10.07.2015 Views

Untitled

Untitled

Untitled

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

IIIBOEKVIIHoofdftna C. GJaar 363tot 476RUFINUSverantwoordingaanANASTA-SlUS.352 K E R K E L I J K Ebehaald is. PAMMACHIUS en OCEANUS, twee vriendenvan HiëRONYMus, zonden hem de Overzetting, van RUFINUS toe (*), waar bij zij niet vergaten,• zijne Heiligheid, (HiëRONYMus,) eenen wenk te' geven, dat derzelver opftellcr, in de Voorreden,op eene bedekte wijze van hem gewaagd, en hemin vermoeden gebragt heeft, als of hij met hemvan het zelfde gevoelen was; zoodat het nodig ware,dat hij zich tegen deze befchuldiging verdedigde;meer was 'er niet van doen, om HiëRONYMusin het harnas te jagen, die volftrekt niet duldenwilde , dat men hem in gezelfchap met ORIGENESprijzen zou. In zijn antwoord aan zijne beide vrienden(t)> verantwoordde hij zich, en verklaarde,dat men hem groot onrecht aandeed, wanneer menhem voor eenen aanhanger van ORIGENES hield.Deze verantwoording is niet zeer gelukkig gedaagd,immers RUFINUS, die met lof van hem fprak, hadhem niet regelrecht voor eenen aanhanger van ORI­GENES verklaart. Ook wederfpreekt hij meermalenzich zei ven, zoodat men reden vindt, om te geloven,dat hij voor dezen een Origenist geweest zijnde,thans volftrekt niet wilde, dat iemand dit van hemgeloofde.Ondertusfchen behield alles nog het voorkomenvan goede gezindheid. HiëRONYMus antwoorddeop eenen Brief, waar in RUFINUS zich over zijnevrienden te Rome fchijnt beklaagd te hebben, vrij(*) Ep. XL. inter Ephtt. Hiëron. ƒ>. 341. /. f.(t) Epist. XLI. pag. 341.vricn-»

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!