Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TH MA 2-21
Een leven lang ontwikkelen
In totaal verlaat
circa de helft van alle
werknemers de sector
binnen twee jaar
geweest enorm is. In totaal verlaat ongeveer de helft van alle
werknemers die in zorg en welzijn zijn begonnen de sector
binnen twee jaar. Bij de commissie riep dit het beeld op van
een vergiet.
Met alleen het werven van studenten en nieuwe medewerkers
zijn we er dus niet; het behouden van medewerkers
vraagt evenzeer de volle aandacht. Volgens de commissie
moet de sector meer inzetten op modern werkgeverschap.
Daarvan zou het actief faciliteren van een leven lang ontwikkelen
een belangrijk onderdeel moeten uitmaken. Dit zorgt
immers voor een hogere motivatie en een betere toerusting
van de medewerkers.
Vliegwiel
Hogescholen zijn actieve partners in regionale samenwerkingsverbanden
in zorg en welzijn; de afgelopen
jaren heeft de commissie daarom diverse bestuurders,
opleidingsdirecteuren en lectoren uit het hbo gesproken.
Onderwijsvernieuwing die hand in hand gaat met een leven
lang ontwikkelen is volgens de commissie een van de vliegwielen
om het tekort op te lossen; dit thema kwam in deze
gesprekken dan ook veelvuldig aan de orde. De commissie
beseft daarbij dat de opdracht voor onderwijsinstellingen
veelomvattend is: zij moeten bij studenten een mindset
kweken waarin die een leven lang ontwikkelen al tijdens
het initieel onderwijs als iets vanzelfsprekends gaan zien.
Zo zijn studenten erop voorbereid dat ze zich als medewerkers
in de zorg blijvend zullen bekwamen en ontwikkelen,
en zich soms dankzij (snelle) om-, bij- en opscholing zullen
(moeten) omscholen naar tekortberoepen in de zorg. Daarnaast
kunnen hogescholen een belangrijke rol vervullen in
deze scholing van zorgmedewerkers. Positief is dat hogescholen
zich inderdaad bewust lijken te zijn van deze brede
opdracht en deze beginnen in te vullen, zie bijvoorbeeld
Gezond Opleiden 4 , het recentelijk uitgebrachte sectorplan
hoger gezondheidszorg onderwijs 2021-2025.
Uiteraard heeft de coronacrisis de nodige impact, zowel op
de zorg als op onderwijsorganisaties. De pandemie heeft
de dynamiek in het zorg- en onderwijsveld sterk beïnvloed:
samenwerkingen zijn opgebloeid waar dat voorheen niet
mogelijk leek, barrières zijn geslecht. Zo ontstond er bij een
hogeschool in Overijssel meer flexibiliteit in de collegiale
uitwisseling tussen zorg en onderwijs; docenten gingen bijvoorbeeld
aan de slag in zorginstellingen. Dit is precies wat
deze hogeschool nu meer en structureler zou willen ontwikkelen
als onderdeel van het leren van de toekomst.
Een ander voorbeeld komt uit Friesland, waar het mbo (middelbaar
beroepsonderwijs) en het hbo in samenwerking
met de zorgorganisaties een gezamenlijke pool van stagiairs
hebben opgezet. Deze stagiairs krijgen onder begeleiding
van docenten stageplaatsen in zorgorganisaties.
Maar oude hardnekkigheden bestaan ook nog steeds. Na de
eerste coronagolf plaatsten de ziekenhuizen in Utrecht
slechts de helft van de hbo-stagiairs, om te voorkomen dat
ze bij een tweede golf stagiairs naar huis zouden moeten
sturen als ze geen tijd meer zouden vinden voor de begeleiding.
Voor het hbo is dit natuurlijk geen gewenst scenario.
De stagefunctie was in deze regio dus nog verre van stabiel.
De coronacrisis heeft in 2020 vanzelfsprekend de aanpak
van de commissie gekleurd. De centrale vraag was niet
langer ‘hoe dringen we het arbeidsmarkttekort terug?’, maar
‘wat leert de crisis ons daarover?’ Zijn de ambities nu veranderd,
en wat leert de pandemie ons over de beste manier om
zorgpersoneel aan te trekken en te behouden?
Eind 2020 heeft de commissie het volgende gerapporteerd
over het raakvlak tussen het onderwijs- en het zorgwerkveld:
alom zijn goede ideeën en voornemens te horen over
de samenwerking tussen zorg en onderwijs, maar op veel
plaatsen zijn deze nog bescheiden, gezien de omvang van
de uitdaging. Zo zijn bij zorginstellingen de geesten rijp
gemaakt om anders naar de geschiktheid van zorgmedewerkers
te kijken, maar er is binnen organisaties ook sprake
van terugval in oud gedrag, bijvoorbeeld als ze, omwille van
een handige planning, alleen breed gekwalificeerde medewerkers
laten instromen. De commissie is dus nog niet
overtuigd van een voortvarende uitvoering in alle regio’s.
Alom goede ideeën
over samenwerking,
maar vaak zijn deze
nog te bescheiden
74