Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
44<br />
het voortgezet onderwijs uitgevoerd is voor het vak biologie (Brouwers & Morélis,<br />
2003). Door materiaal te ordenen zoals experts het doen, boekt dit project goede leerresultaten.<br />
Niet de lerende structureert vooraf, dat doet een expert. Van lerenden wordt<br />
verwacht dat zij de informatie verwerken zoals de expert dit doet.<br />
Ravitch (2000) vindt de opvatting verkeerd dat in de school tijdens het leren de overdracht<br />
van kennis geminimaliseerd of zelfs genegeerd dient te <strong>worden</strong>. Dit leidt er<br />
volgens haar toe dat jongeren de intellectuele kracht van de ervaringen van anderen<br />
missen, wat hen belet te gaan staan op de schouders van ‘giants in every field of<br />
thought and action’ (p. 466). 98 Meer in het algemeen is het dus de vraag hoe de kennisflowbenadering<br />
van het constructivisme zich verhoudt tot de gebruikelijke kennisstockbenadering<br />
(Kessels, 2002). Het aan Vygotski ontleende concept ‘zone van de<br />
naaste ontwikkeling’, als uitdrukking van ontwikkelend onderwijs, kunnen we misschien<br />
zien als een hulpmiddel om in de kennisflowbenadering de intrinsiek pessimistische<br />
opvatting over groei van (wetenschappelijke) kennis te boven te komen. Constructivistische<br />
opvattingen kennen voor individuele kennisgroei een grote rol toe aan<br />
aanwezige (voor)kennis.<br />
Receptie van het constructivisme en de rol van de leraar<br />
In aansluiting op het vorige punt wil ik opmerken dat de receptie van het constructivisme,<br />
of de consequenties van het constructivisme, waarschijnlijk veel invloed heeft<br />
gehad op de rol en de functie van de leraar. Zo heeft de veranderende rol van de leraar<br />
voor veel onduidelijkheid gezorgd over de positie van de leraar. Als voorbeeld noem ik<br />
de al gememoreerde opvatting dat de leraar meer een begeleider of ontwerper van<br />
leerprocessen moet <strong>worden</strong>, en minder een overdrager van kennis. Dat heeft de onzekerheid<br />
vergroot. Veel leraren vinden, en zij niet alleen, dat de rol van domeinkennis<br />
erg gerelativeerd wordt, terwijl hun keuze voor het beroep, zeker in het voortgezet<br />
onderwijs, vaak in eerste instantie is ingegeven door de vakinhoud. Een probleem dat<br />
erbij komt, is dat het onduidelijk wordt wat de aard behoort te zijn van de (ondersteunende)<br />
activiteiten die een leraar dient te ondernemen. Soms heeft dat bij leerkrachten<br />
geleid tot een verkeerde, passieve houding: laat de leerlingen maar zelfstandig studeren<br />
in het studiehuis. Ze moeten het zelf maar uitzoeken. De onduidelijkheid over de<br />
functie van de leerkracht wordt nog versterkt doordat met betrekking tot vakinhouden<br />
een beweging is waar te nemen die zich afwendt van vereenvoudigde disciplinaire vakkennis,<br />
Riemersma et al. (2003) spreken in dit verband over ‘pedagogische simplificatie’,<br />
in de richting van brede leergebieden.