Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4% voor tumoren kleiner en 89% voor tumoren groter dan 5cm (Brierly 2000). Zelfs een<br />
percentage van 26% zonder klassificerende diagnose (17 niet-adequate en 11 onzekere<br />
diagnoses) wordt genoemd (Truong 1999).<br />
In een serie met 28 Bosniak groep 3 tumoren worden alle biopten als adequaat en juist<br />
geklassificeerd door Harinsinghani (Hanrinsinghani 2003); echter in een serie met 199<br />
Bosniak groep 2F en 3 laesies was het percentage histopathologische onjuiste diagnoses<br />
onder 116 biopten 2,5% en het percentage inadequaat materiaal 12% (Lang 2002). Ook<br />
klinisch chemische bepaling van het cystevocht op amylase, lipase, LDH, vet, eiwit, ureum<br />
en kreatine, wordt daarbij als diagnostische parameter genoemd (Lang 2002).<br />
Resultaten met het bepalen van het subtype niercelcarcinoom en de differentiaal diagnose<br />
met oncocytoom komen naar voren in de cytologische artikelen waarbij veelal nog<br />
additionele (immunologische) kleuringen worden verricht ((Liu 2001, Renshaw 1997), met<br />
sarcomatoïde nierceltumoren (Auger 1993), en papillaire tumoren (Dekmezian 1991,<br />
Renshaw 1997).<br />
Er zijn geen gegevens aangetroffen over het risico op het ontstaan van entmetastasen bij<br />
naaldbiopten of cytologische naaldaspiraten van primaire of metastatische niertumoren.<br />
Conclusie<br />
Niveau 3<br />
Er zijn geen aanwijzingen dat een routine histologisch naaldbiopt of<br />
cytologisch naaldaspiraat een toegevoegde waarde heeft voor de keuze van<br />
de primaire behandeling van het niet gemetastaseerd niercelcarcinoom na(ast)<br />
beeldvormende technieken.<br />
C Dechet 2003, Brierly 2000<br />
Overige overwegingen<br />
De aard van een tumoreuze laesie kan in voorkomende gevallen desgewenst via naaldbiopt<br />
of naaldaspiraat histologisch of cytologisch aangetoond worden. De meest voorkomende<br />
redenen kunnen zijn om deze diagnose als enig bewijs te hebben bij irresectabel of<br />
gemetastaseerd proces (zonder volgende nefrectomie) en bij patiënten met een bewezen<br />
primaire tumor elders en een ruimte innemend proces in de nier. Daarnaast kan een<br />
radiologische differentiaal diagnose nader uitgewerkt worden met oncocytoom,<br />
angiomyolipoma en collecting duct carcinoom (Gattuso 1999, Lechevallier 2000, Renshaw,<br />
1997, Renshaw 1997, Liu 2001, Caoili 2002, Bonzanini 1994, Caraway 1995).<br />
Er zijn ontwikkelingen dat in geval van behandeling van gemetastaseerd niet clearcell<br />
niercelcarcinoom er geen bewezen toegevoegde waarde is van tumornefrectomie bij de<br />
systemische behandeling. Indien de histologie mede leidend wordt voor de keuze van de<br />
systemische therapie dan zal dit moeten worden meegenomen in de keuze van de lokale<br />
behandeling.<br />
Aanbevelingen<br />
Histologische naaldbiopten of cytologische naaldaspiraten, afhankelijk van de locale<br />
cytologische expertise, kunnen goed gebruikt worden om in individuele gevallen de aard van<br />
een tumoreus nierproces vast te stellen. In beperktere mate kan de morfologie van een<br />
tumoreus nierproces worden vastgesteld. Bij zowel naaldbiopten als cytologische<br />
naaldaspirate spelen immunologische kleuringen een belangrijke rol.<br />
Het beschikken over een histo- of cytopathologische diagnose is belangrijk bij<br />
gemetastaseerd of irresectabel niercelcarcinoom en bij patiënten met een bewezen primaire<br />
tumor elders en een ruimte-innemend proces in de nier.<br />
34