Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
82 Rum TEVELDE<br />
mindere ma<strong>te</strong> voor het jodendom en de islam). Chris<strong>te</strong>nen menen dat<br />
God <strong>te</strong>r sprake gebracht kan worden omdat en inzoverre Hij zelf<br />
heeft gesproken en zijn verborgen aanwezigheid kenbaar heeft<br />
gemaakt, met name in de persoon van Jezus Christus. Hoe komt het<br />
dan dat God verdwenen lijkt <strong>te</strong> zijn ach<strong>te</strong>r bepaalde vigerende<br />
godsbeelden die als een imaginaire constructie ervaren worden?<br />
Vanwaar die blijkbare behoef<strong>te</strong> om de ca<strong>te</strong>gorie van de persoon en<br />
het persoonlijke <strong>te</strong> schrappen uit de religieuze verhouding tot het<br />
transcenden<strong>te</strong>?<br />
.Afscheid van het geloof in een persoonlijke God blijkt niet<br />
hetzelfde <strong>te</strong> zijn als het afscheid van religie of van het religieuze<br />
besef van transcendentie. Het gaat eerder om een bewustwording van<br />
hoe wij ons verhouden tot onze religieuze voors<strong>te</strong>llingen en<br />
dogmatische constructies, hoe wijzelf er met onze religieuze<br />
imaginatio in zit<strong>te</strong>n en er vaak ook in verstrikt raken. Volgens<br />
Kui<strong>te</strong>rt kunnen we misschien niet anders over God spreken dan als<br />
over iemand, dus vanuit het antropocentrische binnenperspectief van<br />
de eigen zelfervaring. God is iemand, iemand die ons lief heeft, die<br />
we in onze nood kunnen aanroepen, iemand in wie we ons<br />
vertrouwen kunnen s<strong>te</strong>llen. Maar iets in een dergelijke manier van<br />
spreken voelt toch ongemakkelijk, juist omdat dit soort spreken zich<br />
van de werkelijkheid dreigt los <strong>te</strong> zingen. Is God werkelijk<br />
'iemand'? Wat moe<strong>te</strong>n we ons daarbij voors<strong>te</strong>llen in het licht van<br />
onze (we<strong>te</strong>nschappelijke) ervaring van de werkelijkheid (denk aan de<br />
evolutie!) waar we maar moeilijk een 'iemandachtig' wezen ach<strong>te</strong>r<br />
kunnen bespeuren?<br />
Het probleem voor Kui<strong>te</strong>rt is misschien nog niet eens zozeer<br />
de gepersonaliseerde God-talk als zodanig, maar eerder de<br />
vooronders<strong>te</strong>lling dat we onze geloofsvoors<strong>te</strong>llingen rationeel<br />
kunnen verankeren en er een realistische beschrijving van God van<br />
menen <strong>te</strong> kunnen maken. Wat wringt is niet de direct beleefde<br />
geloofsverhouding tot God als tot een soort persoon, maar de<br />
gerationaliseerde reflexieve vorm van deze voors<strong>te</strong>lling in het<br />
theïstisch concept van God.<br />
Het onbehagen in de voors<strong>te</strong>lling van een persoonlijke God<br />
wijst op een reële problematiek. Door van God als van een persoon<br />
<strong>te</strong> spreken lijkt het er namelijk op dat we het antropocentrische<br />
binnenperspectief van onze zelfervaring uitvergro<strong>te</strong>n en projec<strong>te</strong>ren<br />
op God. Maar <strong>te</strong>gelijk met en in contrast tot dit binnenperspectief