09.06.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een leven lang ontwikkelen

TH MA themahogeronderwijs.org

Een tweede mogelijke verklaring voor de lage cijfers van

de Labour Force Survey kunnen we vinden in de wijze

waarop de Vlaamse overheid de opdracht van leraren

heeft uitgetekend. Zeker in het basisonderwijs bestaat de

opdracht van leraren zo goed als volledig uit taken in de

klas (lesopdracht). Dit wil zeggen dat er in de opdracht geen

structurele ruimte is ingebouwd voor professionalisering.

Schoolleiders moeten hun leraren hiervoor klasvrij maken

(wat niet altijd even gemakkelijk is), of leraren zijn verplicht

zich na hun lesuren te professionaliseren.

Aanpak in Nederland

Centraal in de Nederlandse aanpak op nationaal niveau staat

de term ‘professionele ruimte’ (Inspectie van het Onderwijs,

2013). Die term is ook opgenomen in het Actieplan Leraar

2020. Leraren krijgen de ruimte om vanuit hun deskundigheid

mee zeggenschap te krijgen over het kwaliteitsbeleid

op hun school en de professionalisering die daarvoor

nodig is. De leraar komt daarmee centraal te staan in het

professio naliseringsbeleid van de school en wordt zelf eigenaar

van zijn professionaliseringstraject.

De overheid stimuleert dit ook in het Actieplan Leraar 2020,

met acties die individuele leraren meer mogelijkheden en

tools bieden om zich te professionaliseren of om regie te

krijgen over de eigen professionalisering. Het ministerie

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bracht in

2011 het actieplan uit met het oog op de lange termijn.

Enkele maatregelen uit dit actieplan zijn:

• kwaliteitsbeleid humanresourcesmanagement en prestatiebeloning;

• opleidingsniveau van leraren verhogen tot bij voorkeur

masterniveau (waarin het hoger onderwijs een centrale

rol speelt als onderwijsverstrekker);

• extra middelen voor leraren (de lerarenbeurs) om zichzelf

in te schrijven in een bachelor of master;

• introductie van het lerarenregister (of lerarenportfolio 6 );

• monitoring van de kwaliteit van scholen door

professio nals.

De lerarenbeurs, de prestatiebeloning en het lerarenportfolio

bleven anno 2020 behouden. 7

Interessant is ook de recente pilot binnen het platform

Samen Opleiden en Professionaliseren (SO&P). 8 Partnerschappen

tussen lerarenopleidingen, scholen en schoolbesturen

zullen van najaar 2021 tot 2024 subsidie van de

Nederlandse overheid ontvangen om in scholen een doorlopende

lijn van begeleiding en professionalisering te creëren.

Die lijn start bij het opleiden van leraren, tot en met de

begeleiding van startende leraren en doorlopende professionalisering.

In overeenstemming met het theoretisch raamwerk

staan hier een systemische aanpak en samenwerking

tussen hoger onderwijs en scholen centraal.

Ook andere ijkpunten herkennen we in de pilot. Partnerschappen

moeten vraaggerichte begeleiding voorzien voor

Ook in Nederland is de

rol van hoger onderwijs

in de professionalisering

eerder ‘klassiek’

startende leraren met mentoring en intervisie. Startende

leraren moeten binnen hun opdracht tijd krijgen om aan

het professionaliseringsaanbod deel te nemen. Tot slot

werken de deelnemers in partnerschap aan de evaluatie en

kwaliteitsbewaking van het traject.

Samengevat lijkt Nederland in vergelijking met Vlaanderen

op nationaal niveau meer gerichte stimuli te geven om het

hoger onderwijs een expliciete en structurele rol te geven

in de professionalisering van (startende) leraren in het

onderwijs. Het tekent daarbij ook expliciet krijtlijnen uit

die in overeenstemming zijn met de literatuur, en dus met

het theoretisch raamwerk dat we hiervoor hebben uitgetekend.

De wijze waarop de professionaliseringactiviteiten

concreet vorm krijgen komt wel bij de leraar in dialoog

met de eigen school te liggen, of bij lokale partnerschappen.

Niettemin valt ook in Nederland op dat, bijvoorbeeld

bij de bovengenoemde pilot, slechts enkele partnerschappen

voor korte tijd subsidie zullen ontvangen en dat de

rol van het hoger onderwijs binnen de professionalisering

eerder ‘klassiek’ blijft: verbonden aan lerarenopleiding

en/of diplomaverwerving.

Grote verschillen

Er is voor het hoger onderwijs een belangrijke rol weggelegd

om zittende leraren te professionaliseren. Tegelijk blijken er

grote verschillen tussen de theorie en de praktijk te bestaan,

die enigszins de verschillen in scholingsparticipatie tussen

Vlaanderen en Nederland kunnen verklaren. Zo blijft het

hoger onderwijs in Vlaanderen als structurele partner in de

professionalisering van leraren onderbenut. Ook ontbreekt

het aan een strategische visie op de professionalisering van

leraren in Vlaanderen (zowel op Vlaams niveau als in het

schoolbeleid), of aan dialoog over visievorming tussen lokale

actoren, het hoger onderwijs en de overheid. Het landschap

van professionalisering van zittende leraren is hierdoor versnipperd

en ad hoc.

Nederland heeft daarentegen de laatste jaren sterk(er)

ingezet op nationale maatregelen en een strategische visienota

(Actieplan Leraar 2020) om de professionalisering

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!