S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
92 Jan VerschuurenandDénesTavy<br />
10.3.1.2 Ijstest<br />
Vanpraktischewaardebijdediagnostiek,naasthetlichamelijkonderzoek,kanookdeijsbloktest<br />
zijn. Hierbij wordt de ptosis beoordeeld <strong>voor</strong> en na applicatie van een ijsblokje tegen het ooglid<br />
gedurende1tot2minuten.Detestispositief<strong>voor</strong>MGalsdeptosisnadeijsapplicatiesignificant<br />
(> 2 mm) is verbeterd. Verklaring <strong>voor</strong> het effect bij MG is tijdelijke remming van cholinesterase<br />
door de lage temperatuur met sterke toename van beschikbaarheid van ACh in de synapsspleet.<br />
Uit de literatuur blijkt <strong>voor</strong> de ijsbloktest een hoge sensitiviteit (80-100%) in combinatie met een<br />
hoge specificiteit (vrijwel 100%; in gedegen studies ook vergeleken met groep patiënten met andere<br />
oorzaken <strong>voor</strong> een ptosis)(28). Opvallend is dat de proef bij een complete ptosis door MG<br />
meestal negatief is; blijkbaar isde blokkade van de synaps dan teernstig.<br />
10.3.1.3 MuSK variant<br />
Bij patiënten met MuSK variant zijn klinisch meest de bulbaire en schouderspieren aangedaan.<br />
RZSuitgevoerdindehand,trapeziusenOOCsgafin1studie86%vandegevalleneenafwijkend<br />
decrement. (29) Onderzoek van de OOC was hierbij het meest sensitief. SFEMG was afwijkend<br />
bij 90%.<br />
10.3.2 LambertEatonMyastheenSyndroom<br />
De meeste patiënten met LEMS hebben een verkleinde CMAP in distale musculatuur na enkelvoudige<br />
stimulatie. De bevinding van een distaal te lage CMAP bij motorisch geleidingsonderzoek<br />
bij een patiënt met gegeneraliseerde motorische zwakte moet doen denken aan LEMS. Het<br />
EMGgeeftinsommigegevallendediagnoseLEMSaan<strong>voor</strong>datditklinischwordtoverwogen.In<br />
een studie werd een verkleinde amplitude van de CMAP in rust gevonden bij 95% van de gevallen<br />
in de pinkmuis, bij 85% in de thenar, bij 80% in de extensor digitorum communis en slechts<br />
55% in de trapezius.(30)<br />
HF geeft bij LEMS typisch een increment van 60% of meer, veelal van honderden%. Bij LF<br />
is er meestal een decrement dat over 10 stimuli geleidelijk toeneemt (zie ook Figuur 10.3), in<br />
tegenstelling tot de typische U vorm bij MG. In de pinkmuis is RZS vrijwel altijd afwijkend bij<br />
LEMS, ook als deze spiergroep asymptomatisch is. Bij normale RZS is de diagnose LEMS zeer<br />
onwaarschijnlijk. De combinatie van een distaal lage CMAP en sterk toegenomen increment is<br />
zeer specifiek <strong>voor</strong> een pre-synaptische aandoening. Eigenlijk is er na deze bevindingen geen<br />
indicatie meer <strong>voor</strong> decrementie onderzoek of SFEMG. SFEMG is meestal afwijkend bij LEMS.<br />
Soms verbetert de jitter of nemen de blokkades af door stimulusfrequentie te verhogen tot 20Hz.<br />
GezienhetspecifiekafwijkendpatroonvanincrementendecrementzalSFEMGbijLEMSzelden<br />
nodig zijn.<br />
Voorbeidemethodenwaarvandenormaalwaarden vermeldzijnindeTabellen10.3en10.4<br />
geldt dat het SFEMG afwijkend isindien<br />
• Mean MCD <strong>voor</strong> 20 MFAPS afwijkend<br />
• MCD <strong>voor</strong> 10% ofmeer MFAPs afwijkend.<br />
• Blokkades in twee ofmeer vezels.