02.09.2015 Views

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

Jurisprudentie op het gebied van de ruimtelijke ordening, het ... - StAB

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

86<br />

Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

hou<strong>de</strong>n aan on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el c, on<strong>de</strong>r 1, <strong>van</strong> <strong>het</strong> twee<strong>de</strong><br />

lid <strong>van</strong> artikel 16 <strong>van</strong> <strong>de</strong> planvoorschriften, waarin<br />

was bepaald dat <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlakte <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienstgebouwen<br />

ten hoogste 5% <strong>van</strong> <strong>de</strong> met <strong>de</strong>ze bestemming<br />

aangewezen gron<strong>de</strong>n mag bedragen.<br />

2.3. An<strong>de</strong>rs dan appellant betoogt, heeft <strong>de</strong> rechtbank<br />

terecht overwogen dat, indien aan <strong>de</strong> planvoorschriften<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk goedkeuring is onthou<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong> toetsing aan die voorschriften uitsluitend<br />

betrekking kan en mag hebben <strong>op</strong> <strong>het</strong> wel goedgekeur<strong>de</strong><br />

ge<strong>de</strong>elte daar<strong>van</strong>. Het is niet geoorloofd om<br />

<strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> beweegre<strong>de</strong>nen die tot <strong>de</strong> onthouding<br />

<strong>van</strong> goedkeuring hebben geleid, in <strong>de</strong> planvoorschriften<br />

bepalingen ‘in te lezen’ die niet <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> wet voorziene wijze rechtskracht hebben<br />

verkregen. Dit betekent dat, wanneer uit <strong>de</strong> plankaart,<br />

<strong>het</strong> renvooi en <strong>de</strong> overgebleven planvoorschriften<br />

met voldoen<strong>de</strong> stelligheid een bepaal<strong>de</strong><br />

bouwmogelijkheid kan wor<strong>de</strong>n afgeleid, een vergunning<br />

om overeenkomstig die mogelijkheid te bouwen<br />

niet kan wor<strong>de</strong>n geweigerd met een beroep <strong>op</strong><br />

na<strong>de</strong>re vereisten in niet goedkeur<strong>de</strong> planvoorschriften.<br />

De Af<strong>de</strong>ling verwijst naar haar uitspraak <strong>van</strong><br />

24 oktober 1996 in zaak nr. H01.96.0370 (...). De<br />

rechtbank is <strong>de</strong>rhalve terecht tot <strong>de</strong> slotsom gekomen<br />

dat in dit geval <strong>het</strong> bebouwings<strong>op</strong>pervlak niet<br />

is gelimiteerd tot 5% <strong>van</strong> <strong>de</strong> met <strong>de</strong> bestemming<br />

‘Recreatieve doelein<strong>de</strong>n’ aangewezen gron<strong>de</strong>n en<br />

dat <strong>het</strong> bouwplan dus niet in strijd is met <strong>het</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

bestemmingsplan.<br />

volgen <strong>van</strong> een afwijkingsprocedure, miskent dat<br />

GS gehou<strong>de</strong>n zijn <strong>het</strong> besluitvormingsproces zodanig<br />

in te richten dat een besluit met <strong>de</strong> vereiste<br />

zorgvuldigheid wordt voorbereid.<br />

Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:2<br />

Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, artikel 4a, lid 10<br />

2.1. Het bestemmingsplan heeft betrekking <strong>op</strong> een<br />

terrein <strong>van</strong> ongeveer 15 ha, <strong>het</strong> Oekelsbos, dat ligt<br />

tussen <strong>de</strong> Breedschotsestraat en <strong>het</strong> riviertje <strong>de</strong> Aa<br />

of Weerijs en grenst aan <strong>de</strong> zuidkant <strong>van</strong> camping<br />

