09.06.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TH MA 2-21

Een leven lang ontwikkelen

Enerzijds kan ze leverancier zijn van diploma’s (onderwijs)

en anderzijds een rol spelen als bedenker van professionaliseringsactiviteiten

‘die werken’ (onderzoek), en van

kwaliteitsbewaker. Maar de realiteit wijkt enigszins af van

de theorie.

Aanbod in Vlaanderen

In Vlaanderen bestaat er een uitgebreid aanbod van professionaliseringsactiviteiten,

dat is terug te vinden op de

website van KlasCement 2 . Volgens deze website zijn er

721(!) (nascholings)organisaties in België die een aanbod

verzorgen van professionaliseringsactiviteiten voor zittende

leraren, en 333 in Nederland waaraan Belgen kunnen

deelnemen. Het hoger onderwijs is ook vertegenwoordigd.

Zo heb je het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO)

van KU Leuven dat leraren professionaliseert in taalvaardigheid.

Het doelpubliek bestaat onder anderen uit leraren die

lesgeven in de voorschoolse opvang, het leerplichtonderwijs,

het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs.

Online is ook een inspiratiepakket te vinden rond differentiatie

in de klas, ontwikkeld door de hogeschool Odisee van

de Associatie KU Leuven. 3 Er bestaan ook samenwerkingsverbanden

tussen hogeronderwijsinstellingen (Universiteit

Gent) en het leerplichtonderwijs (provinciaal en gemeentelijk

onderwijs) om nascholingstrajecten vorm te geven

(bijvoorbeeld SWITCH). KlasCement is ook een initiatief

dat leraren met elkaar in contact brengt. Leraren kunnen

het platform dan gebruiken als een toegangspoort tot een

lerend netwerk waarin ze lesmaterialen informeel kunnen

uitwisselen met andere leraren.

Tot slot is het hoger onderwijs ook geregeld betrokken als

procesbegeleider, zowel inhoudelijk als in het kader van

monitoring en evaluatie, bij (vaak kortlopende) interventies

of projecten gefinancierd door lokale overheden, het

Europees Sociaal Fonds of organisaties als Unicef België.

Het geeft dan vanuit zijn expertise vorming binnen lerende

netwerken van scholen om die zelf hun monitoring en evaluatie

in handen te laten nemen.

Kortom, het hoger onderwijs is in Vlaanderen vertegenwoordigd

als aanbieder om leraren te professionaliseren.

Tegelijk merken we op dat de meeste Vlaamse organisaties

met een professionaliseringsaanbod voor leraren geen

hogeronderwijsinstellingen betreffen, en dat de initiatieven

niet breder in Vlaanderen structureel verankerd zijn.

Er vindt bovendien geen kwaliteitscontrole plaats op de

professionaliseringsactiviteiten geleverd door de diverse

nascholingsorganisaties. 4

Er bestaat ook geen bewijsvoering over de effectiviteit van

de professionaliseringsactiviteiten voor Vlaamse leraren.

Om hieraan tegemoet te komen ontwierpen Merchie et al.

(2016) in opdracht van het Departement Onderwijs en Vorming

een praktijkbijdrage rond het meten van impact van

professionaliseringsactiviteiten in Vlaanderen. De auteurs

Schoolbeleid is eerder

bezig met procedures

dan met het creëren

van een visie

concluderen dat er (te) veel nascholingsactiviteiten in Vlaanderen

versnipperd worden aangeboden en pleiten voor een

gestructureerd systeem. Op die manier wordt het voor leraren

eenvoudiger om het bestaande aanbod te screenen op

relevantie en in functie van gedetecteerde behoeften.

Rol van de schoolleider

Volgens het decreet van 8 mei 2009 dient de toeleiding in

Vlaanderen prioritair te gebeuren via de school. ‘De noden

van je school, je schoolteam, maar ook jouw individuele

noden als leraar bepalen de vorm en inhoud van de professionalisering.’

5 De schoolleider heeft dan een bepalende

rol in het creëren van een kader waarin leraren zichzelf

volgens geïdentificeerde behoeften kunnen professionaliseren.

Dit bevestigen ook verschillende bronnen (Antoniou,

2013; OESO, 2009; Barber et al., 2011; Onderwijsraad, 2011;

Devos, 2019).

De lage cijfers van de Labour Force Survey waar het gaat

om deelname van leraren aan professionaliseringsactiviteiten

lijken op het eerste gezicht aan te tonen dat leraren in

Vlaanderen ten opzichte van leraren in Nederland onvoldoende

kansen krijgen van hun schoolleiders om deel te

nemen aan dergelijke activiteiten. Ballet et al. (2010) schrijven

hierover dat ‘het beleid inzake professionalisering niet

altijd doelgericht [is] of sterk aangestuurd/gecoördineerd.

Wat gebeurt in het kader van professionalisering is vaak ad

hoc en wordt in belangrijke mate bepaald door de dagelijkse

realiteit.’ De auteurs tonen in hun kwalitatieve studie naar

professionaliseringsactiviteiten onder leraren in Vlaamse

scholen aan dat schoolbeleid eerder bezig is met procedures

tot deelname aan activiteiten, vervangingsmogelijkheden

of terugbetaling van de kosten, dan met het creëren van

een visie rond en inhoud van professionaliseringsbeleid.

Ze betrekken leraren (te) weinig bij het schoolbeleid, en die

zijn hier ook niet altijd vragende partij voor. Dit is volgens

Ballet et al. (2010) nochtans nodig om de betrokkenheid

van leraren bij het professionaliseringsbeleid te vergroten,

en om schoolbesturen uit te dagen verder te gaan dan documenten

en procedures.

70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!