Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TH MA 2-21
Een leven lang ontwikkelen
Het is belangrijk
om lessen te trekken
uit aanpakken
die werken
de langere termijn groot. De mismatch op de arbeidsmarkt
neemt nog steeds toe. In bijvoorbeeld de financiële sector
verdwijnen veel banen als gevolg van automatisering, en
er blijven grote tekorten in maatschappelijke sectoren als
onderwijs en zorg. Ook de energietransitie en de digitale
transitie vragen veel nieuwe kennis en vaardigheden, en
hebben een grote impact op de arbeidsmarkt. Het is daarom
belangrijk dat we de crisisaanpak ook aangrijpen om die
infrastructuur voor de lange termijn te bouwen, bestaande
structuren te benutten en lessen te trekken uit aanpakken
die werken.
Het mooie is dat er de afgelopen jaren al een behoorlijke
basis is gelegd voor de infrastructuur rond een leven lang
ontwikkelen. Sociale partners hebben bijvoorbeeld in meer
dan een kwart van de collectieve arbeidsovereenkomsten
afspraken gemaakt over individuele ontwikkelbudgetten,
zodat mensen zelf meer de regie kunnen nemen over hun
loopbaan. 2 Ook heeft het onderwijs meer ingezet op meer
flexibiliteit, onder meer met de pilots leeruitkomsten in het
hbo (hoger beroepsonderwijs) en mbo (middelbaar beroepsonderwijs),
en met de deelcertificaten voor keuzedelen en
de pilot praktijkleren in het mbo.
Daarnaast zijn er op regionaal en sectoraal niveau heel veel
nieuwe samenwerkingsverbanden in gang gezet, met als
doel de leercultuur te versterken en een leven lang ontwikkelen
te stimuleren. Om die initiatieven beter zichtbaar te
maken en kennis met elkaar te kunnen delen, heeft de SER
vanuit de Actie-agenda Leven Lang Ontwikkelen een netwerk
opgezet met regionale en sectorale samenwerkingsverbanden
(bijvoorbeeld de Leerwerkakkoorden in Rotterdam,
de Techniekcoalitie in Limburg en de Scholingsalliantie
Noord-Nederland). 3 Deze verbanden zijn op zichzelf allemaal
uniek en verschillen van elkaar in aanpak, omvang en
financieringswijze.
Bij al deze samenwerkingsverbanden zien we, ondanks de
verschillen, ook heel veel overeenkomsten in de thema’s
waar ze mee bezig zijn. Bovendien is er overeenstemming
over de doorbraken die nodig zijn om op langere termijn de
leercultuur te versterken. Kort samengevat gaat het om de
volgende thema’s:
• versterking van de eigen regie bij het individu, gekoppeld
aan richting, ruimte en ruggesteun vanuit de werkgever;
• toegankelijke en herkenbare dienstverlening voor individu
en werkgever; 4
• vaardigheden in kaart: beter zichtbaar maken en erkennen
van kennis, vaardigheden en competenties van
mensen;
• responsief en flexibel onderwijs, versterken van werkend
leren en informeel leren;
• basisvaardigheden op orde (leesvaardigheid, digitale
vaardigheden);
• samenwerking (tussen overheden, regio’s, ondernemers,
sectoren, onderwijs) gericht op maatschappelijke
uitdagingen.
De SER zet zich in om als verbindende partij de samenwerking
te stimuleren en toe te werken naar gezamenlijke
oplossingsrichtingen en doorbraken op deze terreinen.
Twee van die doorbraken – het in kaart brengen van vaardigheden
en de samenwerking gericht op maatschappelijke
uitdagingen – zijn ook voor het hoger onderwijs van
groot belang.
Vaardigheden in kaart
Van een doorbraak op het thema ‘vaardigheden in kaart’
is sprake als werknemers hun ontwikkelde kennis, vaardigheden
en competenties (skills) zichtbaar kunnen maken en
kunnen meenemen gedurende hun loopbaan, nu en in de
toekomst. Als werkgevers dit ook erkennen en herkennen,
kunnen we vaardigheden en competenties beter betrekken
bij matching op de arbeidsmarkt en bij het kiezen van de
juiste scholing en ontwikkeling.
Intersectorale mobiliteit, loopbaanpaden en scholingsen
ontwikkelroutes kunnen efficiënter in tijd en kosten.
En daarnaast kun je ze motiverender en effectiever inrichten
als je inzicht hebt in gevraagde, aanwezige en nog te
ontwikkelen skills. Er zijn al veel partijen die werken aan
deze skills-gerichte aanpak en er is veel draagvlak om hier
gezamenlijk mee verder te gaan. In een inspiratiedocument
heeft de SER samen met diverse stakeholders beschreven
waar we nu staan in deze aanpak, en welke stappen er nodig
zijn voor het vervolg. 5
Bij die stappen gaat het enerzijds om uitwisselbaarheid van
terminologie. De taal waarmee werkgevers skills voor de
arbeidsmarkt omschrijven, moet je bijvoorbeeld kunnen
relateren aan de taal die het onderwijs gebruikt. Het UWV,
de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven) en andere partijen werken daar nu aan in een
project rond een skills-ontologie. Anderzijds is het nodig
om meer ervaring op te doen om die skills zichtbaar te
maken en te valideren, en daarvoor ook draagvlak te vinden
bij werkgevers, werknemers, ondersteuners en in het onderwijs.
Dat kan door meer te experimenteren met sectorale
56