Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.4 Voorlichting en psychosociale zorg, algemene aspecten<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
Patiënten ervaren vanaf het moment dat kanker wordt vermoed onzekerheid, controleverlies,<br />
heftige, negatieve emoties en verlies van gevoel van eigenwaarde (Arora 2003, Borne 1985).<br />
Het begrip dat patiënt en naasten hebben van de ziekte kanker en van doel, gevolgen en<br />
bijwerkingen van de behandeling beïnvloedt de mate van spanning en de mogelijkheden om<br />
met de ziekte om te gaan. Informatie en steun zijn de belangrijkste behoeften van patiënt en<br />
familie (Knopf 1998). Kankerpatiënten en naasten zien medisch-specialisten als primaire en<br />
betrouwbare informatiebron en als bron voor emotionele steun (Harris 1998).<br />
De informatiebehoeften van mensen met kanker variëren per fase van de ziekte, zijn<br />
afhankelijk van psychische aanpassing en van persoonlijke voorkeur, opleiding en cultuur<br />
(Leydon 2000, Harris 1998). Een grote meerderheid van de kankerpatiënten wil veel<br />
informatie over hun ziekte (Harris 1998). Meer dan 90% wil informatie over de aard van de<br />
ziekte kanker, wil informatie over de kans op genezing en over de mogelijke bijwerkingen<br />
van de behandeling (Meredith 1996).<br />
Ongeveer eenderde van de mensen met kanker krijgt problemen van psychosociale aard,<br />
waarvoor (gespecialiseerde) psychosociale hulp wenselijk is (Schrameijer 1992). Als sprake<br />
is van co-morbiditeit of van verminderde mentale capaciteit, zoals bij ouderen, lopen mensen<br />
met kanker risico op problemen bij het omgaan met de ziekte en de gevolgen (Northouse<br />
1994).<br />
Er is een kloof tussen de percepties van hulpverleners en kankerpatiënten betreffende de<br />
informatiebehoeften (Treacy 2000). Medisch-specialisten geven hun patiënten standaard en<br />
in hoofdzaak biomedische informatie over de ziekte en behandeling (Ong 1999, Ford 1996).<br />
Patiënten, die veel vragen stelden, kregen niet méér informatie van de medisch-specialist.<br />
De mogelijke reden hiervoor is, dat de meeste consulten gestructureerd en standaard<br />
verlopen (Ong 1999). Emotionele zaken bleven meestal onbesproken, ondanks het feit dat<br />
sommige patiënten hierover wilden praten (Ford 1996).<br />
Resultaten uit onderzoek tonen aan dat (te) weinig informatie de angst vergroot, vooral<br />
wanneer patiënten tijd hadden om terug te kijken op het gesprek (Gattellari 2002).<br />
Suboptimale of onvoldoende voorlichting resulteert daarnaast in ontevredenheid, verminderde<br />
therapietrouw (compliance) en slechtere gezondheidsresultaten bij kankerpatiënten<br />
(Kerr 2003).<br />
Ford stelt dat effectieve communicatievaardigheden leiden tot positieve resultaten bij<br />
patiënten ten aanzien van het zich herinneren van informatie, tevredenheid en verbeterde<br />
psychologische aanpassing aan kanker (Ford 1996). Als patiënten de mogelijkheid hebben<br />
om hun gevoelens te bespreken vermindert dit spanning (Devine 1995).<br />
Meerdere auteurs vonden dat een goede, interpersoonlijke relatie met de medisch-specialist,<br />
gekenmerkt door zorg, medeleven, respect en vertrouwen, patiënten kan helpen zich beter<br />
aan de ziekte aan te passen en de patiënttevredenheid verhoogt (Arora 2003, Lee 2002).<br />
Informatie en steun leiden tot meer bekwaamheid met betrekking tot zelfzorg, meer<br />
zelfvertrouwen, beter omgaan met bijwerkingen en symptomen, minder angst, verminderde<br />
aanslag van ziekte en behandeling op het dagelijks leven (Harris 1998, Kerr 2003, Treacy<br />
2000).<br />
18