03.05.2013 Views

Richtlijn Niercelcarcinoom

Richtlijn Niercelcarcinoom

Richtlijn Niercelcarcinoom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.2.2.7. Overige histopathologische prognostische factoren<br />

Wetenschappelijke onderbouwing<br />

Er zijn vele factoren die geassocieerd lijken te zijn met ziektevrije overleving, maar deze<br />

blijken meestal niet consistent onafhankelijk te zijn van gradering en stadiëring. Er is één<br />

uitzondering, en wel het percentage necrose, dat in meerdere grote studies (N>400) als<br />

onafhankelijke prognostische ongunstige factor wordt gevonden (Moch 2000, Amin 2002,<br />

Frank 2002, Leibovich 2003, Blute 2004, Cheville 2003 en 2004). Necrose is echter geen<br />

prognostische factor bij het papillaire niercelcarcinoom. Tumoren die in de categorie vallen<br />

van ‘almost completely necrotic’ of ‘few tumor cells left’ zouden daarentegen juist een betere<br />

prognose hebben (Brinker 2000).<br />

Microvaatinvasie (MVI) wordt ook als prognostisch ongunstige factor gevonden (Van Poppel<br />

1997, Mrstik 1992, Goncalves 2004), maar niet altijd onafhankelijk van stadium of graad<br />

(Amin 2002, Ishimura 2004). Ishimura) en Goncalves vinden MVI als onafhankelijke<br />

prognostische factor bij patiënten met een pT1 of pT2 ziekte (Ishimura 2004, Goncalves<br />

2004). Microvaatinvasie komt voor in ongeveer 25-45% van de onderzochte patiënten. In alle<br />

studies blijkt er een duidelijke associatie te zijn met TNM stadium, tumor diameter en<br />

nucleaire graad.<br />

Van Poppel heeft 180 patiënten onderzocht met gelokaliseerd niercelcarcinoom, pT1-4 (Van<br />

Poppel 1997). Progressie komt voor in 39,2% van de patiënten met MVI versus 6,2% zonder<br />

MVI (p

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!