strong>n bezien of sprake is <strong>van</strong><br />

een wijziging <strong>van</strong> <strong>het</strong> planologische regime die ertoe<br />

leidt dat omwonen<strong>de</strong>n in een na<strong>de</strong>liger positie<br />

komen te verkeren waardoor zij scha<strong>de</strong> lij<strong>de</strong>n of zullen<br />

lij<strong>de</strong>n. Hiertoe dienen <strong>de</strong> beweer<strong>de</strong>lijk scha<strong>de</strong>veroorzaken<strong>de</strong><br />

planologische maatregelen te wor<strong>de</strong>n<br />

vergeleken met <strong>het</strong> voordien gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

planologische regime. Daarbij is niet <strong>de</strong> feitelijke situatie<br />

<strong>van</strong> belang, doch <strong>het</strong>geen <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

voordien gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regime maximaal kon wor<strong>de</strong>n gerealiseerd,<br />

ongeacht <strong>de</strong> vraag of verwezenlijking<br />

daadwerkelijk heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

Zoals hiervoor reeds is overwogen, zijn <strong>de</strong> woningen<br />

in <strong>de</strong> (A)straat verwezenlijkt na verlening<br />

<strong>van</strong> vrijstellingen <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> artikel 12, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid,<br />

voornoemd. Deze vrijstellingen kunnen, an<strong>de</strong>rs dan<br />

<strong>het</strong> gemeentebestuur en verweer<strong>de</strong>r kennelijk veron<strong>de</strong>rstellen,<br />

niet wor<strong>de</strong>n beschouwd als uitwerkingsplannen<br />

als bedoeld in artikel 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong> WRO.<br />

Het planologische regime dat gold voor <strong>de</strong> inwerkingtreding<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige plan werd <strong>de</strong>rhalve<br />

gevormd door <strong>het</strong> globale bestemmingsplan<br />

‘’s-Gravenland’. Nu <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> dat bestemmingsplan<br />

drie bouwlagen waren toegestaan, zou <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

<strong>van</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bouwlaag in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />

plan niet lei<strong>de</strong>n tot een planologische<br />

verslechtering.<br />

Dat in <strong>het</strong> plan<strong>gebied</strong> een bouwverbod gold,<br />

omdat geen uitwerkingsplannen <strong>van</strong> kracht waren,<br />

doet hieraan niet af. Het college <strong>van</strong> burgemeester<br />

en wethou<strong>de</strong>rs had in beginsel ook na <strong>het</strong> verlenen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijstellingen <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> artikel 12, <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

lid, voornoemd, immers nog <strong>de</strong> plicht uitwerkingsplannen<br />

vast te stellen.<br />

De stelling <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r dat bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

(B)straat als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid tot verwezenlijking<br />

<strong>van</strong> dak<strong>op</strong>bouwen <strong>op</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> bouwlaag<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen aan <strong>de</strong> (A)straat aanspraak<br />

zou<strong>de</strong>n kunnen maken <strong>op</strong> vergoeding <strong>van</strong> planscha<strong>de</strong><br />

als bedoeld in artikel 49 <strong>van</strong> <strong>de</strong> WRO is <strong>de</strong>rhalve<br />

onjuist.<br />

2.5.3. Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> stelling <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r<br />

dat een rommelig beeld in <strong>de</strong> wijk door <strong>de</strong> verwezenlijking<br />

<strong>van</strong> individuele dak<strong>op</strong>bouwen kan wor<strong>de</strong>n<br />

voorkomen, indien alle bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

(A)straat gezamenlijk een aanvraag voor een dak<strong>op</strong>-<br />

NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!