Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
74<br />
Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />
stre<strong>de</strong>n besluit terecht niet-ont<strong>van</strong>kelijk verklaard.<br />
Daarmee is <strong>het</strong> beroep ongegrond. Dit betekent dat<br />
na doorzending <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroepschrift aan <strong>de</strong> rechtbank,<br />
<strong>de</strong>ze niet tot een an<strong>de</strong>r oor<strong>de</strong>el kan komen<br />
dan <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling. Aangezien <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bovendien<br />
bevoegd is <strong>op</strong> <strong>het</strong> hoger beroep te beslissen, indien<br />
appellante tegen <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank<br />
hoger beroep zou instellen, ziet zij om re<strong>de</strong>nen <strong>van</strong><br />
proceseconomie af <strong>van</strong> doorzending <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroepschrift<br />
<strong>op</strong> grond <strong>van</strong> artikel 6:15 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Awb.<br />
De Af<strong>de</strong>ling wijst appellante ingevolge artikel<br />
8:71 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Awb <strong>op</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid terzake <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
primaire beslissing <strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r een vor<strong>de</strong>ring bij<br />
<strong>de</strong> burgerlijke rechter in te stellen.<br />
03-67<br />
Uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong> 23 april 2003, nr.<br />
200200160/1, inzake <strong>de</strong> ‘Partiële herziening <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Streekplan Overijssel 2000+ (locatiekeuze Regionaal<br />
Bedrijventerrein Twente)’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<br />
Overijssel.<br />
In <strong>het</strong> MER hebben bij <strong>de</strong> beantwoording <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> vraag welke alternatieven voor <strong>de</strong> voorgenomen<br />
activiteit re<strong>de</strong>lijkerwijs in beschouwing dienen te<br />
wor<strong>de</strong>n genomen, slechts beleidsmatige overwegingen<br />
een rol gespeeld. Verweer<strong>de</strong>rs zijn bij hun<br />
besluitvorming door <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> selectiemetho<strong>de</strong><br />
voorbijgegaan aan <strong>de</strong> reële waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie<br />
Almelo-Noord als alternatief, terwijl <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>,<br />
gelet <strong>op</strong> <strong>het</strong> gestel<strong>de</strong> in <strong>het</strong> toetsingsadvies <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Commissie mer, geacht moet wor<strong>de</strong>n bekend te<br />
zijn bij verweer<strong>de</strong>rs.<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:2<br />
Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, artikelen 1 en<br />
4a, lid 10<br />
2.1.3. De voorliggen<strong>de</strong> partiële herziening heeft betrekking<br />
<strong>op</strong>:<br />
1. <strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> een <strong>gebied</strong> ten zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Almelo<br />
(<strong>de</strong> locatie Almelo-Zuid) voor <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong><br />
een regionaal bedrijventerrein (ver<strong>de</strong>r te noemen:<br />
RBT);<br />
2. <strong>het</strong> aandui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een <strong>gebied</strong> ten noordwesten<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijvenpark Twente en ten noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> N36 als ‘grote werklocatie tot 2010’;<br />
3. <strong>het</strong> aandui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een <strong>gebied</strong> ten oosten <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> bedrijventerrein Twentepoort als ‘zoeklocatie<br />
voor grote werklocatie’.<br />
De on<strong>de</strong>r 1. genoem<strong>de</strong> aanwijzing is in <strong>de</strong> tekst <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> partiële herziening aangemerkt als concrete beleidsbeslissing<br />
in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> artikel 1, in samenhang<br />
met artikel 4a <strong>van</strong> <strong>de</strong> WRO.<br />
2.3. Appellanten (...) stellen dat verweer<strong>de</strong>rs ten<br />
onrechte <strong>de</strong> partiële herziening hebben vastgesteld,<br />
omdat <strong>de</strong>ze vaststelling berust <strong>op</strong> een Milieu-effect<br />
Rapport (ver<strong>de</strong>r te noemen: MER) waarin alternatieve<br />
locaties onvoldoen<strong>de</strong> zijn on<strong>de</strong>rzocht dan wel afgewogen.<br />
Zij voeren aan dat <strong>de</strong> locatie Almelo-Zuid<br />
ten onrechte is aangemerkt als <strong>het</strong> meest milieuvrien<strong>de</strong>lijke<br />
alternatief en dat <strong>de</strong> locatie Almelo-<br />
Noord <strong>op</strong> oneigenlijke gron<strong>de</strong>n reeds eer<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />
procedure is afgevallen. De milieu-effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
vestiging <strong>van</strong> een RBT <strong>op</strong> <strong>de</strong> locatie Almelo-Noord<br />
zijn aanzienlijk geringer volgens appellanten.<br />
2.3.1. De locatie Almelo-Zuid is volgens verweer<strong>de</strong>rs<br />
in vergelijking met <strong>de</strong> alternatieven die in <strong>het</strong><br />
MER zijn on<strong>de</strong>rzocht <strong>het</strong> meest milieuvrien<strong>de</strong>lijke<br />
alternatief. Zij bestrij<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> locatie Almelo-Zuid<br />
<strong>van</strong> begin af aan <strong>de</strong> voorkeur heeft gehad. De locatie<br />
Almelo-Noord is afgevallen omdat dit <strong>gebied</strong><br />
min<strong>de</strong>r centraal ligt, geen directe snelwegverbinding<br />
mogelijk is en er voor dit <strong>gebied</strong> reeds plannen<br />
voor woningbouw en werkgelegenheid bestaan,<br />
aldus verweer<strong>de</strong>rs.<br />
2.3.2. Uit <strong>het</strong> MER blijkt dat <strong>het</strong> selecteren <strong>van</strong><br />
zoek<strong>gebied</strong>en heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong><br />
een <strong>op</strong> beleidsmatige criteria berusten<strong>de</strong> selectie,<br />
welke selectie vervolgens is verfijnd aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong><br />
een aantal meer specifieke criteria. De eerste selectie<br />
omvatte zeven zoek<strong>gebied</strong>en, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> door<br />
appellanten bedoel<strong>de</strong> locatie Almelo-Noord.<br />
Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> selectie werd door <strong>de</strong> initiatiefnemer<br />
bijzon<strong>de</strong>r gewicht toegekend aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie<br />
criteria:<br />
– ligging zo dicht mogelijk bij <strong>de</strong> hoofdtransportassen<br />
weg en spoor;<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003