problemen daadwerkelijk het vaccin. De 5-jaarsoverleving was 77.4% versus 67.8% (P=0.02). De mediane tijd tot progressie was nog niet bereikt en er werden nog geen totale overlevingsgegevens gerapporteerd. De EORTC/MRC onderzoekt momenteel in een gerandomiseerd onderzoek de waarde van adjuvante therapie met IFN-a, IL-2 en 5-fluorouracil. Atzpodien rapporteerde de resultaten van een adjuvante behandeling met subcutane IFN-alpha, subcutane IL-2 en 5-fluorouracil (n=135) versus observatie (n=68) hoog-risico patiënten na nefrectomie en vond geen voordeel in relapse-vrije overleving en zelfs een kortere totale overleving in de groep die werd behandeld met tripletherapie (Atzpodien 2005). Conclusies Niveau 2 Niveau 2 Adjuvante (pre- en postoperatieve) radiotherapie verbetert de overleving na nefrectomie niet. A2 Pizzocaro 2001 B Clark 2003 Adjuvante therapie met cytokines (IFN-a, IL-2) verbetert de overleving na nefrectomie niet. B Figlin 1999, Galligioni 1996, Atzpodien 2005 Overige overweging Uit gerandomiseerde studies is tot nu toe niet gebleken dat adjuvante behandeling een duidelijke bijdrage levert aan de genezingskans van patiënten met een resectabel niercelcarcinoom. De meeste studies waren echter te klein om een relevant verschil te kunnen detecteren. Autoloog vaccin in adjuvante setting lijkt een gunstig effect op de ziektevrije overleving te hebben. Het betreft echter slechts één studie en omdat het effect op het eindpunt totale overleving nog niet bekend is, wordt geen aanbeveling voor autoloog vaccin na nefrectomie gedaan. Het therapeutische arsenaal is wellicht niet krachtig genoeg om in adjuvante setting een duidelijke overlevingswinst te bereiken. Op dit moment dient dan ook observatie (follow up) na nefrectomie van een hoog risico niercelcarcinoom te worden beschouwd als de standaard. Aanbeveling De werkgroep is van mening dat er buiten studieverband op dit moment geen plaats is voor adjuvante therapie bij hoog-risicopatiënten na nefrectomie. Literatuur Atzpodien J, Schmitt E, Gertenbach U, Fornara P, Heynemann H, Maskow A, Ecke M, Woltjen HH, Jentsch H, Wieland W, Wandert T, Reitz M; German CooperativeRenal Carcinoma Chemo-Immunotherapy Trials Group (DGCIN). Adjuvant treatment with interleukin-2- and interferon-alpha2a-based chemoimmunotherapy in renal cell carcinoma post tumour nephrectomy: results of a prospectively randomised trial of the German Cooperative Renal Carcinoma Chemoimmunotherapy Group (DGCIN). Br J Cancer 2005: 92:843-6 Clark, J. I., Atkins, M. B., Urba, W. J., Creech, S., Figlin, R. A., Dutcher, J. P., Flaherty, L., Sosman, J. A., Logan, T. F., White, R., Weiss, G. R., Redman, B. G., Tretter, C. P., McDermott, D., Smith, J. W., Gordon, M. S., and Margolin, K. A. Adjuvant high-dose bolus interleukin-2 for patients with high-risk renal cell carcinoma: a cytokine working group randomized trial. J.Clin.Oncol. 2003, 21: 3133-3140 73
