13.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 2006 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

124 PETERR. VANVELDHUIJSEN<br />

Het eers<strong>te</strong> thema van onderzoek betrof de vraag naar de wijze<br />

waarop de transcendentia onderscheiden worden van zijnde. Zoals al<br />

gezegd: de eers<strong>te</strong> twee conclusiones bedoelden <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien dat de<br />

transcendentia niet reëelonderscheiden zijn van zijnde, maar dat zij<br />

met zijnde coëx<strong>te</strong>nsief of convertibel zijn, <strong>te</strong>rwijl de derde conclusie<br />

duidelijk heeft gemaakt dat het onderscheid met zijnde gelegen is in<br />

een begripsmatige distinctie. Dit onderscheid op het niveau van<br />

begrip en ratio gaat Javelli nu verder uitwerken via de notie van<br />

zijnsadditie.<br />

Het tweede thema van onderzoek in de prolegomena van de<br />

transcendentia betreft de vraag wat de transcendentale namen<br />

toevoegen aan zijnde. Javelli's uitwerking van deze tweede kwestie<br />

is s<strong>te</strong>rk afhankelijk van <strong>Thomas</strong>' grondleggende tractaat De verita<strong>te</strong><br />

(q.l a.l sol.), zoals duidelijk zal blijken uit het vervolg. Javelli begint<br />

met <strong>te</strong> zeggen dat de vijf transcendentia (unum, aliquid, res, verum,<br />

bonum) vijf algemene zijnswijzen toevoegen aan zijnde zelf, wijzen<br />

die overeenkomen met alles wat werkelijk is. Maar het zijn<br />

zijnswijzen die niet uitgedrukt worden door het transcendentale<br />

begrip zijnde zelf.64 <strong>Thomas</strong> zegt het in De verita<strong>te</strong> q.I a.I sol. zo:<br />

Aliqua dicuntur addere super ens in quantum exprimunt modum<br />

ipsius entis qui nomine entis non exprimitur. Vooreerst ech<strong>te</strong>r heeft<br />

het begrip van additio entis een tweevoudige be<strong>te</strong>kenis, zo vervolgt<br />

<strong>Thomas</strong> en zo volgt Javelli in diens voetspoor. Enerzijds is er de<br />

bijzondere zijnswijze die gewoonlijk niet aan elk zijnde toekomt en<br />

met elk zijnde overeens<strong>te</strong>mt, maar die aan een welbepaald zijnde<br />

toekomt. Een voorbeeld is het zelfstandig zijn, dat alleen toekomt<br />

aan de substantie. Volgens deze bijzondere zijnswijzen wordt zijnde<br />

onderverdeeld in de tien ca<strong>te</strong>gorieën.f<br />

Uit het voorafgaande is gebleken dat de transcendentia<br />

vanwege hun coëx<strong>te</strong>nsivi<strong>te</strong>it met zijnde alleen begripsmatige<br />

toevoegingen zijn. Bui<strong>te</strong>n zijnde is immers niets. De enige reële<br />

zijnstoevoeging kan dan ook alleen een inperkende en bijzondere<br />

64 De transc., 463a: "Pro evidentia secundi adver<strong>te</strong>, quod quinque<br />

transcendentia addunt quinque modos essendi generales, convenien<strong>te</strong>s<br />

cuilibetrei,et nonsun<strong>te</strong>xpressiper concepturnentis."<br />

65 De transc., 463a:"Unde nota,quodmodusessendiadditusenti est duplex,<br />

nam quidam est specialis, qui scilicet non convenit ornni enti, sed<br />

de<strong>te</strong>rminatio,ut hie modus,qui est esse per se, convenitsoli substantiae.Et<br />

secundumhos modosspecialesdistinguunturens in decempraedicamenta"

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!