Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
22 Milieu<br />
bijlage I <strong>van</strong> <strong>het</strong> Inrichtingen- en vergunningenbesluit<br />
milieubeheer (hierna te noemen: <strong>het</strong> Ivb), aangezien<br />
<strong>het</strong> parkeren <strong>van</strong> een bestelwagen en aanhanger<br />
met gasflessen volgens hem niet kan wor<strong>de</strong>n<br />
beschouwd als <strong>het</strong> <strong>op</strong>slaan <strong>van</strong> gassen. Het Besluit<br />
is volgens hem niet <strong>van</strong> toepassing, zodat verweer<strong>de</strong>r<br />
niet bevoegd was om <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit te<br />
nemen.<br />
Ingevolge artikel 8.1, eerste lid, aanhef en on<strong>de</strong>r<br />
a en c, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet milieubeheer is <strong>het</strong> verbo<strong>de</strong>n<br />
zon<strong>de</strong>r daartoe verleen<strong>de</strong> vergunning een inrichting<br />
<strong>op</strong> te richten en in werking te hebben. In <strong>het</strong> twee<strong>de</strong><br />
lid <strong>van</strong> dit artikel is bepaald dat <strong>het</strong> verbod niet<br />
geldt met betrekking tot inrichtingen, behoren<strong>de</strong> tot<br />
een categorie die bij een algemene maatregel <strong>van</strong><br />
bestuur krachtens artikel 8.40, eerste lid, is aangewezen,<br />
behou<strong>de</strong>ns in gevallen waarin, krachtens <strong>de</strong><br />
twee<strong>de</strong> volzin <strong>van</strong> dat lid, <strong>de</strong> bij die maatregel gestel<strong>de</strong><br />
regels niet gel<strong>de</strong>n voor een zodanige inrichting.<br />
Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet milieubeheer<br />
wordt on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> begrip ‘inrichting’ in<br />
<strong>de</strong>ze wet en <strong>de</strong> daar<strong>op</strong> berusten<strong>de</strong> bepalingen verstaan<br />
elke door <strong>de</strong> mens bedrijfsmatig of in een om<strong>van</strong>g<br />
alsof zij bedrijfsmatig was, on<strong>de</strong>rnomen bedrijvigheid<br />
die binnen een zekere begrenzing pleegt<br />
te wor<strong>de</strong>n verricht.<br />
Ingevolge artikel 1.1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet<br />
milieubeheer wor<strong>de</strong>n bij algemene maatregel <strong>van</strong><br />
bestuur categorieën inrichtingen aangewezen die<br />
na<strong>de</strong>lige gevolgen voor <strong>het</strong> milieu kunnen veroorzaken.<br />
Het vier<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> dit artikel bepaalt – voorzover<br />
hier <strong>van</strong> belang – dat in <strong>het</strong> vervolg <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />
wet en <strong>de</strong> daar<strong>op</strong> berusten<strong>de</strong> bepalingen on<strong>de</strong>r inrichting<br />
wordt verstaan een inrichting, behoren<strong>de</strong><br />
tot een categorie die krachtens <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid is aangewezen.<br />
Aan <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid is uitvoering gegeven bij<br />
<strong>het</strong> Ivb.<br />
Op grond <strong>van</strong> artikel 2.1, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ivb,<br />
in samenhang met Bijlage I, categorie 2.1, on<strong>de</strong>r a,<br />
voorzover hier <strong>van</strong> belang, is een vergunning ingevolge<br />
<strong>de</strong> Wet milieubeheer vereist voor een inrichting<br />
voor <strong>het</strong> <strong>op</strong>slaan <strong>van</strong> gassen of gasmengsels, al<br />
of niet in samengeperste tot vloeistof verdichte of<br />
on<strong>de</strong>r druk in vloeistof <strong>op</strong>geloste toestand.<br />
Ingevolge artikel 2, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Besluit,<br />
voorzover hier <strong>van</strong> belang, is dit Besluit <strong>van</strong> toepassing<br />
<strong>op</strong> een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak<br />
is bestemd voor <strong>het</strong> <strong>op</strong>slaan <strong>van</strong> goe<strong>de</strong>ren of<br />
producten. Het Besluit is een algemene maatregel<br />
<strong>van</strong> bestuur krachtens genoemd artikel 8.40, eerste<br />
lid.<br />
