21.09.2013 Views

Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland

Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland

Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

89 Bij het verwerven van een taal bijvoorbeeld zul je ook vocabulair en idioom moeten leren. Niet uit te<br />

sluiten is dat de constructivistische opvatting over leren wat gemakkelijker toe te passen is in het ene<br />

vak (wiskunde?) dan het andere (geografie?).<br />

90 Jonassen (1994) ziet acht gemeenschappelijke kenmerken in het aanbieden van leeromgevingen.<br />

‘1. Constructivist learning environments provide multiple representations of reality. 2. Multiple representations<br />

avoid oversimplification and represent the complexity of the real world. 3. Constructivist<br />

learning environments emphasize knowledge construction inserted of knowledge reproduction.<br />

4. Constructivist learning environments emphasize authentic tasks in a meaningful context rather<br />

than abstract instruction out of context. 5. Constructivist learning environments provide learning<br />

environments such as real-world settings or case-based learning instead of predetermined sequences<br />

of instruction. 6. Constructivist learning environments encourage thoughtful reflection on experience.<br />

7. Constructivist learning environments enable context- and content-dependent knowledge instruction.<br />

8. Constructivist learning environments support collaborative construction of knowledge<br />

through social negotiation, not competition among learners for recognition.’ Afhankelijk van het<br />

standpunt dat men inneemt (sociaal-constructivistisch versus cognitief-constructivisitisch) kunnen<br />

deze kenmerken een ander gewicht krijgen (zie ook de eerdere noot waarin ik Wardekker citeer over<br />

de inspiratie door Vygotski en Piaget). Belangrijke inspiratiebronnen voor constructivistisch leren zijn<br />

verder ook Dewey (1896) en Bruner (1985). Voorbeelden van de inrichting van leeromgevingen gebaseerd<br />

op constructivistische en studentgerichte uitgangspunten zijn te vinden bij Hirumi (2002) en<br />

Neo & Neo (2002). Mortera-Guriérrez (2002) geeft een voorbeeld van een wat meer algemene aanpak<br />

van afstandsonderwijs, waarbij de auteur ingaat op de rol van ‘instructor’ (voor een overzicht van constructivistische<br />

leeropvattingen en de implicaties voor onderwijs zie Kanuka & Anderson, 1999; voor<br />

een meer traditioneel gericht overzicht zie Cuban, 1984; Vermunt, 1998; Vermunt & Verloop, 1999).<br />

91 Als er inderdaad geen criterium meer zou zijn, dan zou liegen in de constructivistische opvatting niet<br />

voor kunnen komen. Een ‘algemeen’ waarheidscriterium is er immers niet meer. Alleen persoonlijk zou<br />

men nog een waarheidscriterium kunnen hanteren; een zekere vorm van persoonlijke consistentie in<br />

de tijd. Interessant in dat verband is ook hoe het met de rechtspraak zou gaan. Radicaal-constructivistische<br />

opvattingen maken het ook moeilijk te begrijpen waarom er een gemeenschappelijke taal<br />

ontstaat of waarom mensen elkaar kunnen begrijpen. Eveneens is dan onduidelijk hoe gemeenschappelijke<br />

normen en waarden kunnen bestaan.<br />

Huisman (1996, p. 126) brengt hier het argument van de gedeelde waarnemingskennis tegenin:<br />

‘Onder gelijke condities ondergaan subjecten - onafhankelijk van elkaar - de niet te ontkennen<br />

gegevens van het object op dezelfde manier.’<br />

92 Over het sociaal-constructivisme merkt Collins (2001, p. 858) op:‘It is often supposed that social constructivism<br />

undermines thruth. If reality is socially constructed, there is no objectivity and no reality.<br />

I deny the conclusion. Social constructivism is sociological realism; and sociological realism carries<br />

with it a wide range of realistic consequences.’<br />

93 Huisman (1996) noemt deel 2 van haar boek ‘Kennis gewogen: Voorbij het constructivisme’. In een<br />

uitgewogen analyse neemt ze zowel afstand van het objectivisme als van het constructivisme.<br />

Verhelderend is haar onderscheid tussen ontologische, epistemologische en theoretische hoedanigheden<br />

(p. 107 e.v.). Op pagina 125 schrijft ze:‘Dat het leren kennen zich altijd afspeelt in een kenverhouding<br />

tussen het subject en het object is dus allerminst aanleiding voor een subjectivistische,<br />

constructivistische of relativistische kennisleer. Integendeel, het benadrukt veeleer de eigen bijdrage<br />

van zowel het object als het subject en biedt tegenwicht aan het onderschatten of juist overschatten<br />

van de status van de empirische uitspraken die wij doen. Door de grenzen die het verhoudend kennen<br />

stelt gaan empirische uitspraken nooit over ‘’het wezen’’ van de dingen, zo metafysisch-essentialisme<br />

buitensluitend. Ze slaan in principe wèl op het object, maar bieden weer geen absolute<br />

waarheid, zo metafysisch-absolutisme uitsluitend. Met een empirische uitspraak zeggen we iets<br />

over de door het subject waarneembare werkelijkheid. Niet meer maar ook niet minder. Empirische<br />

<strong>Leraar</strong> <strong>worden</strong>: ‘under construction’?<br />

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!