‘’t Oekeltje’. Met <strong>het</strong> plan is beoogd een planologische<br />

regeling te geven voor <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

<strong>het</strong> <strong>gebied</strong> aanwezige woningen.<br />

2.3. Verweer<strong>de</strong>r heeft <strong>het</strong> plan in strijd geacht met<br />

<strong>het</strong> streekplan. Hij stelt dat <strong>het</strong> plan nieuwe burgerwoningen<br />

toestaat alsme<strong>de</strong> intensivering <strong>van</strong> functies,<br />

uitbreiding <strong>van</strong> bebouwing en verbreding <strong>van</strong><br />

wegen mogelijk maakt binnen <strong>de</strong> provinciale Groene<br />

Hoofdstructuur, waarvoor een streekplanafwijkingsprocedure<br />

dient te wor<strong>de</strong>n gevolgd. In <strong>het</strong><br />

mid<strong>de</strong>n latend of daartoe aanleiding bestaat stelt<br />

verweer<strong>de</strong>r in <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit vast dat gelet<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> termijn waarbinnen <strong>het</strong> besluit omtrent goedkeuring<br />

bekend moet zijn gemaakt, <strong>de</strong> tijd voor <strong>het</strong><br />

volgen <strong>van</strong> een streekplanafwijkingsprocedure ontbreekt.<br />

Omdat verweer<strong>de</strong>r slechts kleine ge<strong>de</strong>elten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> plan aanvaardbaar acht onthoudt hij goedkeuring<br />

aan <strong>het</strong> gehele plan.<br />

03-76<br />

Uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong> 11 juni 2003, nr.<br />

200200315/1, inzake <strong>het</strong> bestemmingsplan ‘Oekelsbos’<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Zun<strong>de</strong>rt.<br />

Voor <strong>het</strong> volgen <strong>van</strong> een afwijkingsprocedure<br />

kan aanleiding bestaan indien in een concreet aangegeven<br />

geval sprake is <strong>van</strong> feiten en omstandighe<strong>de</strong>n<br />

die een afwijking <strong>van</strong> <strong>het</strong> streekplan kunnen<br />

rechtvaardigen. Vaststaat dat GS dit niet hebben<br />

on<strong>de</strong>rzocht. Het standpunt dat <strong>de</strong> termijn waarbinnen<br />

een besluit omtrent goedkeuring dien<strong>de</strong> te<br />

wor<strong>de</strong>n genomen geen ruimte meer bood voor <strong>het</strong><br />

2.4. Appellanten stellen dat verweer<strong>de</strong>r ten onrechte<br />

goedkeuring aan <strong>het</strong> plan heeft onthou<strong>de</strong>n. Zij<br />

voeren on<strong>de</strong>r meer aan dat <strong>de</strong> onthouding <strong>van</strong> goedkeuring<br />

in strijd is met <strong>het</strong> vertrouwensbeginsel en<br />

dat verweer<strong>de</strong>r zich ten onrechte <strong>op</strong> <strong>het</strong> standpunt<br />

stelt dat een streekplanafwijkingsprocedure dient te<br />

wor<strong>de</strong>n gevolgd.<br />

2.5. Uit <strong>de</strong> stukken kan wor<strong>de</strong>n afgeleid dat <strong>het</strong><br />

plan<strong>gebied</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormt <strong>van</strong> <strong>het</strong> buiten<strong>gebied</strong>.<br />

Het provinciaal ruimtelijk beleid vermeld in <strong>het</strong><br />

Streekplan Noord-Brabant <strong>van</strong> 17 juli 1992 (hierna<br />

te noemen: <strong>het</strong> streekplan) is er <strong>op</strong> gericht <strong>het</strong> toevoegen<br />

<strong>van</strong> nieuwe burgerwoningen aan <strong>het</strong> buiten<strong>gebied</strong><br />

tegen te gaan. De Af<strong>de</strong>ling acht dit beleid in<br />

<strong>het</strong> algemeen niet onre<strong>de</strong>lijk. Het plan maakt in afwijking<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> voorheen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> plan gebruik <strong>van</strong><br />

NIEUWSBRIEF <strong>StAB</strong> 3 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!