S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
S - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4 Gertvan Dijk, CeesStam,MachielZwarts,WernerMessenMichelvan Putten<br />
1.4.2 Speeltterminologieeenrolbij hetonterechtstellenvandediagnose<br />
’epilepsie’?<br />
HetinterictaleEEGwordtbijdediagnostiekvanepilepsiegebruiktomepilepsiewaarschijnlijker<br />
te maken, maar ook om vast te stellen met welk specifiek epilepsiesyndroom men te doen heeft.<br />
Dattweede doel wordt hierniet verder besproken.<br />
MeestalwordteenuitstekendespecificiteitvanhetEEGopgegeven,indeordevan99%.Schattingen<br />
van de aantallen EEGs met ’epileptiforme’ afwijkingen bij personen zonder epilepsie varieerden<br />
van 0.3% tot 18.6% (Shelley et al 2008). De hoge schattingen berustten waarschijnlijk op<br />
definitieproblemen, waarbij enkele normale fenomenen onder ’epileptiform’ werden geschaard.<br />
Onderzoeken met strengere definities leverden lagere schattingen op: zo was het aantal onterecht<br />
afwijkende EEGs 0.5% bij militaire luchtvaartkeuringen (Gregory et al 1993) en 1.5% bij 970<br />
slaaponderzoeken bij kinderen (Capdevila et al 2008). Als de specificiteit zo hoog is, zou men<br />
verwachtendateenonjuistediagnose’epilepsie’nietgebaseerdkanzijnophetEEG.Dataantalis<br />
onaangenaamhoogenbetreft5-30%,afhankelijkvanomstandighedenzoalsmetwelkepopulatie<br />
mentedoenheeft(Chowdhuryetal2008).HetEEGspeelthierbijvolgensdiverseauteursweldegelijk<br />
een rol (Benbadis 2007, Chowdhury et al 2008). Kan de verklaring zijn dat niet-experts het<br />
EEG veel vaker ’epileptiform’ vinden dan experts? In de VS herbeoordeelde Benbadis EEGs die<br />
eerder als epileptiform waren afgegeven (Benbadis 2007). Vooral fenomenen als ’wicket spikes’,<br />
’small sharp spikes’, ’14- en 6-Hz spikes’ en vertraging bij hyperventilatie en doezel werden fout<br />
geïnterpreteerd. Verkeerde interpretatie van dergelijke golven leidt <strong>voor</strong>al tot problemen als de<br />
klinische aanwijzingen dat er sprake is van epilepsie zwak zijn; in het algemeen is de anamnese<br />
immers de belangrijkste ’test’ <strong>voor</strong> epilepsie.<br />
Blijkens het artikel van Benbadis (2007) maakt kennis van het EEG inde VSgeen welomschrevendeelvandeopleidingtotneurolooguit;deauteurijverter<strong>voor</strong>datintevoeren.InNederland<br />
is dit gelukkig beter geregeld, zodat de situatie naar verwachting minder onrustbarend is dan in<br />
de VS. De verschillen tussen beoordelaars kunnen groot zijn (Gilbert en Gartside 2002). Een onderzoek<br />
naar de vergelijkbaarheid tussen twee beoordelaars in Nederland toonde dat zij in twee<br />
steekproeven in 8 en 15% van de EEGs van mening verschilden of het EEG epileptiforme afwijkingen<br />
bevatte (Stroink et al 2006). Een meta-analyse van 25 onderzoeken naar de diagnostische<br />
waarde van het EEG toonde forse verschillen in sensitiviteit (20-91%) en in specificiteit (13-99%)<br />
tussenonderzoeken(Gilbertetal2002).Dezeenormeverschillenwordenwaarschijnlijk<strong>voor</strong>een<br />
groot deel verklaard door verschillen in de aard van de onderzoekspopulaties. Interessanter is<br />
echter het volgende: wie EEGs bij patiënten met epilepsie vaak afwijkend vond, vond ook veel<br />
EEGsvangezondenafwijkend.Kennelijkverschildededrempelomiets’epileptiform’tenoemen<br />
systematisch tussen onderzoekers. Dergelijke verschillen tussen beoordelaars kunnen zeer wel<br />
bijdragen aan de uitgesproken verschillen in schattingen van de specificiteit (Shelley et al 2008).<br />
De belangrijkste bevinding was misschien dat wie zuinig was met ’epileptiform’ beter in staat<br />
was onderscheid te maken tussen wie wel en geen epilepsie had (Gilbert et al 2002). Al met al<br />
lijkt het raadzaam om scherper te worden over wat het woord ’epileptiform’ dient te betekenen,<br />
en tevens om na te denken hoe hoog de drempel moet liggen <strong>voor</strong>dat men concludeert dat de<br />
waarneming ’wijst op epilepsie’.<br />
1.5 Het EEGop deIC<br />
De invoering van EEGs op de IC, zowel bij volwassenen als bij premature zuigelingen, heeft een<br />
aantal patronen aan het licht gebracht waarvan de betekenis <strong>voor</strong>alsnog grotendeels onduide-