09.06.2021 Views

Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ministerschap

met

beperkingen

Jet Bussemaker: Ministerie

van Verbeelding – Idealen

en de politieke praktijk

Uitgeverij Balans, Amsterdam.

ISBN 9789463821445; 280 blz.

€ 22,99

an de afgelopen

V

zeven Nederlandse

kabinetten hebben

er slechts twee

de regeringsperiode afgerond:

Balkenende IV en Rutte II, beide

kabinetten waaraan de PvdA

deelnam. In het eerste van die

twee was Jet Bussemaker staatssecretaris

van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport (2007-2010),

in het tweede was ze minister

van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap (OCW, 2012-2017).

In Ministerie van Verbeelding blikt

ze terug op deze perioden als

bestuurder, en op de politieke

carrière die eraan voorafging.

Ik was vooral benieuwd naar

haar kijk op de periode als

minister van OCW, en eigenlijk

ook wel op die als bestuurder

van de Hogeschool van Amsterdam

en de Universiteit van

Amsterdam (2011-2012) – voor

de lezer van Th&ma natuurlijk

relevant. Haar tijd als minister

bespreekt ze, maar jammer

genoeg slaat ze haar bestuursfuncties

in Amsterdam over.

Bussemaker begint met een

terugblik op haar jeugd. Ze was

actief in de kraakbeweging,

maar ging als kraker ook constructief

in gesprek met de

gevestigde orde. Het zoeken

naar consensus leerde ze door

er thuis achter te komen hoe

de geschiedenis in Indië haar

vader had gevormd. Waar ze

aanvankelijk weinig begrip had

voor haar vaders rol, leerde ze

zijn standpunt te begrijpen door

zich in zijn geschiedenis te verdiepen.

Zo werd hun onderlinge

strijd over politiek een constructief

gesprek. Dit inleidende

hoofdstuk is een kennismaking

maar biedt ook een rode draad:

kom op voor wat rechtvaardig is,

maar heb ook oog voor andere

standpunten en zoek op een

realistische manier naar wat

mogelijk is. Dit bleek later absoluut

nodig in de weerbarstige

Nederlandse polderpolitiek.

Tegelijkertijd is het wellicht ook

een pijnpunt. De PvdA stelde

zich in het kabinet-Rutte II misschien

te constructief op, gegeven

de verkiezingsuitslagen die

erop volgden. De partij wrong

zich onder leiding van Jeroen

Dijsselbloem, de minister van

Financiën, in onmogelijke bochten

om tekorten op de begroting

tijdens een financiële crisis te

vermijden, iets wat bijzonder

wrang moet voelen nu de communis

opinio inmiddels is dat

een sterke overheid het land uit

de coronacrisis moet investeren.

Zowel in haar rol als staatssecretaris

als in die als minister had

Bussemaker te maken met een

vrij decentraal georganiseerd

bestuur, bezuinigingen en een

coalitiepartner die ideologisch

diametraal tegenover haar eigen

partij stond. Voor de lezer maakt

ze duidelijk hoe ze er binnen

deze beperkingen het beste van

probeerde te maken. Het boek

leest als een verantwoording

en als een soort waarschuwing:

verwacht niet te veel van de

minister en het ministerie.

Een aantal punten uit haar

reflectie op de periode als

minister van OCW bleef me

bij. Pas laat in haar termijn verscheen

het thema kansenongelijkheid

op de radar. Gehinderd

door een VVD-staatssecretaris

die niet veel voor het thema

voelde, wist Bussemaker toch

nog snel een aantal maatregelen

in gang te zetten. Subsidies

stimuleerden een betere overgang

tussen mbo (middelbaar

beroepsonderwijs) en hbo

(hoger beroepsonderwijs), ze

versoepelde de drempel tussen

vmbo (voorbereidend middelbaar

beroepsonderwijs) en havo

(hoger algemeen voortgezet

onderwijs) en een communicatiecampagne

moest het

delen van decentrale ervaring

bevorderen (de ‘Gelijke Kansen

Alliantie’).

Deze maatregelen, die haar

opvolger Ingrid van Engelshoven

(D66) zou voortzetten,

pasten in het beleid van die tijd

(big society) en borduurden voort

op het idee dat professionals en

organisaties decentraal het best

weten wat goede zorg of onderwijs

is. Het zijn ook de maatregelen

waartoe Bussemaker

zich als minister beperkt voelde,

doordat ze als minister systeemverantwoordelijke

was en de

commissie-Dijsselbloem (parlementaire

onderzoekscommissie

over onderwijsvernieuwingen

in het voortgezet onderwijs)

stevige randvoorwaarden stelde

aan aanpassingen aan het

onderwijssysteem.

In haar boek vraagt Bussemaker

zich af hoe ze dit thema

beter had kunnen oppakken.

Ze hekelt het feit dat onderwijs

is verworden tot een individueel

consumptiegoed, waarbij ouders

proberen binnen een meritocratisch

kader het beste voor hun

kind te organiseren, wat ten

koste gaat van de maatschappelijke

functie van het onderwijs.

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!