13.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

OVER GOD ALS PERSOON 101<br />

vindt in zijn principale object - de oneindige goedheid van God zelf<br />

- geen enkele noodzakende grond om een bepaalde uitdrukking van<br />

die goedheid in iets anders <strong>te</strong> willen. Geen enkele eindige goedheid<br />

voegt immers iets toe aan de goedheid die God zelf is.24 Elk schepsel<br />

is overtollig in de zin dat het absoluut niet nodig is om de goedheid<br />

die God is volledig <strong>te</strong> maken. God is zichzelf genoeg. Let wel: er is<br />

werkelijk sprake van een aporie. Zichzelf genoeg zijn be<strong>te</strong>kent voor<br />

<strong>Thomas</strong> niet dat God niet scheppend naar bui<strong>te</strong>n wil treden. God is<br />

scheppende zijnsmacht. Maar de natuurlijke drang tot mededeling<br />

van de eigen volkomenheid aan het andere vindt in die volkomen<br />

goedheid die God zelf is en die het doel van zijn wil is geen<br />

bepalende grond! Er bestaat geen noodzakelijke relatie tussen Gods<br />

goedheid en een eindige goedheid zodanig dat God zijn goedheid<br />

niet als doel kan willen <strong>te</strong>nzij door een eindige goedheid <strong>te</strong> willen<br />

omwille daarvan. Gods oneindige goedheid is niet afhankelijk van de<br />

eindige uitdrukking van zijn goedheid in iets anders. Dat zou immers<br />

be<strong>te</strong>kenen dat Gods goedheid pas tot stand zou komen in en door de<br />

eindige uitdrukking van zijn goedheid in het andere.<br />

Als het doel van Gods wil geen bepalende grond bevat om<br />

iets anders omwille van dat doel <strong>te</strong> willen, en de schepping in dit<br />

opzicht overbodig en nodeloos is, en dus niet van de grond komt, dan<br />

kan het bestaan van de geschapen werkelijkheid alleen begrepen<br />

worden door de oneindige scheppende zijnsmacht die God is <strong>te</strong><br />

denken als een zich bepalende wil. En dat noemen we een vrije wil,<br />

een wil van een gees<strong>te</strong>lijk wezen dat zichzelf als dit of dat willende<br />

wil, zich vrij tot die scheppende wilsdaad bepaalt. De zo gedach<strong>te</strong><br />

vrijheid van God in zijn scheppingsdaad heeft niets <strong>te</strong> maken met<br />

een keuze of een beslissing. Het gaat erom dat Gods wil alleen<br />

gedacht kan worden als de productieve grond van alle dingen indien<br />

ze een zichzelf bepalende grond is. Via de aporie zien we hoe de<br />

omslag van 'natuur' (oneindige zijnsmacht) naar 'geest' (vrijheid,<br />

personali<strong>te</strong>it) plaats vindt. De oneindige zijnsmacht die God is kan<br />

als het ware niet 'naar bui<strong>te</strong>n toe' actief zijn <strong>te</strong>nzij door zich <strong>te</strong><br />

verinnerlijken tot geest in verstand en wil.25<br />

24 Ibid.: "Unde, cum bonitas Dei sit perfecta, et esse possit sine aliis, cum<br />

nihil ei perfectionis ex aliis accrescat."<br />

25 Dit 'verinnerlijken tot geest' is niet iets dat tot stand moet komen. God is<br />

altijd al 'verinnerlijkt' of zoals <strong>Thomas</strong> het beschrijft: God is reditio in se<br />

completa, volkomen <strong>te</strong>rugkeer tot zichzelf, maar dan zonder de beweging

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!