Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
90<br />
Planscha<strong>de</strong>vergoeding<br />
geen <strong>de</strong> rechtbank zou behoren te doen, zal <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling<br />
<strong>het</strong> bij <strong>de</strong> rechtbank ingestel<strong>de</strong> beroep alsnog<br />
ongegrond verklaren.<br />
03-78<br />
Uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong> 23 april 2003, nr.<br />
200202768/1, inzake een verzoek om<br />
planscha<strong>de</strong>vergoeding, gemeente Den Haag.<br />
Gebruikmaking <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>het</strong> Uitbreidingsplan<br />
<strong>op</strong>genomen afwijkingsbevoegdheid die een<br />
uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing mogelijk maakte,<br />
behoort tot <strong>de</strong> maximale invulling <strong>van</strong> <strong>het</strong> voorgaan<strong>de</strong><br />
planologische regime. Op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Uitbreidingsplan had<strong>de</strong>n zich ook supermarkten<br />
<strong>van</strong> aanzienlijke om<strong>van</strong>g in <strong>de</strong> nabijheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
buurtsupermarkt <strong>van</strong> appellant kunnen vestigen.<br />
Appellant had dan ook reeds <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
vigeren<strong>de</strong> plan rekening te hou<strong>de</strong>n met<br />
toenemen<strong>de</strong> concurrentie.<br />
Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, artikel 49<br />
2.2. Appellant heeft verzocht om vergoeding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
scha<strong>de</strong> die hij stelt te lij<strong>de</strong>n ten gevolge <strong>van</strong> <strong>het</strong> in<br />
rechte onaantastbaar gewor<strong>de</strong>n besluit tot verlening<br />
<strong>van</strong> vrijstelling ex artikel 19 <strong>van</strong> <strong>de</strong> WRO, ten behoeve<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> een supermarkt met een<br />
vloer<strong>op</strong>pervlak <strong>van</strong> circa 1.000 m 2 <strong>op</strong> een perceel<br />
tussen <strong>de</strong> Betje Wolffstraat en <strong>de</strong> Sara Burgerhartweg<br />
te Den Haag.<br />
Appellant meent dat <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> supermarkt<br />
heeft geleid tot een omzetverlies en sluiting <strong>van</strong> zijn<br />
– se<strong>de</strong>rt 9 september 1985 gevestig<strong>de</strong> – buurtsupermarkt<br />
in <strong>de</strong> Betje Wolffstraat, waardoor hij scha<strong>de</strong><br />
lijdt.<br />
2.3. De raad heeft <strong>de</strong> SAOZ verzocht een advies uit<br />
te brengen over <strong>het</strong> planscha<strong>de</strong>verzoek. Blijkens <strong>de</strong><br />
terzake uitgebrachte adviezen <strong>van</strong> september 1999<br />
en 25 april 2000 is <strong>de</strong> SAOZ <strong>van</strong> mening dat appellant<br />
ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijstelling ex artikel 19 <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> WRO niet in een planologisch na<strong>de</strong>liger positie is<br />
komen te verkeren waaruit voor hem scha<strong>de</strong> voortvloeit.<br />
De SAOZ heeft daartoe overwogen dat <strong>het</strong><br />
‘Uitbreidingsplan Moerwijk’, dat in 1953 onherroepelijk<br />
is gewor<strong>de</strong>n, winkels toestaat <strong>op</strong> <strong>de</strong> begane<br />
grond <strong>van</strong> een groot aantal in <strong>de</strong> nabijheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
pand waarin <strong>de</strong> buurtsupermarkt <strong>van</strong> appellant was<br />
gevestigd, gelegen pan<strong>de</strong>n. Samenvoeging <strong>van</strong> winkeleenhe<strong>de</strong>n<br />
is in <strong>het</strong> ‘Uitbreidingsplan Moerwijk’<br />
niet uitgesloten, zodat zich <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> dat plan<br />
ook supermarkten <strong>van</strong> aanzienlijke om<strong>van</strong>g in <strong>de</strong><br />
nabijheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> buurtsupermarkt <strong>van</strong> appellant<br />
had<strong>de</strong>n kunnen vestigen. Bovendien is <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> artikel<br />
15, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning behoren<strong>de</strong> bij<br />
<strong>het</strong> ‘Uitbreidingsplan Moerwijk’ (hierna: Veror<strong>de</strong>ning)<br />
– voorzover hier <strong>van</strong> belang – bevoegd voor<br />
terreinen, welke in eigendom aan <strong>de</strong> gemeente Den<br />
Haag toebehoren, na voorafgaan<strong>de</strong> toestemming<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> college <strong>van</strong> ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> staten <strong>van</strong> Zuid-<br />
Holland, ter tegemoetkoming aan bij <strong>de</strong> uitwerking<br />
en uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan na<strong>de</strong>r blijken<strong>de</strong> behoeften<br />
aan winkels, af te wijken of afwijking toe te<br />
staan <strong>van</strong> bestemmingen. Appellant had dan ook<br />
reeds <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> vigeren<strong>de</strong> plan rekening te<br />
hou<strong>de</strong>n met toenemen<strong>de</strong> concurrentie. Derhalve<br />
kan niet gesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> door appellant gestel<strong>de</strong><br />
scha<strong>de</strong> niet had kunnen <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘Uitbreidingsplan Moerwijk’.<br />
2.4. De rechtbank heeft overwogen dat <strong>de</strong> raad terecht<br />
<strong>op</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> SAOZ heeft<br />
geconclu<strong>de</strong>erd dat appellant niet in een planologisch<br />
na<strong>de</strong>liger situatie is gekomen, nu in <strong>de</strong> omgeving<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> buurtsupermarkt <strong>van</strong> appellant veel<br />
pan<strong>de</strong>n met een winkelbestemming <strong>op</strong> <strong>de</strong> begane<br />
grond zijn, en samenvoeging <strong>van</strong> die kleine winkels<br />
tot een grote supermarkt planologisch niet onmogelijk<br />
is.<br />
2.5. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd<br />
dat <strong>de</strong> rechtbank ten onrechte heeft geoor<strong>de</strong>eld dat<br />
<strong>de</strong> raad <strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> SAOZ aan <strong>de</strong> beslissing<br />
<strong>op</strong> bezwaar ten grondslag heeft kunnen leggen. Volgens<br />
appellant zijn <strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> SAOZ gebaseerd<br />
<strong>op</strong> twee onjuiste conclusies, namelijk dat <strong>het</strong><br />
samenvoegen <strong>van</strong> winkels mogelijk is zon<strong>de</strong>r gebruik<br />
te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> afwijkingsmogelijkheid <strong>van</strong><br />
artikel 15, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning, en dat in<br />
<strong>de</strong> planologische vergelijking rekening mag wor<strong>de</strong>n<br />
gehou<strong>de</strong>n met een volledig gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze afwijkingsmogelijkheid.<br />
NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003