Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een leven lang ontwikkelen
TH MA themahogeronderwijs.org
Doorgaan op de oude voet
zou funest zijn voor de
levensvatbaarheid van
de deeltijdopleidingen
opleidingen. De tussentijdse evaluatie in 2018 toonde een
zo groot enthousiasme onder de deelnemers dat de initiatiefnemers
besloten versneld over te gaan tot een eindevaluatie
en vooruitlopend daarop een wijziging van de Wet op
het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor
te bereiden. Zo zouden alle hogescholen (en ook de universiteiten)
direct na afloop van de pilot (medio 2022) desgewenst
met leeruitkomsten kunnen gaan werken.
Behoefte aan verkenning
Op de lering die we uit de beide experimenten kunnen trekken
komen we later terug. De schets van de beleidsontwikkelingen
vullen we eerst aan met belangrijke adviezen die
op verzoek van het bestuur van de Vereniging Hogescholen
zijn opgesteld door een interne werkgroep onder leiding van
Sander van den Eijnden, bestuursvoorzitter van Hogeschool
Leiden. Het bestuur van de Vereniging Hogescholen had
behoefte aan een verkenning van de wijze waarop hogescholen
hun plaats in het domein van het LLO zouden kunnen
versterken. Duidelijk was dat doorgaan op de oude voet
op termijn funest zou zijn voor de levensvatbaarheid van
de deeltijdopleidingen.
De werkgroep-Van den Eijnden begon zijn werk met een
serie gesprekken met experts uit bedrijfsleven, overheid en
onderwijs. Hoewel er weinig discussie was over de opvatting
dat uit hun maatschappelijke opdracht om studenten voor
te bereiden op een succesvolle loopbaan voortvloeit dat het
bekwaam houden en het verder ontwikkelen van alumni tot
de taken van de hogescholen behoren, hoeft dat in zichzelf
niet te betekenen dat daar ook een actieve overheidsbemoeienis
in termen van bekostiging bij hoort. Maar uit de gesprekken
werd duidelijk dat er een breed draagvlak is voor een
publiek gefinancierd aanbod van hoger beroepsonderwijs aan
professionals. Niet alleen borg je zo de toegankelijkheid, ook
voorkom je dat kleine en/of dure opleidingen ten onder gaan.
Het zijn de klassieke argumenten voor overheidsbemoeienis.
Maar er is meer. Via de hogeschool verwerft een student
toegang tot de wereld van werk. Hogescholen maken deel
uit van een complex regionaal ecosysteem van leren, werken
en innoveren. De verbreding van hun opdracht met het
praktijkgerichte onderzoek heeft daar belangrijke nieuwe
dimensies aan toegevoegd. Het wordt de uitdaging om de
relatie met afgestudeerden te onderhouden en intensiveren,
om zo de innovatiekracht van samenleving en bedrijfsleven
voortdurend te borgen en versterken. Er was dus, concluderend,
een duidelijke license to operate.
Tezelfdertijd maakten de gesprekken ook duidelijk dat veel
werkgevers het bestaande onderwijsaanbod in het LLO
als star, niet flexibel ervaren. Hogescholen zouden sneller
moeten reageren op veranderingen in de vraag van bedrijven
en instellingen die voortkomen uit vernieuwingen in de
praktijk van het werk. Als weerwoord wijzen hogescholen
snel op een overdaad aan bureaucratie en regels die het snel
inspelen op nieuwe vragen in de weg zou staan. Maar ze
moeten bedenken dat veel van die regels en bureaucratie er
zijn om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. De kunst
moet dus zijn de flexibiliteit en responsiviteit van het onderwijs
te vergroten zonder daarbij aan kwaliteit te verliezen.
Een gebrek aan flexibiliteit was er ook vanuit het perspectief
van de studenten. Zij nemen vaak deel aan het LLO in het
spitsuur van hun leven: niet alleen inkomen en vermogen
maar ook drukte is scheef verdeeld. 8 Door meer mogelijkheden
voor het spreiden van het leren in de tijd te bieden zou
je niet alleen een betere balans in het leven van studenten
tot stand kunnen brengen, ook zou het een impuls kunnen
betekenen voor deelname aan opleidingen. Het ondersteunt
daarmee het ontwikkelen van een nieuwe leercultuur.
Een volgend belangrijk thema in de verkenning was de
gerichtheid op het halen van een diploma. In de nasleep van
de hbo-fraude van inmiddels al weer twintig jaar geleden
heeft de overheid bepaald dat een inschrijving aan een opleiding
van een publieke hogeschool alleen voor bekostiging
in aanmerking kan komen als die geschiedt met het oog
op het behalen van een diploma. Ook dat lijkt een rem te
zetten op de mogelijkheden om maatwerk te leveren, om
snel en flexibel in te spelen op nieuwe vragen. Zou dat dan
‘exit diploma’s’ moeten betekenen en inzetten op modulair
bekostigen tout court?
Van den Eijnden meende dat je deze weg niet zou moeten
gaan. Diploma’s hebben niet alleen een intrinsieke waarde
voor de student, ze hebben bovenal civieleffectwerking.
Ze indiceren een niveau en oriëntatie van de student of
professional en leiden daardoor tot een forse reductie van de
transactiekosten in het even subtiele als kwetsbare afstemmingsproces
van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Zo bezien leek sprake van een lastig dilemma: een keuze
voor het flexibiliseren van het aanbod zou de grond onder
het bekostigen van een aanzienlijk deel van het onderwijs
kunnen wegslaan. Om daaruit een uitweg te vinden koos
de werkgroep principieel voor de belangen van student en
arbeidsmarkt. Hogescholen moeten professionals in staat
stellen het onderwijs te volgen dat zij nodig hebben om hun
25