09.06.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een leven lang ontwikkelen

TH MA themahogeronderwijs.org

achtergrond van het commitment van de Europese universiteiten,

wil ik ingaan op de vraag hoe we vanuit onze ervaringen

inmiddels aankijken tegen het belang en de functie

van onderwijs voor professionals voor universiteiten, welke

keuzes we daarbij maken en wat dit betekent voor de organisatie

daarvan.

Breder begrip

Sinds twee jaar gebruiken we aan de Universiteit Utrecht

voor het formele en non-formele aanbod in het kader van

levenslang leren de labels ‘onderwijs voor professionals’ en

‘university continuing education’. De reden daarvoor is dat

veel andere termen in een andere (internationale) context

iets anders betekenen, sommige begrippen een beperking

met zich meebrengen voor bepaalde doelgroepen of activiteiten,

en weer andere begrippen niet naar het onderwijs

zelf verwijzen.

Om met dat laatste te beginnen: de Europese Unie definieert

een leven lang leren al twintig jaar als alle gerichte

leeractiviteiten die iemand, een lifelong learner, duurzaam

onderneemt met het doel kennis, vaardigheden en competenties

te versterken. 3 Daarbij gaat het om zowel formeel en

non-formeel als informeel leren. Als universiteiten kunnen

we daaraan een bijdrage leveren, maar het begrip ‘levenslang

leren’ verwijst niet naar de activiteiten zelf. Bovendien

zou ‘levenslang’ volgens sommigen ook al te beperkt zijn,

omdat het vooral de aandacht vestigt op de tijdsdimensie:

leren gedurende het hele leven, periodiek dan wel continu.

Interessant is dat de Europese Commissie (2000) in het

memorandum waarin ze zich voor het eerst uitsprak voor

het stimuleren van levenslang leren, tegelijk pleitte voor een

breder begrip: lifewide learning, levensbreed leren. ‘The ‘lifewide’

dimension brings the complementarity of formal, non-formal

and informal learning into sharper focus. It reminds us that

useful and enjoyable learning can and does take place in the

family, in leisure time, in community life and in daily worklife.

Lifewide learning also makes us realise that teaching and lear n-

ing are themselves roles and activities that can be changed and

exchanged in different times and places.’

Levenslang leren of

ontwikkelen is als label

voor wat universiteiten

doen minder geschikt

Maar, zo stelde de Commissie, omdat het begrip levenslang

leren internationaal was ingeburgerd, heeft ze besloten dat

te blijven hanteren. En die wat dubbele houding zien we

nog steeds. Niemand is er helemaal gelukkig mee, maar

levenslang leren is het enige begrip dat mensen mondiaal

herkennen. Ook in de wetenschappelijke literatuur woeden

sinds jaar en dag discussies over wat we eronder kunnen

verstaan. Wentzel & Oelman probeerden twintig jaar geleden

orde te scheppen via een analytische classificatie van

wat er aan praktijken van levenslang leren aan universiteiten

bestond (‘continuing higher education’) en constateerden

een overweldigende verscheidenheid. Overigens alleen

bij universiteiten binnen de Verenigde Staten. En passant

lieten ze weten dat hun analyse ‘reveals the way many American,

but very few European universities are engaged in continuing

education’ (Wentzel & Oelman, 2002).

De laatste jaren heeft in Nederland het begrip ‘levenslang

ontwikkelen’ goeddeels de plaats ingenomen van levenslang

leren. De wetenschap heeft het uitgewerkt en overgenomen

in het beleidsdiscours, waarbij vooral ook meer aandacht is

gekomen voor ‘lifewide’ aspecten als persoonlijke ontplooiing

en groei. Kuipers, Semeijn & Van der Heijden (2019)

en kort daarna Kuipers & Draaisma (2020) komen op basis

van hun onderzoek tot de volgende definitie van levenslang

ontwikkelen: ‘Gedurende het hele leven (pro)actief ontplooien

van kwaliteiten op basis van motieven en mogelijkheden,

voor een duurzame bijdrage aan de samenleving,

eigen werkomgeving, gezondheid en geluk, voor nu en in

de toekomst.’

Deze verbreding van perspectief zien we ook in het initiële

hoger onderwijs. In 2015 stelde de toenmalige minister van

Onderwijs, Jet Bussemaker, dat in de nabije toekomst niet

alleen kennisoverdracht en kwalificatie centraal zouden

staan, maar ook ‘socialisatie (verantwoordelijk handelen in

sociale verbanden) en persoonlijke vorming (onafhankelijk

creatief kritisch denken en doen)’ (OCW, 2015). Universiteiten

nemen dit meer en meer op in hun perspectief op

onderwijs. 4 Als het gaat om de bijdrage van het formele en

non-formele universitair onderwijs voor levenslang ontwikkelen,

zou het daarom vanzelfsprekend zijn om ook daarin

zowel de arbeidsmarkt en kwalificatie als persoonsontplooiing

en betekenisgeving aan bod te laten komen.

Levenslang ontwikkelen of levenslang leren zijn als label

voor wat universiteiten doen minder geschikt. De bijdrage

die universiteiten kunnen leveren is veel breder dan alleen

formeel of non-formeel onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan

Studium Generale-programma’s, publieksevenementen of

een initiatief als de Universiteit van Nederland 5 , maar ook

aan programma’s voor het basis- of voortgezet onderwijs of

het hoger onderwijs voor ouderen.

Ook het label ‘postacademisch’ past niet goed, omdat

daarmee het aanbod exclusief gereserveerd lijkt voor degenen

die al een universitaire opleiding hebben gevolgd.

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!