Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Richtlijn Niercelcarcinoom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
grotere tumoren, met hogere stadiëring en gradering, en hogere incidentie van metastasen)<br />
(Zisman 2003). In een retrospectieve analyse van Zisman –de grootste serie uit de recente<br />
literatuur- worden 207 patiënten met veneuze tumor thrombus vergeleken met 607 patiënten<br />
zonder thrombus (Zisman 2003). Van de 100 patiënten met een thrombus in de vena cava<br />
inferior waren er 21 met supradiafragmatische uitbreiding, waarvan 14 tot in het rechter<br />
atrium. De incidentie van metastasen in de groep met tumor thrombus is meer dan twee<br />
maal zo hoog in vergelijking met de groep zonder thrombus (63% versus 25%). In geval er<br />
geen metastasen (N0M0) zijn is de 2- en 5-jaarsoverleving respectievelijk 83% en 72% voor<br />
patiënten met een tumor thrombus in de vena cava inferior, en respectievelijk 90% en 68%<br />
voor patiënten met een thrombus in de vena renalis. Deze laatste overlevingspercentages<br />
zijn vergelijkbaar met die van patiënten zonder tumorthrombus (respectievelijk 93% en 81%).<br />
Het feit dat tumoren met een thrombus in de vena renalis in principe eerder gediagnostiseerd<br />
worden dan niercelcarcinomen met een thrombus in de vena cava inferior, maakt hun<br />
prognose gunstiger. Patiënten met een tumorthrombus blijken vaker een locaal recidief te<br />
vertonen binnen 6 maanden.<br />
Het blijft onduidelijk of het craniale niveau van de thrombus in de vena cava inferior van<br />
prognostisch belang is. Recente studies tonen aan dat de craniale uitbreiding van de<br />
thrombus geen invloed zou hebben op de overleving, bij niet-gemetastaseerde<br />
niercelcarcinomen, indien een radicale en veilige chirurgische techniek wordt toegepast<br />
(vaak met cardiopulmonale bypass en diepe hypothermic circulatory arrest) (Glazer 1996,<br />
Staehler 2000). Lokale tumor uitbreiding zou wel van prognostisch belang zijn, eerder dan<br />
het niveau van de tumor thrombus in de vena cava inferior (Zisman 2003). De hoge perioperatieve<br />
mortaliteit (tot 40%) bij supradiafragmatische tumorthrombi draagt eveneens bij<br />
tot een slechtere overleving (Staehler 2000).<br />
Conclusies<br />
Niveau 2<br />
Niveau 2<br />
De prognose van patiënten met een tumorthrombus in de vena cava inferior<br />
blijkt relatief gunstig, indien er geen metastasen zijn en een volledige<br />
chirurgische verwijdering mogelijk is.<br />
B Skinner 1989, Novick 1990, Swierzewski 1994, Zisman 2003, Bissada 2003<br />
Niercelcarcinomen met een tumorthrombus hebben doorgaans een hogere<br />
stadiëring en gradering. Ook komen metastasen minstens tweemaal zo vaak<br />
voor. Dit biologisch agressievere gedrag bepaalt de uiteindelijke prognose en<br />
niet zozeer het craniale niveau van de tumorthrombus<br />
B Zisman 2003, Giberti 1997, Ciancio 2002, Bissada 2003, Glazer 1996,<br />
Staehler 2000<br />
Overige overwegingen<br />
De inoperabiliteit zou toenemen naarmate de thrombus hoger reikt. De operatieve<br />
benadering en techniek voor het verwijderen van een thrombus uit de vena cava inferior<br />
wordt bepaald door het craniale niveau van de tumor thrombus. Bij thrombus uitbreiding<br />
boven het diafragma is behandeling in een gespecialiseerd centrum met cardiopulmonale<br />
chirurgische faciliteiten een noodzaak.<br />
Aanbeveling<br />
Om patiënten met een supradiafragmatische tumorthrombus optimale kansen te geven,<br />
dient behandeling plaats te vinden in een gespecialiseerd centrum met cardiopulmonale<br />
chirurgisch-technische faciliteiten.<br />
59