DiBiase, S. J., Valicenti, R. K., Schultz, D., Xie, Y., Gomella, L. G., and Corn, B. W. Palliative irradiation for focally symptomatic metastatic renal cell carcinoma: support for dose escalation based on a biological model. J.Urol. 1997, 158: 746-749 Figlin, R. A., Thompson, J. A., Bukowski, R. M., Vogelzang, N. J., Novick, A. C., Lange, P., Steinberg, G. D., and Belldegrun, A. S. Multicenter, randomized, phase III trial of CD8(+) tumor-infiltrating lymphocytes in combination with recombinant interleukin-2 in metastatic renal cell carcinoma. J.Clin.Oncol. 1999, 17: 2521-2529 Galligioni, E., Quaia, M., Merlo, A., Carbone, A., Spada, A., Favaro, D., Santarosa, M., Sacco, C., and Talamini, R. Adjuvant immunotherapy treatment of renal carcinoma patients with autologous tumor cells and bacillus Calmette-Guerin: five-year results of a prospective randomized study. Cancer 1996 77: 2560-2566 Gez, E., Libes, M., Bar-Deroma, R., Rubinov, R., Stein, M., and Kuten, A. Postoperative irradiation in localized renal cell carcinoma: the Rambam Medical Center experience. Tumori 2002, 88: 500-502 Jocham, D., Richter, A., Hoffmann, L., Iwig, K., Fahlenkamp, D., Zakrzewski, G., Schmitt, E., Dannenberg, T., Lehmacher, W., von Wietersheim, J., and Doehn, C. Adjuvant autologous renal tumour cell vaccine and risk of tumour progression in patients with renal-cell carcinoma after radical nephrectomy: phase III, randomised controlled trial. Lancet 2004, 363: 594-599 Juusela, H., Malmio, K., Alfthan, O., and Oravisto, K. J. Preoperative irradiation in the treatment of renal adenocarcinoma. Scand.J.Urol.Nephrol. 1977, 11: 277-281 Kjaer, M., Frederiksen, P. L., and Engelholm, S. A. Postoperative radiotherapy in stage II and III renal adenocarcinoma. A randomized trial by the Copenhagen Renal Cancer Study Group. Int.J.Radiat.Oncol.Biol.Phys. 1987, 13: 665-672 Messing, E. M., Manola, J., Wilding, G., Propert, K., Fleischmann, J., Crawford, E. D., Pontes, J. E., Hahn, R., and Trump, D. Phase III study of interferon alfa-NL as adjuvant treatment for resectable renal cell carcinoma: an Eastern Cooperative Oncology Group/Intergroup trial. J.Clin.Oncol. 2003 21: 1214-1222 Pizzocaro, G., Piva, L., Colavita, M., Ferri, S., Artusi, R., Boracchi, P., Parmiani, G., and Marubini, E. Interferon adjuvant to radical nephrectomy in Robson stages II and III renal cell carcinoma: a multicentric randomized study. J Clin.Oncol. 2001, 19: 425-431 Werf-Messing, B. Proceedings: Carcinoma of the kidney. Cancer 1973, 32: 1056-1061 4.2.2. Het natuurlijk beloop bij het lokaal gevorderde en op afstand gemetastaseerde niercelcarcinoom Wetenschappelijke onderbouwing Het klinisch beloop van een gemetastaseerd niercelcarcinoom kan zeer verschillend zijn. Algemeen wordt aangenomen dat spontane regressie slechts in minder dan 1% van de gevallen voorkomt. Een interessante Britse fase II studie, waarin de patiënten werden vervolgd tot zij evidente tekenen van progressie vertoonden en daarna pas werden behandeld met Interferon (IFN) liet zien dat 5 van de 73 (7%) patiënten een spontane complete of partiële remissie vertoonden (Oliver 1989). Bovendien bleven 4 patiënten (12%) in remissie zonder tekenen van progressie gedurende 12 maanden. Bij deze studie dient te worden opgemerkt dat het om een geselecteerde groep van patiënten, verwezen naar een tertiair centrum en met een betere prognose leek te gaan dan de gemiddelde patiënt met een gemetastaseerd niercelcarcinoom. Een grote Canadese multicenter studie vergeleek Interferon-gamma (IFN-g) met placebo bij 197 patiënten (Gleave 1998). Patiënten met botmetastasen of een hypercalciaemie werden uitgesloten van deelname. Het remissiepercentage van de met IFN-g behandelde groep (4,4%) was lager dan het remissiepercentage in de placebogroep (6,6%, p=0.54). Remissieduur (11 versus 7 mnd), mediane tijd tot progressie (beide 1.9 mnd) en mediane 74
