Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
90<br />
en toepassing op den duur weinig invloed hebben op de onderwijspraktijk. (zie Vallen & Stijnen, 1996,<br />
voor de resultaten van een beperkte follow-upstudie). Niet voor niets wordt in huidige onderwijsvernieuwingstrajecten<br />
veel belang gehecht aan zaken als organisatorische voorwaarden en inbedding<br />
(niet te veel koppelen aan personen), heldere probleemanalyse vooraf, duidelijke doelen, een<br />
duidelijke invloed van betrokkenen en een helder ontwerp. Sommige subsidiërende instanties eisen<br />
terecht dat een bepaald percentage van het projectbudget besteed wordt aan implementatie en<br />
(kennis)disseminatie en -uitwisseling.<br />
Het Kerkradeproject laat overigens ook helder zien dat onderscheiden functies te exclusief concentreren<br />
in afzonderlijke organisaties een belemmering vormt voor innovatie. Door in het beginstadium<br />
van het genoemde onderzoeks-, ontwikkel- en innovatieproject bijvoorbeeld te veel voorbij te gaan<br />
aan de uiteindelijke innovatieve functie, zodat er beperkte mogelijkheden tot iteratie zijn, wordt de<br />
betekenis van onderzoeksresultaten en ontwikkelresultaten al snel vrij relatief ten opzichte van de<br />
implementatie- en innovatiefunctie. In een dergelijke aanpak leren participanten, die vanuit hun functie<br />
meer betrokken zijn bij implementatie- en innovatie-activiteiten, niet dat toegesneden, ecologisch<br />
valide research en ontwikkeling van zeer grote waarde zijn voor succesvolle implementatie en innovatie.<br />
In relatie tot het bovenstaande dringt zich hier een analogie op met wat in de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />
<strong>Nederland</strong> vaak aangeduid wordt als ‘gouden driehoek’, waarin onderwijstechnologie, didactiek en<br />
‘content’ samengaan. Dit spoort goed met, op internationale ervaringen gestoelde, opvattingen over<br />
onderzoeken, ontwerpen, ontwikkelen en implementeren, die de nadruk leggen op een verschuiving<br />
van lineair ontwerpen in de richting van meer tweezijdige en iteratief gestuurde processen. Anders<br />
gezegd: dan vervalt het traditionele eenrichtingsverkeer dat een aanbodgerichte benadering nu eenmaal<br />
met zich meebrengt, ten gunste van een meer klantgerichte benadering. Het in de hoofdtekst<br />
genoemde verschijnsel ‘mutuele adaptie’ bij onderwijsvernieuwingen past naadloos in deze schets<br />
(zei ook hoofdstuk 7).<br />
103 Van der Sanden (1999) onderstreept dit op duidelijke wijze.<br />
104 Mijn standpunt komt in grote lijnen overeen met de recente verkenning Leren in een kennissamenleving<br />
van de Onderwijsraad (2003a). Naast veel aandacht voor het nieuwe leren blijven ook ‘oude’<br />
vormen van belang (voor een interessant boek over onderwijs en constructivisme zie Larochelle et al.,<br />
1998).<br />
105 Met dank aan prof. dr. H. van den Bosch en dr. B. Zwaneveld.<br />
106 Ook lerarenopleiders dienen te professionaliseren (Korthagen, 2002). Deze noodzaak tot verdere<br />
professionalisering gaat in de toekomst zeker ook op voor opleidingsdocenten.<br />
107 Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt streeft ernaar in 2003 tien regionale convenanten tot<br />
stand te brengen in het primair onderwijs en tien in het voortgezet onderwijs. De regionale aanpak is<br />
van belang omdat de onderwijsarbeidsmarkt een regionale markt is. Gemiddeld gaat twee derde van<br />
de lerareninstroom (afgestudeerden en ‘stille reserve’) in de eigen regio aan het werk. In de bedoelde<br />
convenanten maken scholen, lerarenopleidingen en andere betrokkenen onderling afspraken. (HBOraad<br />
& Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 2000). De afspraken kunnen bijvoorbeeld<br />
betrekking hebben op streefcijfers voor aantallen zij-instromers, onderwijsassistenten,<br />
leraarondersteuners en allochtone leraren, en de doorstroom van leraren naar managementfuncties.<br />
De <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Nederland</strong> kan hier hulp bieden. Over de inzet van onderwijsassistenten kan<br />
gemeld <strong>worden</strong> dat de ondervraagden in het onderzoek van de Algemene Vereniging Schoolleiders<br />
(Van de Kerkhof et al., 2003) het in meerderheid (57 procent) oneens zijn met de stelling dat de inzet<br />
van onderwijsassistenten het lerarentekort fors zal terugdringen (zie voor de waarde van onderwijsondersteunende<br />
functies ook Prick et al., 2002).<br />
108 Voor enkele scenario’s zie Van Velzen & Den Ouden (2002).<br />
109 Leren op de werkplek hoeft uiteraard niet alleen in de eigen school plaats te vinden, het kan ook op<br />
andere scholen. De leerervaringen hoeven bovendien niet beperkt te blijven tot de begrensde<br />
schoolomgeving. Relevante ervaringen kunnen ook elders <strong>worden</strong> opgedaan. Dit benadrukt nog eens<br />
het belang van elders verworven competenties (zie ook Ministerie van Onderwijs, Cultuur en<br />
Wetenschappen, 2000a).