Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
motivatie bijstellen, terwijl dat
voor de hoger gemotiveerde
groep niet nodig is. Een opvallende
uitkomst in dit onderzoek
is dat, in tegenstelling tot in
andere onderzoeken, studenten
met een hogere motivatie niet
méér studietijd rapporteren dan
de voldoende gemotiveerden.
In het vervolg van zijn proefschrift
gaat Kickert in op de rol
van toetsing in het curriculum
en het effect op motivatie.
Bij een curriculum dat niet goed
‘aligned’ is, worden niet alle
leerdoelen getoetst of niet met
de juiste zwaarte. Uit eerder
onderzoek blijkt zelfs dat studenten,
op basis van ervaringen,
verwachten dat er ‘misalignment’
is tussen de leerdoelen en
de toetsing. Ze gaan bij docenten
actief op zoek naar aanwijzingen
over wat er getoetst gaat
worden. Dat kan leiden tot twee
soorten motivatie bij studenten:
intrinsieker gemotiveerde studenten,
die gaan voor het leren
van alle leerdoelen, en extrinsieker
gemotiveerde studenten,
die gaan voor presteren op de
leerdoelen die getoetst worden.
In een slecht aligned curriculum
leidt de tweede strategie
tot betere prestaties. In een
goed aligned curriculum vallen
deze twee motivaties samen en
leiden beide tot goede prestaties.
Het idee dat toetsing slecht is
voor de intrinsieke motivatie ligt
volgens Kickert vooral aan slecht
‘alignment’. Zijn stelling is dat
‘er geen goede of slechte motivatie
is, er zijn goede en slechte
curricula’.
Kickert zegt dat hij door zijn
onderzoek verder is gaan nadenken
over de rol van toetsing.
Hij vraagt zich bijvoorbeeld
af of alles wat leerbaar is ook
toetsbaar is. Of dat het versnellen
van de studievoortgang het
doel moet zijn van academisch
onderwijs, terwijl we weten dat
diepgaand leren meer tijd nodig
heeft. In het laatste hoofdstuk
doet hij een paar prikkelende
voorstellen. Het uitdagendste is
mijns inziens zijn voorstel van
toetsing als een ‘black box’: geef
studenten vooraf geen inzicht
in de vorm en inhoud van toetsing
en de normering. Dat is
interessant, omdat we heel erg
propageren dat het voor studenten
helder en duidelijk moet zijn
wat en hoe er we toetsen. Zijn
redenering is dat als studenten
niet weten wat en hoe er getoetst
gaat worden en wat als voldoende
geldt, ze hun gedrag er
niet op kunnen afstemmen. Zijn
verwachting is dat studenten
hogere prestatiedoelen stellen
als de minimumprestatie niet
bekend is.
Een andere suggestie is om
studenten actiever te betrekken
bij toetsing door samen met hen
doelen te stellen, standaarden te
bepalen, toetsvormen te kiezen
en ze een actieve rol te geven bij
de beoordeling van hun studievoortgang.
Uit de literatuur is
bekend dat dit een positief effect
heeft op motivatie en zelfregulatie.
Ik zou eerder kiezen voor
deze aanpak dan voor de black
box, want dat voelt toch als een
stap terug in de tijd.
Een andere mogelijkheid die
Kickert opwerpt is om niet
meer te toetsen. Deze verwerpt
hij ook weer snel als niet haalbaar.
Een variant zou wat mij
betreft zijn: hoe kunnen we de
fixatie van studenten op de toetsing
minimaliseren?
Zoals gebruikelijk bij een proefschrift
benoemt de auteur ook
de zwakke plekken van zijn
onderzoek. De wijziging van de
BSA-norm bij de opleidingen
aan de Erasmus Universiteit
bood Kickert een unieke situatie
om quasi-experimenteel
onderzoek te doen, hij kon
verschillende cohorten vergelijken.
Nadeel hiervan was dat
er geen causale verbanden zijn
aan te tonen, maar alleen correlaties.
Een andere zwakte die
hij noemt is dat hij motivatie en
zelfregulatie heeft gemeten met
zelfrapportagevragenlijsten, wat
als nadeel heeft dat studenten
dan sociaal wenselijke antwoorden
kunnen geven.
Wat kunnen we uit dit proefschrift
van Kickert leren voor de
discussie over het BSA? De lat
hoger leggen heeft een positief
effect op studievoortgang, motivatie
en zelfregulatie. Dat hoeft
niet met het bindend studieadvies
te zijn, dit kun je ook realiseren
met andere aanpassingen
in de examensystematiek,
zoals een hogere slaagnorm,
strengere herkansingsregels en
compensatie. Dat is volgens mij
de waardevolle toevoeging van
dit proefschrift aan de discussie.
Maar vooral Kickerts prikkelende
stellingen nodigen uit
om verder na te denken over de
invloed van toetsing op het curriculum
en op het studiegedrag
van studenten.
Veronica Bruijns
is beleidsmedewerker toetsen en
beoordelen bij de stafafdeling
onderwijs en onderzoek van
Hogeschool van Amsterdam en
coördinator van de recensieredactie
van Th&ma
90