- Page 1 and 2:
Richtlijn Niercelcarcinoom
- Page 3 and 4:
INHOUDSOPGAVE Aanleiding 1 Doelstel
- Page 5 and 6:
vastgelegd wat thans wenselijk is b
- Page 7 and 8:
Indeling van de onderbouwing naar d
- Page 9 and 10:
1. Epidemiologische aspecten 1.1 Ep
- Page 11 and 12:
Naarmate een ruimte innemend proces
- Page 13 and 14:
Oda T, Miyao N, Takahashi A, Yanase
- Page 15 and 16:
Hu J, Mao Y, and White K: Diet and
- Page 17 and 18:
sarcomatoïde verandering, waardoor
- Page 19 and 20:
Sanders ME, Mick R, Tomaszewski JE,
- Page 21 and 22:
1.4 Voorlichting en psychosociale z
- Page 23 and 24:
Lee SJ, Back AL, Block SD, Stewart
- Page 25 and 26: niercelcarcinoom ontstaat (Zie hoof
- Page 27 and 28: Herring JC, Enquist EG, Chernoff A,
- Page 29 and 30: Aanbevelingen De wijze van presente
- Page 31 and 32: Conclusie Niveau 2 De diagnostiek v
- Page 33 and 34: Fout-positieve uitslagen ontstaan b
- Page 35 and 36: 3.2.1.4. 18F-FDG PET bij restadiër
- Page 37 and 38: 4% voor tumoren kleiner en 89% voor
- Page 39 and 40: 1999, Layfield 1993). Hierbij wordt
- Page 41 and 42: Literatuur Allaf ME, Bhayani SB, Ro
- Page 43 and 44: Tabel 3.1 Fuhrman Graderings Systee
- Page 45 and 46: Conclusie Niveau 1 TNM stadiëring
- Page 47 and 48: 3.2.2.7. Overige histopathologische
- Page 49 and 50: 4) Regionale lymfklieren a) Aantal,
- Page 51 and 52: 3.3 Voorlichting en psychosociale z
- Page 53 and 54: Literatuur Butow PN, Kazemi JN, Bee
- Page 55 and 56: Literatuur Butow PN, Dunn SM, Tatte
- Page 57 and 58: uitgebreidheid van de tumor, de voo
- Page 59 and 60: Kobayashi T, Nakamura E, Yamamoto S
- Page 61 and 62: Literatuur Blom JHM, van Poppel H,
- Page 63 and 64: Literatuur Bissada NK, Yakout HH, B
- Page 65 and 66: Stifelman MD, Handler T, Nieder AM,
- Page 67 and 68: Motzer RJ, Mazumdar M, Bacik J, Ber
- Page 69 and 70: Een lokaal recidief na een electiev
- Page 71 and 72: Niveau 3 Bij tumoren met een doorsn
- Page 73 and 74: cyclisch toepassen van vries en doo
- Page 75: 4.2.1.1. Adjuvante radiotherapie 4.
- Page 79 and 80: 1998), in een andere serie met 17 p
- Page 81 and 82: Literatuur Barney JD, Churchill EJ.
- Page 83 and 84: Radiochirurgie Radiochirurgie is aa
- Page 85 and 86: Cannady SB, Cavanaugh KA, Lee SY et
- Page 87 and 88: Uit een gerandomiseerd onderzoek na
- Page 89 and 90: Tabel 4.3. Combinatietherapie besta
- Page 91 and 92: Er zijn weinig gerandomiseerde tria
- Page 93 and 94: Conclusies Niveau 3 Niveau 3 Niveau
- Page 95 and 96: Weiss, G. R., Margolin, K. A., Aron
- Page 97 and 98: In Frankrijk kwam de immunotherapie
- Page 99 and 100: Chemotherapie en andere systemische
- Page 101 and 102: Aanbevelingen Het is gewenst kanker
- Page 103 and 104: 5 Follow-up 5.1 Het doel van follow
- Page 105 and 106: Aanbevolen wordt om controles bij n
- Page 107 and 108: Niveau 3 Patiëntgerichte follow-up
- Page 109: 8. Wat is de rol van VC-diagnostiek