26.09.2013 Views

S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie

S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie

S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

10 Diagnostiekvan de neuromusculaireovergang:klinischebliken bibbers 85<br />

van ACh uit de secundaire snel mobiliseerbare <strong>voor</strong>raad bij repetitieve stimulatie geen afname<br />

in amplitude van de CMAP ontstaan. In geval van gestoorde synapsfunctie kan dit mechanisme<br />

te kort schieten en tot lager gevolteerde EPPs leiden die niet meer boven de drempelwaarde<br />

uitkomen. Debetreffende spiervezel isdan geblokkeerd. Bijblokkade van voldoende spiervezels<br />

zal de amplitude van de CMAP significant dalen; dit noemt men decrement. Indien er al initieel<br />

pathologisch geblokkeerde spiervezels zijn en de stoornis <strong>voor</strong>al pre-synaptisch bepaald is kan<br />

er bij HF stimulatie door facilitatie van de ACh release een deblokkade van spiervezels optreden<br />

met een toename van amplitude van de CMAP: incrementie. Het is goed om te benadrukken dat<br />

incrementie alleen kan optreden indien de CMAP in rust, bij de start van het onderzoek, te laag<br />

is. In feite is incrementie een normalisering van de CMAP amplitude. Een increment van 400%<br />

betekent dus eigenlijk dat de rust-CMAP 25% van de normale waarde was. Bij een normale rust<br />

CMAP waarde kan er dus geen increment verwacht worden.<br />

10.2.2.1 Decrementie onderzoek<br />

Bij onderzoek op decrementie wordt een serie supramaximale CMAPs opgewekt onder laagfrequente<br />

stimulatie. De meest gebruikt frequentie is 3 Hz, in een reeks van 10 opeenvolgende stimuli.<br />

Hierbij kunnen spier-zenuw combinaties naar keuze worden gebruikt, meest praktisch en<br />

methodologisch beproefd zijn de volgende:<br />

• Ulnaris-Pinkmuis (distaal)<br />

• Trapezius-accessorius (proximaal)<br />

• Nasalis-Facialis (gelaat)<br />

• Orbicularis Oculi-Facialis (gelaat)<br />

UitvoeringvanRZSvergtmeervaardigheidenaandacht<strong>voor</strong>techniekdanhetmetenvaneen<br />

enkele CMAP. Door de opeenvolgende reeks is er meer gevaar van artefacten door verschuiven<br />

van afleid of stimulus elektroden. Voor uitgebreide toelichting op de methode wordt verwezen<br />

naar recente overzichten (17,18,19,20). Het is nuttig om met een aantal spieren ervaring op te<br />

doen, en deze in het repertoire te hebben. Met deze combinaties kan afhankelijk van de kliniek<br />

een onderzoekstrategie worden bepaald. Het is belangrijk <strong>voor</strong> elke zenuw te zoeken naar een<br />

optimale stimulus plaats zodat de supramaximale stimulus in absolute zin niet te hoog is, hierdoor<br />

is het onderzoek minder pijnlijk en wordt hinderlijke costimulatie van andere zenuwen en<br />

spieren <strong>voor</strong>komen. Streefwaarden zijn:<br />

• N.ulnaris distaal bij de pols, 8-20 mA<br />

• N.accessorius,terhoogtevanstrottenhoofd,vlakbijdeposterieurerandvandemusculussternocleidomastoideus:<br />

7-15mA<br />

• N.facialis ter plaatse van de wang vlak onder het zygoma: 8-20 mA.<br />

Enkele punten van aandacht <strong>voor</strong> de uitvoering van RZS<br />

• Patiënt dient minstens 12 uur van te voren te stoppen met eventuele cholinesterase remmers.<br />

• Temperatuur spier 33 ◦ C of hoger, lage temperatuur kan de synapsfunctie tijdelijk faciliteren<br />

en zo het decrement doen afnemen.<br />

• fixatie en relaxatie van de teonderzoeken spier<br />

• fixatie van de stimulator<br />

• streef er naar dat het onderzoek zo min mogelijk pijnlijk is

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!