13.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

100 Rum TE VELDE<br />

omgebogen worden tot een vrije scheppingsmacht indien de<br />

uitdrukking (similitudo) innerlijk vermenigvuldigd wordt over vele<br />

en diverse schepselen, zodanig dat waar de gelijkenis van de één<br />

<strong>te</strong>kortschiet deze aangevuld wordt door de gelijkenis van de ander.<br />

Het bestaan van iets anders dan God is dus alleen denkbaar onder<br />

voorwaarde dat het het karak<strong>te</strong>r heeft van een pluriforme totali<strong>te</strong>it<br />

die een zo rijk mogelijk gedifferentieerde gelijkenis van Gods<br />

goedheid belichaamt. Een enkel schepsel is voor God geen partij,<br />

alleen een comple<strong>te</strong> wereld. Dit be<strong>te</strong>kent dat er in God, in zijn<br />

enkelvoudige scheppingsmacht, een principe van differentiatie<br />

aanwezig moet zijn, op grond waarvan de oorzaak de veelvuldigheid<br />

van het effect als zodanig kan in<strong>te</strong>nderen. Een dergelijk principe<br />

noemt men 'verstand', in<strong>te</strong>llectus.<br />

God schept dus door zijn verstand. Alleen op deze manier<br />

kan de veelvuldige en eindige bepaaldheid van de dingen bemiddeld<br />

worden met de enkelvoudige en oneindige bepaaldheid van Gods<br />

macht. Maar kan men nu ook zeggen dat God schept door zijn wil,<br />

en wel door een vrije wilsdaad?22Hoe kan men inzich<strong>te</strong>lijk maken<br />

dat het gedifferentieerde geheel van de eindige werkelijkheid berust<br />

in een vrij gewilde scheppingsdaad? Is dat niet hopeloos<br />

antropomorf? In zijn redenering vertrekt <strong>Thomas</strong> vanuit de<br />

ontologische bepaling van wil als de natuurlijke gerichtheid van elk<br />

ding op zijn eigen goed. Elk ding 'wil' in zekere zin zichzelf, zijn<br />

eigen goed. Zo geredeneerd kun je zeggen dat God zijn eigen<br />

goedheid wil en, zoveel als mogelijk, zijn goedheid aan het andere<br />

wil meedelen. Dit is zijn wezens<strong>te</strong>ndens en impliceert als zodanig<br />

nog geen vrijheid. Ook de zon 'wil' zijn licht meedelen. <strong>Thomas</strong><br />

s<strong>te</strong>lt nu dat God noodzakelijk zijn eigen goedheid als doel wil, niet<br />

als een <strong>te</strong> realiseren doel maar als altijd al gerealiseerd en voltooid<br />

(perfectum).23God wil en affirmeert zichzelf als het oneindige goed<br />

waarin hij heel zijn bestaan en leven heeft. Terwijl hij zichzelf als<br />

doel wil, wil hij het andere, de eindige uitdrukking van zijn goedheid<br />

in iets anders, omwille van zichzelf als doel. Maar hier stui<strong>te</strong>n we<br />

weer op een aporie. De oneindige macht van God dreigt weer om <strong>te</strong><br />

slaan in onmacht om iets anders dan zichzelf <strong>te</strong> willen, want de wil<br />

22 <strong>Thomas</strong> spreekt van per arbitrium voluntatis (De pot. q. 3, a. 15).<br />

23 STh I, q. 19 a. 3: "Voluntas enim divina necessariam habitudinem habet ad<br />

bonita<strong>te</strong>m suam, quae est proprium eius obiectum. Unde bonita<strong>te</strong>m suam<br />

esse Deus ex necessita<strong>te</strong> vult."

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!