Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TRANSCENDENTALE NOTIES VAN WERKELIJKHEID 135<br />
zijnde 'iets' genoemd wordt, een transcendentale naam die verder<br />
onherleidbaar is.<br />
5.3. Derde conclusie96<br />
Na het begrip van 'iets' volgt onmiddellijk met de zesde<br />
gedach<strong>te</strong>stap het begrip van 'ding'. Aangezien de transcendentale<br />
<strong>te</strong>rm 'ding' uitdrukking geeft aan de eigen quiddi<strong>te</strong>it of essentie van<br />
zijnde, bezit elk zijnde zijn eigen quiddi<strong>te</strong>it of essentie. Het bezit van<br />
een eigen essentie is ech<strong>te</strong>r voorwaardelijk, want elk zijnde kan<br />
alleen een eigen essentie hebben als het in zichzelf onverdeeld is<br />
(eenheid bezit) en als het onderscheiden is van elk ander zijnde door<br />
zijn iets-zijn. Na het transcendentale begrip van eenheid en iets-zijn<br />
formeert het verstand dan ook het transcendentale begrip van<br />
'ding,.97<br />
Javelli vermeldt niet wat het formele kenmerk van het<br />
transcendens 'ding' is. Hij zegt alleen dat deze <strong>te</strong>rm de quiddi<strong>te</strong>it of<br />
essentie van zijnde uitdrukt. Maar quiddi<strong>te</strong>it of essentie is toch<br />
eerder het ma<strong>te</strong>riële opzicht waaronder zijnde als ding bezien wordt.<br />
Vergelijk de <strong>te</strong>rm 'één': formeel kenmerk is de indivisio, ma<strong>te</strong>rieel<br />
kenmerk is de iden<strong>te</strong> substantie van elk zijnde. Wat is nu het formele<br />
kenmerk, de ratio van ding? Caput IV van Javelli's Tractatus, dat<br />
handelt over het transeendens res, geeft hierover geen uitsluitsel,<br />
maar in zijn commentaar op Metaphysica IV qu.3 zegt Javelli dat de<br />
<strong>te</strong>rm 'res' uitdrukking geeft aan de vastheid en stabili<strong>te</strong>it van zijnde,<br />
en welomdat elk reëel zijnde een zekere en krachtig gevestigde<br />
zijndheid heeft, die niet het resultaat is van een of andere<br />
verstandsoperatie." Dit formele kenmerk van zijnde als ding heeft<br />
Javelli zeker ontleend aan <strong>Thomas</strong>, die res etymologisch afleidt van<br />
96 Vgl. de voorgaande beschouwingswijze van zijnde als ens in se<br />
a/fi,rmative.<br />
9 De transc., 464a: "Tertia conc1usio. Post conceptum ipsius aliquid statim<br />
sequitur conceptus rei. Quoniam dicitur res a sua propria quiddita<strong>te</strong>, vel<br />
essentia: propriam au<strong>te</strong>m quiddita<strong>te</strong>m, vel essentiam unumquodque habet,<br />
inquantum est indivisum in se, et divisum a quolibet alio, alioquin sua<br />
essentia non esset sibi propria: ergo post conceptum unius et aliquid,<br />
in<strong>te</strong>llectus ordina<strong>te</strong> procedens immedia<strong>te</strong> format conceptum rei."<br />
98 Quaestiones super IV Metaphysices, q. 3, in Opera omnia 1. I, 735a:<br />
"Dicitur au<strong>te</strong>m res a ratus rata, eo quod ornne ens reale est certae et firmae<br />
entitatis prae<strong>te</strong>r opus animae."