Gelet <strong>op</strong> <strong>de</strong> stukken en <strong>het</strong> verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ter zitting<br />
stelt <strong>de</strong> Voorzitter vast dat door<strong>de</strong>weeks geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> avon<strong>de</strong>n en nachten en in <strong>het</strong> weekend geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> gehele dag in <strong>de</strong> loods <strong>op</strong> <strong>het</strong> perceel<br />
aan (...), een bestelwagen en aanhanger waar<strong>op</strong><br />
zich volle en lege gasflessen bevin<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n geparkeerd.<br />
Het parkeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestelwagen en aanhanger<br />
met gasflessen is een bedrijfsmatig on<strong>de</strong>rnomen<br />
bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing<br />
pleegt te wor<strong>de</strong>n verricht, zodat gesproken moet<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een inrichting in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> artikel 1.1,<br />
eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet milieubeheer.<br />
De Voorzitter overweegt dat – in weerwil <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
betoog <strong>van</strong> verzoeker – <strong>het</strong> stallen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestelwagen<br />
en aanhanger met gasflessen moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt<br />
als ‘<strong>op</strong>slag’ in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> categorie 2.1,<br />
on<strong>de</strong>r a, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ivb. In dit verband acht <strong>de</strong> Voorzitter<br />
rele<strong>van</strong>t dat <strong>de</strong> bestelwagen en aanhanger met<br />
gasflessen elke avond en nacht en geduren<strong>de</strong> <strong>het</strong><br />
weekend in <strong>de</strong> loods wor<strong>de</strong>n gestald en dat <strong>de</strong>ze altijd<br />
bela<strong>de</strong>n zijn met gasflessen die zijn gevuld met<br />
pr<strong>op</strong>aan of butaan, of leeg en ongereinigd zijn.<br />
De Voorzitter stelt vast dat verweer<strong>de</strong>r zich terecht<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> standpunt heeft gesteld dat categorie<br />
2.1, on<strong>de</strong>r a, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ivb <strong>van</strong> toepassing is en dat<br />
gelet <strong>op</strong> artikel 2, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Besluit ook dit<br />
Besluit <strong>op</strong> <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> toepassing is.<br />
In voorschrift 1.6.2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Bijlage behoren<strong>de</strong> bij<br />
<strong>het</strong> Besluit wor<strong>de</strong>n eisen gesteld aan <strong>de</strong> <strong>op</strong>slag <strong>van</strong><br />
gasflessen. De <strong>op</strong>slagplaats moet, kort samengevat,<br />
zijn uitgevoerd overeenkomstig <strong>de</strong> eisen voor gevaarlijke<br />
stoffen die hiervoor zijn gesteld in richtlijn<br />
CPR 15-1.<br />
De Voorzitter is, an<strong>de</strong>rs dan verzoeker, <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el<br />
dat dit voorschrift ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />
inrichting geldt. Uit <strong>de</strong> stukken en <strong>het</strong> verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
ter zitting is gebleken dat voorschrift 1.6.2<br />
ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> nemen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit<br />
werd overtre<strong>de</strong>n, zodat verweer<strong>de</strong>r bevoegd was tot<br />
<strong>het</strong> <strong>op</strong>leggen <strong>van</strong> een last on<strong>de</strong>r dwangsom.<br />
Verzoeker stelt dat verweer<strong>de</strong>r niet in re<strong>de</strong>lijkheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bevoegdheid gebruik heeft kunnen<br />
maken. Verzoeker voert daartoe aan dat <strong>het</strong> voor<br />
hem niet mogelijk is <strong>de</strong> loods in overeenstemming<br />
te brengen met <strong>de</strong> eisen gesteld in <strong>de</strong> richtlijn CPR<br />
15-1. Hij betoogt dat dit zeer hoge kosten met zich<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003